Winsingen, Evangelische Kirche. Foto: TES.

De Kerk van Wintersingen

In de hoge middeleeuwen was de parochiekerk van Wintersingen (kanton Basel-Landschaft) eigendom van de kanunniken van de St. Leonhard in Basel. Een archeologisch onderzoek heeft verschillende graven en stenen platen aan het licht gebracht die, samen met de laatste overblijfselen van funderingen, wijzen op de aanwezigheid van een eerste kerk rond 700 of aan het begin van de 8e eeuw.

Een pauselijke bul van 8 mei 1196 bevestigde het eigendomsrecht van het klooster Leonhard. De bisschop van Bazel slaagde er echter in het patronaat van Wintersingen in zijn handen te krijgen. Via diverse omwegen kwam de eigendom van Wintersingen en de kerk  bij de Duitse Orde van Beuggen.

Pas in 1821 werd de stad Bazel eigenaar. Dit duurde niet lang, want door het ontstaan van kanton Basel-Landschaft, een afsplitsing van Basel-Stadt, werd Wintersingen een zelfstandige gemeente.

De kerk bestaat uit een koor en een schip en een ossuarium (Beinhaus) op het terrein van de kerk. De kerk ging tijdens de Reformatie (1529) over tot het protestantisme.

Het grote uurwerk van de kerktoren uit 1552, het orgel, de grote en kleine klokken (15e eeuw), de oude Griekse epitafen, de koorstoelen (1676), de guéridon (1706), de communietafel en het doopvont (1642), de preekstoel (1676), het glas-in-lood (1639) en de vele schilderijen en versieringen zijn evenzoveel artefacten op de kerkheuvel van Wintersingen.

(Bron: Daniel Anderegg, Die Kirche Wintersingen, Wintersingen, 2015)