Bundeshaus Bern, die ersten Eidgenossen. Photo/foto: TES.

Korte historie van de Grondwet

1513

De oude Eidgenossenschaft van dertien kantons of Orte (situatie 1513) kende nog geen Grondwet of een alle kantons verbindende overeenkomst. De aangesloten leden waren: Appenzell, Basel, Bern, Freiburg, Glarus, Luzern, Schaffhausen, Schwyz, Solothurn, Unterwalden, Uri, Zug, Zürich.

De Eidgenossenschaft was  gebaseerd op onderlinge verdragen die  een of meer kantons in een proces van eeuwen onderling hadden gesloten.

De eerste verdragen tussen wat pas drie eeuwen later kantons genoemd zouden worden, dateren uit de dertiende eeuw, zelfs al voor de officiële datum van oprichting in 1291.

De Eidgenossenschaft is vanaf  het begin staatsvorming bottom-up geweest . Steeds meer steden of Orte sloten zich tot 1513 aan vanwege gedeelde economische, militaire en politieke belangen.

Een belangrijk moment was de verovering  van Aargau op de Habsburgers in 1415. De kantons besloten  het veroverde gebied (Untertanengebiet) gezamenlijk te beheren (Gemeine Herrschaft).

De Tagsatzung, de algemene vergadering van de kantons, werd hiervoor in  het leven geroepen in 1417.

In  1460 werd ook Thurgau veroverd, wat nog een Untertanengebiet voor de Eidgenossenschaft betekende. De Bourgondische oorlogen (1474-1477), de expansie over de St. Gotthard in de Italiaanse gebieden (1512) en de verovering van Vaud op Savoie (1536) leidden tot gemeenschappelijk bestuur van nog meer gebieden.

De Schwabenkrieg (of Engadinerkrieg) van 1499 leidde tot uitbreiding van de Eidgenossenschaft met vijf nieuwe leden tot  1513.

Daarnaast sloten steeds meer regio’s en steden zich aan als geallieerden (Verbündete) of aangesloten gebieden (zugewandte Orte), zoals St. Gallen, Graubünden, Valais, Genève, Neuchàtel, maar ook steden in Duitsland en Frankrijk (onder andere Rottweil, Besançon, Mulhouse, Straatsburg, Colmar).

Tot 1515 (de slag bij Marignano) was de Eidgenossenschaft een militaire grootmacht zonder staatkundige eenheid of Grondwet in Midden-Europa.

De Eidgenossenschaft heeft echter zelfs de Reformatie overleefd. Dit is een  indicatie voor de sterke band die er ondanks de hoogoplopende religieuze twisten was.

De Eidgenossenschaft zonder Grondwet  overleefde met  name dankzij de grondwetten, (gedeelde) belangen en wijsheid van de Orte en kantons.

Zwitserse wijsheid en democratie

In Zürich werd de hervormer Huldrych Zwingli (1484-1531) bijvoorbeeld niet meteen op de brandstapel gezet, maar gehoord door het stadsbestuur. Hij wist deze zelfs te overtuigen en Zürich werd Protestant.

De twee (katholieke en protestante) Appenzellers ontstonden na een stemming in de Landsgemeinde van Appenzell Ausserrhoden (protestant) en de parochie van Appenzell Innerrhoden (katholiek) in 1597. Het protestante Bern bleef een bondgenoot van het katholieke Solothurn en Freiburg.

Er waren enkele religieuze burgeroorlogen (bijvoorbeeld in 1531, 1656 en 1712) en beeldenstormen (Basel 1529), maar over het algemeen kende deze scheiding een vredig verloop, wat uitzonderlijk is voor die tijd. De Sonderbundskrieg van 1847 had niet alleen religieuze, maar ook economische, constitutionele en geografische oorzaken.

1798

Tot 1798 zou de Eidgenossenchaft functioneren zonder Grondwet. Van 1798-1803 was de  Helvetische Republiek de eenheidsstaat met een Grondwet naar Frans model en principes van (rechts) eenheid, gelijkheid en broederschap.

De Untertanengebiete werden opgenomen in deze Republiek (Thurgau, Aargau, Vaud, Tessin) of gingen voor de Republiek verloren (Valtellina, Bormio en Chiavenna).  De kantons hadden in de eenheidsstaat echter geen zelfstandigheid meer, maar waren alleen administratieve eenheden.

De Zwitserse kantons pasten echter niet in de dwangbuis van een eenheidsstaat. Op 19 februari  1803 ontstond door de nieuwe (Franse) Grondwet (de Mediatonsakte ) een nieuwe Confederatie van negentien zelfstandige kantons (met de zes kantons).  De federale overheid (Der Bund) had nauwelijks competenties.

Na de nederlaag van Napoleon ontstaat op 7 augustus 1815 met het Bundesvertrag de Nieuwe Eidgenossenschaft en de Grondwet van de tweeëntwintig kantons (met Genève, Neuchâtel en Valais).

De Bund had nog steeds nauwelijks bevoegdheden, wel zijn alle kantons formeel gelijk. De kantons zijn nog steeds soevereine staten met hun eigen Grondwetten.

1815-1848

De jaren  1815-1848 zijn een belangrijke periode. De oude (oligarchische) structuren zijn in de meeste kantons weer aan de macht. De idealen van Volkssoevereiniteit, (directe) democratie en referenda zijn echter niet meer te stoppen en krijgen de steun van de liberale burgerij.

Dit leidt tot spanningen tussen en in de kantons, tussen federalisten (confederatie) en unionisten (eenheidsstaat), oude structuren (ancien régime) en radicaal-liberale groepen en  tussen katholieke en protestante kantons.

In  deze gecompliceerde situatie lukt het niet de Grondwet van 1815 te veranderen en het leidt zelfs tot een  korte burgeroorlog (Sonderbundskrieg) in  1847.

Deze escalatie leidt wel tot de Grondwet van 1848 (uiteraard na goedkeuring door het verplichte referendum), de eerste grote revisie in 1874 (met het facultatieve referendum), de revisie van 1891 (Volksinitiatief) tot de grote herziening van 1999, die, na het verplichte referendum, op 1 januari 2000 van  kracht is geworden.

1848-2000

De Grondwet is in de periode 1874-2000 honderdveertig keer aangepast. Iedere wijziging moet verplicht aan het Volk worden voorgelegd, of  het nu gaat om de invoering van  het evenredige kiesstelsel (1918), vrouwenkiesrecht (1971) of het nieuwe kanton Jura (1979).

De meeste aanpassingen hebben echter betrekking op het toekennen van nieuwe bevoegdheden aan de centrale overheid (der Bund) vanwege steeds meer overheidstaken (bijvoorbeeld op het gebied van milieu, sociale zekerheid, immigratie, transport).

Conclusie

De fundamenten van de Grondwet van 1848 zijn echter niet veranderd. Zwitserland is een confederale, sterk gedecentraliseerde democratische rechtsstaat waar de burgers op federaal, kantonaal en gemeentelijk niveau altijd het laatste woord hebben en de politieke kasten en hun netwerken kunnen controleren.

De Eidgenossenschaft en haar Grondwet zijn een succesvol eeuwenoud Bottom-up project van kantons en het Volk. Zwitserland toont wellicht het maximum haalbare in een verbond met vier talen en culturen.  Democratie laat zich nooit relativeren, ook niet op Europees niveau.