Esther Gonstalla (1985), Das Wald....und der Mensch. Aus das Waldbuch. Alles was man wissen muss, in 50 Grafiken, 2021. Ausstellung Im Wald. Eine Kulturgeschichte. Landesmuseum Zürich. Photo/Foto: TES.

Een cultuurhistorie van het bos

Sinds het einde van de laatste IJstijd (ongeveer 12.000 v. Chr.) heeft de mens het bos steeds meer gebruikt voor landbouw (vanaf 4 000 v. Chr. in Europa), bouwmateriaal, brandhout, woongebied en als natuurlijke hulpbron.

Im Wald. Eine Kulturgeschichte

De tentoonstelling (Im Wald. Eine Kulturgeschichte) toont de (Zwitserse en Europese ) natuur- en cultuurgeschiedenis van het gebruik, de ontbossing, de bescherming en de opkomst van de professionele bosbouw in de negentiende eeuw en de perceptie van het bos in de kunst vanaf de middeleeuwen tot heden in literatuur, beeldende kunst en films.

De tentoonstelling ontvangt de bezoeker met een schilderij, der Holzfäller (1910), van Ferdinand Hodler ((1853-1918) in een prachtig decor van een ruisend bos met vogelgeluiden.

Ze eindigt met een aluminium kunstwerk (van Udo Rondinos, wisdom? peace? blank? all of this ?, 2007), een levensechte dode Italiaanse olijfboom, tegen een filmische achtergrond van Julian Charrière (Ever Since We Crawled Out, 2018), over het omhakken van woudreuzen en bossen op alle continenten.

De mens en het bos

De relatie van de mens tot het bos is in de afgelopen twee eeuwen ingrijpend veranderd. Tweehonderd jaar geleden, was het bos nog een ‘no go area’ en zeker geen plek voor ontspanning. Het bos was tot de Franse Revolutie de locatie voor adellijke jagers, het weiden van vee, voedsel en ontbossing voor landbouwgrond.

Door de industrialisatie, de grote bevolkingsgroei, urbanisatie, de aanleg van (spoor)wegen, het toerisme en de enorme vraag naar (brand) hout verdween het bos in steeds sneller tempo in de negentiende eeuw, eerst in Europa en in de 20e eeuw ook op de andere continenten.

Jean Jacques Rousseau (1729-1776) introduceerde aan het einde van achttiende eeuw al een andere kijk op het bos.is. Het bos werd beschouwd als een oase van rust en natuurlijke schoonheid.

Deze ontwikkelingen kwamen ook tot uitdrukking veranderende opvattingen in de kunst. Kunstenaars in de middeleeuwen (tot de vijftiende eeuw), de vroegmoderne tijd vanaf de zestiende tot de achttiende eeuw), de Verlichting (achttiende eeuw) en de Romantiek (1790-1850) zagen het bos met andere ogen dan kunstenaars van het realisme (1859-1900), het klassieke modernisme (1900-1940)  en de 20e en 21e eeuw.

In het laatste deel van de 20e eeuw werd het bos (en het klimaat) bovendien een politiek thema, mede in verband met de koloniale geschiedenis en de exploitatie van mens en natuur in de koloniën..

Er waren echter ook positieve ontwikkelingen, in Zwitserland, in Europa en op mondiaal niveau, bijvoorbeeld de oprichting van  (Zwitserse) nationale- en natuurparken, beschermde natuurgebieden en de oprichting van wereld- en nationale natuurbeschermingsorganisaties.

Tentoonstelling

De tentoonstelling (toegankelijk in Duits, Engels en Frans) is onderverdeeld in vijf thema’s, een proloog en een epiloog.

In het eerste deel komt het bosgebruik vanaf de Romeinen tot en met de 19e eeuw aan de orde. Daarna volgt de artistieke voorstelling vanaf de middeleeuwen tot het midden van de twintigste eeuw.

Ze toont diverse middeleeuwse kunstwerken (waaronder een prachtig wandtapijt) en vele latere kunstwerken, onder andere van Alexandre Calame (1810-1864), Caspar Wolf (1735-1783), Gustave Doré (1832-1883), Robert Zünd (1827-1909) en Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938).

Het ontstaan van nationale en natuurparken en natuurbescherming in de 19e en 20e eeuw staan centraal in een volgend onderwerp, onder andere met het levensverhaal van de eerste Zwitserse bosbouwinspecteur Johann Wilhelm Coaz (1822-1918) en mede-initiatiefnemer van het Zwitserse Nationale Park  en Paul Sarasin (1856-1929), de stichter van de eerste wereldbeschermingsorganisatie in 1913.

De show volgt met hedendaagse kunst, met werken van onder anderen Joseph Beuys (1921-1986) en Christo (1935-2020) en kunstenaars uit andere continenten.

Het laatste deel gaat over de hedendaagse betekenis, de bedreiging en de transformatie van het bos en de vele initiatieven om het te beschermen en aan te passen aan de nieuwe tijd.

De tentoonstelling geeft een indrukwekkend en goed gedocumenteerd overzicht van de het bos en doet haar titel alle eer aan. Het is bovendien sympathiek dat een eerbetoon aan de Zwitserse activist Bruno Manser (1954-2000) wordt gebracht. Hij zette zich vooral in voor het behoud van de regenwouden in Maleisië. Twee anderen, Anita Guidi (1890-1978) en Armin Caspar (1909-1991) waren al in 1945 actief in het Amazone gebied voor dezelfde reden.

De Arena

In het binnenhof van het museum heeft de kunstenaar Klaus Littmann (1951) bovendien zijn kunstwerk ‘Arena für einen Baum’  opgesteld, in navolging van deze succesvolle installatie en tentoonstelling ‘Tree Connections’  in Bazel in het voorjaar van 2021.

De Arena is dezelfde, maar de dode boom is een andere dan de Perzische ijzerboom in Bazel. De kunstenaar zal hierna in Venetië acte de présence geven. Daarna zal deze installatie diverse steden in Europa aandoen.

(Bron en verdere informatie: National Museum in  Zürich, www.landesmuseum.ch)