Der Münsterplatz, Glai-und Groossbasel 1392-1992.

Grossbasel en Kleinbasel

De stad Bazel ligt aan beide oevers van de Rijn. Tot 1392 waren er zelfs twee Bazels: Kleinbasel aan de rechteroever en Grossbasel aan de linkeroever.

Beide Bazels waren steden in het Heilige Roomse Rijk. Grossbasel was zelfs een vrije Rijksstad (Reichsunmittelbarkeit). Deze status gaf een grote mate van autonomie, omdat de stad alleen de keizer boven zich had staan.

De bisschop van Basel verkocht Kleinbasel op 6 april 1392 aan de stad Bazel. De koop is gedocumenteerd in een oorkonde. De 13e en 14e eeuw werden gekenmerkt door een machtsstrijd tussen de bisschop, Grossbasel en de Habsburgers. De bisschop van Bazel regeerde ook over Kleinbasel als een wereldlijke heerser.

De Habsburger Hertog Leopold van Habsburg (1351-1386) was geïnteresseerd in Kleinbasel om zijn machtspositie in het gebied te versterken, aangezien Freiburg, Breisach ( in de huidige Duitse deelstaat Baden) en Rheinfelden zijn bezit waren.

De bisschop van Bazel zat altijd zwaar in de schulden en verpandde zijn rechten  eerst aan de hertog in 1375. De stad Bazel kocht vervolgens Kleinbasel in 1392. Het pand van de Habsburgers werd in 1393 afgelost.

In politiek en economisch opzicht was Kleinbasel nauw verbonden met Grossbasel. De brug over de Rijn, gebouwd in de periode 1225-1240, leidde tot een steeds grotere economische verwevenheid. Het politieke en sociale integratieproces verliep na 1392 dan ook zonder noemenswaardige problemen.

Alleen op 13, 20 en 27 januari vieren de drie erenverenigingen (Ehrengesellschaften)  van Kleinbasel en Vogel Gryff, Wilde Maa en Leu sindsdien de Wilde Ma-Horst, de intocht van de Wilde-Ma (die Talfahrt), hun dansen, de avondoptocht (der Abendumgang) en het gemeenschappelijke diner (das Gryffe Mähli).

Er was echter een complicatie die pas in 1803 verdween. Grossbasel viel onder de diocese van bisdom Bazel (aartsbisdom Besançon).  De diocese van Kleinbasel was echter het bisdom Konstanz (aartsbisdom Mainz).

Deze situatie werd pas door en onder Napoleon in en ten tijde van de Franse tijd (1798-1813) veranderd. Toen had de bisschop van Bazel echter al lang (sinds 1527) zijn zetel in Porrentruy of Pruntrut (huidige kanton Jura).

De Domheren  en de bisschop zetelden vanaf 1679 in Arlesheim (huidige kanton Basel-Landschaft) na de Franse Bezetting van Freiburg.

In Arlesheim bouwden ze de enorme Dom met het beroemde Silbermannorgel. Arlesheim was een dorpje met een paar honderd inwoners.

Tweehonderd en vijftig jaar later bouwde Rudolf Steiner het Goetheanum in het nabij gelegen Dornach (kanton Solothurn), maar dat is een ander verhaal.

De bisschop zetelt vanaf 1828 in de stad Solothurn, maar de naam bisdom Bazel blijft gehouden. De gecompliceerde (religieuze) historie van Zwitserland in een notendop.

(Bron: Kleinbasler Zeitung, Januar, Nr. 01/12, 2022).