Rembrandt van Rijn, 1626. Musizierende Gesellschaft. Rijksmuseum Amsterdam. Foto/Photo: TES.

Rembrandt in Bazel

In tegenstelling tot Erasmus van Rotterdam (1466-1536) heeft Rembrandt van Rijn (1606-1669) Bazel nooit bezocht.

De katholieke Erasmus is zelfs begraven in de kathedraal (Münster) van Bazel, al was de stad toen geen bisschopsstad en de kathedraal geen katholieke kerk meer sinds de Reformatie in 1529.

Ruim driehonderdvijftig jaar later ontmoeten de humanist en de kunstenaar elkaar echter alsnog in deze stad.

Het kunstmuseum, gelegen aan de voet van de kathedraal en vlakbij het oude woonhuis van Erasmus, besteedt aandacht aan Rembrandt en diens artistieke relatie met Oriënt.

Hoewel Rembrandt de Oriënt ook nooit heeft bezocht, vormden oriëntaalse voorwerpen vaak een belangrijk motief in zijn kunst.

De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) was net voor zijn geboorte opgericht (1602) en de jonge en zelfverzekerde protestante Republiek ging de handel in en de zeeën bevaren, mede mogelijk gemaakt door het Twaalfjarige Bestand (1609-1621) met de Spaanse Habsburgers.

De Oriënt was toen overigens een ruim begrip en omvatte  het gebied ten oosten van Wenen. Japan, China, Perzië en het Osmaanse Rijk, inclusief Noord-Afrika, vielen daar ook onder.

Het Osmaanse Rijk was toen de geduchte (Islamitische) tegenstander van de katholieke Habsburgers en dus in feite een bondgenoot van de protestante Republiek (“liever een Turk dan een Paap”). De historische context komt overzichtelijk en goed aan de orde.

De tentoonstelling (Rembrandts Orient. Westöstliche Begegnung in der niederländischen Kunst des 17. Jahrhunderts) is geen Rembrandt tentoonstelling, maar behandelt zijn kunst met oriëntaalse afbeeldingen (schilderijen, gravures, etsen) vanuit deze historische en culturele invalshoek en plaatst deze in het perspectief van zijn tijd en vakgenoten.

Behalve topschilderijen, gravures en etsen van de Meester zelf, onder andere een schilderij uit de collectie van de Earl van Derby in Liverpool (honderd jaar niet in het openbaar te zien geweest), zijn er veel werken van zijn tijdgenoten, onder anderen van zijn leermeester Pieter Lastman 1583-1633), stillevens, stadsgezichten en een Azië-kaart van Willem Jansz Blaeu (1571-1638).

Op deze wijze is er een goed inzicht in de motivatie om juist in die tijd veel oriëntaalse voorwerpen in de kunst op te nemen.

De tentoonstelling toont een schuttersstuk, met oriëntaals tapijt, met de strenge zwart-wit kledij van calvinistische regenten van Bartholomeus van der Helst (1613-1670).

Rembrandt heeft de belangstelling voor de Oriënt als beginnend kunstenaar in 1626 ook gemerkt en heeft er zijn invulling aan gegeven: een (Calvinistische) moralistische afbeelding in een oriëntaals decor (muziek, tulband, oriëntaalse motieven, schaars geklede dame, dit had maar één betekenis).

Hij sloeg de plank echter mis als beginner. Oriëntaalse voorwerpen hadden bij de calvinistische elite geen moraliserende taak, maar waren uitsluitend bedoeld ter verhoging van de status van regent, handelaar, wetenschapper, militair of ontdekkingsreiziger.

De eerste Nederlandse vertaling van de Koran, het begin van de wetenschappelijke oriëntaalse studies en de interesse voor deze cultuur en de collectie miniaturen met oriëntaalse motieven, onder andere uit de Millionenzimmer van keizerin Maria Theresia (1717-1780) van het Weense Hof in Schönbrunn komen ook aan de orde.

De uitbeelding van sultans (en dus de regenten van de Republiek) was ook toen al delicaat, getuige Samuel van Hoogstraaten (1627-1678) in zijn werk over de schilderkunst (Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst; anders de zichtbaere werelt (1678), waarmee de tentoonstelling besluit:

Lust u den Turkschen Sultan in zijn pracht te verbeelden? zoo schilder hem in’t wit Satijn of zilver laken met groen vermengt, en met groote bloemen doorwrocht. Stel hem den hoogen Tulbant met geschilderde veeren op’t hooft.

Het heeft niets aan actualiteit ingeboet, alleen hebben de sultan en de oriëntaalse wereld hun status verloren. Het is goed dat Rembrandt nu geen experimenterende  kunstenaar is. Het zou gevaarlijk voor hem kunnen zijn. (Meer informatie: www.kunstmuseumbasel.ch).