Bregaglia. Foto/Photo: TES

Bregaglia en haar banketbakkers

Het kanton Graubünden is het enige drietalige kanton van Zwitserland. Het Duits is de spreektaal van de meeste inwoners. Zelfs Chur met het hoofdkantoor van de Lia Rumantscha, is sinds een eeuw  Duitssprekend.

De Romaanse taal is in de loop der eeuwen steeds meer verdrongen door het Duits. Het Italiaans wordt hoofdzakelijk in vier dalen van het kanton gesproken, in Val Poschavio (das Puschlav), Bergaglia (das Bergell), Val Mesolcina (das Misox) en Val Calanca (das Calancatal).

Het Bergaglia is niet alleen Italiaanssprekend, maar onderscheidt zich ook wat betreft architectuur van de andere kant van de Malojapas, het Engadin. Deze pas is misschien niet uitzonderlijk hoog (1 800 meter), maar het verval van 1 500 meter in ongeveer 20 kilometer en de steile berghellingen maken het tot een formidabele natuurlijke grens.

Bergaglia was al in de Romeinse tijd een belangrijke verbindingsweg en opslagplaats voor de noord-zuid handel en is dat tot 1797 gebleven. (Oostenrijks) Lombardije en zijn steden Bergamo, Brescia, Cremona, Verona, Treviso en Padua, Het hertogdom Milaan, Venetië, het hertogdom Savoie, het koninkrijk Sardinië en de Zwitserse Confederatie van dertien kantons waren immers directe buren.

Graubünden trad pas in 1803 als kanton toe tot de Confederatie van 1803, maar met verlies van Italiaanse gebieden. Van 1512 tot 1798 liep de grens van Graubünden veel zuidelijker, Chiavenna, Valtellina en Bormio waren door het kanton bezette gebieden. Napoleon verenigde deze gebieden in 1797 echter in de Republiek Cisalpina (1797-1805).

De Italiaanse architectuur en de status van transit- en verbindingsroute begeleiden de wandelaar in Bergaglia op een tocht van twintig kilometer van de Malojapas tot de Italiaans grens bij Chiavenna. Het overweldigende berglandschap en het aangezicht van de dorpen geeft een wandelaar vleugels, die niet overbodig zijn vanwege de veelal steile en rotsachtige hellingen.

Het is niet verbazingwekkend dat deze omgeving en Europese verbindingsweg grote Europese persoonlijkheden heeft voortgebracht. De kunstenaar Alberto Giacometti, geboren in Stampa, is wellicht een van de bekendste, maar onderweg getuigen de dorpen van andere succesverhalen.

Niet alleen handelaren of huurlingen in dienst van Europese koningen en prinsen, maar vooral ‘Zuckerbäcker’ (banketbakkers) en hotel-, restaurant- en café oprichters in tal van Europese en Amerikaanse (hoofd)steden vertellen het verhaal van de emigratie in de achttiende en negentiende eeuw, tot de komst van het moderne vervoer en toerisme.

Een van de meest indrukwekkende getuigen van deze typische ‘Bündner’ specialisatie is het Palazzo Castelmur in het dorp Coltura, gemeente Stampa. Giovanni Redolfi (1658-1742) en Giovanni de Castelmur (1800-1871) waren de bouwheren. Tegenwoordig is het door de Castelmur tot kasteel verbouwde Patriciërshuis van Redolfi een museum.

Het Museum heeft een permanente tentoonstelling over de succesvolle ‘Zuckerbäcker’ uit Graubünden en de authentieke inrichting en het interieur van de achttiende en negentiende eeuw.  Stampa ligt halverwege de wandelweg van de Malojapas naar Chiavenna en is een aanbevelingswaardige rust- en overnachtingsplaats.

(Verdere informatie: Home – Bregaglia Engadin Turismo).