Le Creux du Van près de Couvet. Foto/Photo: TES.

Wandelen met Jean-Jacques Rousseau

Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) was een van de belangrijkste filosofen van de Verlichting (tweede helft achttiende eeuw). Zijn politieke, educatieve en literaire werken en romans waren al in zijn leven bestsellers. Het bracht hem niet alleen roem, maar ook problemen met de autoriteiten.  Zijn passie voor het wandelen is echter minder bekend.

Hij legde bij voorkeur, indien mogelijk, zijn reizen te voet af. Vele duizenden kilometers heeft hij gewandeld in het gebied van de Rhône, de Alpen en de Jura.

Jean-Jacques Rousseau, musée Antoine Lécuyer, Saint-Quentin

Rousseau is geboren in Genève, destijds een onafhankelijke republiek en hoofdstad van het Calvinisme. Het meer van Genève, de Alpen en de natuur fascineerden hem al op jonge leeftijd.

Op jonge leeftijd verliet hij, te voet, in 1728 zijn geboortestad en vertrok naar Annecy en Turijn, de hoofdstad van de katholieke hertogen van Savoie, die tevens koning waren van het Koninkrijk Sardegna en Piemont. De tegenstelling met de calvinistische Republiek Genève kon niet groter zijn. In Annecy bekeerde hij zich tot het katholicisme (in 1754 werd hij echter weer protestant).

In deze stad begon zijn dolende (liefdes-en schrijvers) leven. Zijn wandelreizen, leidden hem onder andere naar Lyon, Grenoble, Chambéry (voormalige hoofdstad van de Hertogen van Savoie), Lausanne, Solothurn, Neuchâtel, Biel, Boudry, Môtiers en tussendoor nog diverse keren naar Parijs. In 1766 is hij zelfs een jaar in Engeland geweest, niet te voet, dat is zeker.

Zijn voorkeur voor reizen te voet is opmerkelijk. In de standenmaatschappij van het ancien régime was wandelen of reizen te voet immers een symbool van armoede. Je bent filosoof of je bent het niet en Rousseau zei hierover:

Je voyageais, voyageais à pied et je voyageais seul dans l’immensité d’être. La vue de la campagne, la succession des aspects agréables, le grand air, le grand appétit, la bonne santé que je gagne an marchant, la liberté du cabaret, tout cela dégage mon âme”.

Auvernier, Tjeerd Alkema, De Wandelaars; Foto: TES.

Tussen 1762 en 1765 verbleef hij in ballingschap in kanton Neuchâtel en op het eiland St. Peter in de Bielersee (kanton Bern). Hij combineerde wandelen met een passie voor en het schrijven over planten. Hij noemde  het:

La Ferveur botanique est le véritable amusement d’un solitaire qui se promène et ne veut pas penser à rien”.

Hij was bijzonder enthousiast over de natuur van de Jura en zijn verblijf in kanton Neuchâtel. Het kanton verleende hem op 16 mei 1763 het burgerschap en op 1 januari 1765  kreeg hij ook het burgerrecht van Couvet in het kanton Neuchâtel. Op 12 mei 1763 gaf hij het burgerschap van  Genève op.

Vanwege zijn grote toewijding en respect voor de natuur wordt hij ook wel de eerste ecologist genoemd. Zeker is in ieder geval dat hij lid zou worden van de in 1863 opgerichte Schweizer Alpen Club (SAC)/Club Alpine Suisse (CAS).

De Zwitserse Alpen Club

De Zwitserse Alpen Club (Schweizer Alpen Club, SAC/Club Alpin Suisse, CAS) organiseert regelmatig wandeltochten in deze omgeving (en elders) in het land.

Hoewel de naam anders doet vermoeden, organiseert de SAC niet alleen skitochten, bergbeklimmingen en andere sporten in het hooggebergte en de Alpen, maar ook (wandel) activiteiten in andere regio’s.

(Meer informatie: www.sac-cas.ch).