Das Bundeshaus in Bern. Foto/Photo: TES

Benoeming van ministers

Het politieke systeem van Zwitserland is niet alleen uniek in de wereld, het functioneert ook relatief goed. Het land is niet alleen de onbetwiste wereldkampioen van directe zeggenschap van het volk over het gemeentelijke, kantonale en nationale beleid.

Ook de bestuurders van gemeentes en kantons zijn direct door het volk gekozen via het systeem van de absolute meerderheid per kandidaat, niet per partij (Majorzsystem, alleen in kanton Neuchâtel wordt ook in dit geval gekozen voor de relatieve meerderheid, Proporzsystem). Bovendien is het aantal bestuurders van een gemeenteraad of kantonsregering beperkt tot 5 en maximaal 7. Dit is vastgelegd in de Grondwet van de kantons en de gemeentewetten.

De welvaart, politieke stabiliteit en coherentie in dit cultureel, taalkundig, historisch, economisch en religieus zo verdeelde land is echter niet alleen een gevolg van de directe democratie. Het fundament is de federale organisatie, decentralisatie en het functioneren van de federale overheid.

De kantons zijn op veel gebieden soeverein: onderwijs, gezondheidszorg, sociale uitkeringen, justitie, politie en bijvoorbeeld vreemdelingenbeleid. De kantons kunnen op basis van hun grondwet bevoegdheden aan gemeentes delegeren.

Wel moeten de kantons en gemeentes internationale verdragen, de federale wetgeving en de federale Grondwet respecteren. De hoogste federale rechter (het Bundesgericht in Lausanne) en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zijn de hoogste rechters in deze gevallen.

De sluipende, ondemocratische en veelal zelfs illegale bevoegdhedenoverdracht naar bijvoorbeeld de Europese Unie en haar instituties (bijvoorbeeld de ECB) sluit om deze reden al een lidmaatschap van de Europese Unie uit.

Bevoegdheden federatie

De bevoegdheden van de federale overheid zijn beperkt tot gebieden die expliciet en na goedkeuring van de kantons en de burgers zijn overgedragen en in de Grondwet staan vermeld. Sinds de oprichting van de moderne Confoederatio Helvetica in 1848 en met name na 1945 zijn steeds meer bevoegdheden overgedragen.

De recente Covid-19 pandemie heeft ook het spanningsveld blootgelegd tussen de relatie van 26 soevereine kantons en de federale overheid. Deze discussie is al lang gaande en nog niet afgesloten, ook in verband met mogelijke hervormingen. Want ook dit systeem heeft zijn zwakke kanten.

De federale overheid heeft ongeveer 40 000 ambtenaren (in Nederland 900 000). Ook de federale regering is klein: zeven ministers (Bundesrat/Bundesrätin). Dit is al in 1848 in de Grondwet vastgelegd. Het aantal ministers in Nederland is momenteel 29 (inclusief 9 staatssecretarissen)! Wie wordt geen minister in Nederland? In ieder geval niet de best gekwalificeerden.

De EU heeft maar liefst 27 departementen, om over de koehandel, gebrek aan transparantie en democratische farce bij de benoeming maar te zwijgen.

In Zwitserland draait het echter ook en vooral om democratische controle en kwaliteit, ook wat betreft de samenstelling van de regering (op basis van principes van Collegialiteit (Kollegialitätsprinzip), samenwerking (Konkordanzprinzip), de toverformule (Zauberformel) en de benoeming van ministers.

De regering (Bundesrat)

De werkwijze van de regering, de uitvoerende macht en de relatie parlement-regering en de werkwijze en samenstelling van het parlement, de wetgevende macht, bestaande uit de Raad van Staten (Ständerat/Conseil d’ Etats) en de Nationale Raad (National Rat/Conseil national), staan in andere bijdragen.

De aandacht gaat in dit artikel uit naar de benoemingsprocedure van de zeven ministers van de federale regering. Deze procedure symboliseert de kwaliteit en het fundament van het politieke systeem.

De zeven ministers worden één voor één door het parlement (de 246 leden van de twee kamers) gekozen en benoemd na de algemene nationale verkiezingen volgens het proportionele systeem of als ministers tussentijds aftreden of overlijden.

In de toverformule is de verdeling vastgelegd op basis van de grootste partijen: 2-2-2-1. De regering is dus altijd een coalitieregering van de vier grootste partijen. De ministers worden echter gekozen door het voltallige parlement op basis van individuele kwaliteit en niet op basis van coalitieonderhandelingen en een regeringsprogramma, waar de grootste partij het voortouw neemt.

Ook heeft een zittende premier geen invloed, omdat deze niet bestaat in het Zwitserse systeem. Jaarlijks wordt uit de zeven ministers een nieuwe ‘primus inter pares’ gekozen als staatshoofd, maar zonder premier-status. Het collegialiteitsprincipe geldt.

Na de benoeming van de ministers door het parlement vindt pas de verdeling naar de zeven departementen plaats (Departementalprinzip)  op basis van ervaring, bewezen competentie en interesse en kwaliteiten.

De ministers worden voor vier jaar benoemd en kunnen niet tussentijds tot aftreden worden gedwongen (uitzonderlijke omstandigheden daargelaten). De regering kan daarentegen het parlement niet tussentijds ontbinden.

De benoemingsprocedure

De kandidaten moeten voldoen aan enkele grondwettelijke vereisten (onder andere Zwitsers burger met politieke rechten, geen lid van het parlement of het federale gerechtshof en een evenredige vertegenwoordiging van leden van de regering naar (taal) regio’s).

Daarnaast staan vooral individuele kwaliteiten, persoonlijkheid en loopbaan centraal. Er wordt over iedere kandidaat gestemd waarbij de absolute meerderheid geldt. Soms zijn twee of drie stemrondes in het parlement nodig.

Op basis van de toverformule is de keuze wel beperkt tot lidmaatschap van een de vier grootste partijen. Tegenwoordig zijn dat de Schweizerische Volkspartei (SVP, 2 ministers), de Sozialistische Partei (SP, 2 ministers), de Freie Demokratische Partei, (FDP, 2 ministers) en die Mitte (1 minister). Als een minister tussentijds aftreedt of overlijdt, wordt een partijgenoot de nieuwe minister.

De sterkte van de procedure is echter de zorgvuldigheid waarmee dit gebeurt. Binnen de partij vinden langdurige procedures en stemrondes in de afdelingen van de kantons en op nationaal niveau plaats.

Op basis van deze selectie blijven meestal twee of drie kandidaten over voor de beslissende stemming in het parlement. De kandidaat van de fractie in het parlement krijgt niet automatisch de meerderheid. Soms, in 14% van de gevallen, worden outsiders van de partij gekozen tegen de wil van de fractie van de partij!

De verkiezing

Kansrijke kandidaten hebben vaak een langdurige ervaring in de (kantonale of federale) politiek, steun in de partij, organisatorische ervaring en persoonlijke kenmerken, waarbij de maatschappelijke carrière en betrokkenheid bij het functioneren van het land belangrijke criteria zijn.

Een kandidaat die bijvoorbeeld decennia voor een internationale bureaucratie heeft gewerkt en niet in het land heeft gewoond maakt bijvoorbeeld geen schijn van kans. Sinds enkele decennia speelt ook de man-vrouw verdeling een rol. Tot 1999 bepaalde de Grondwet bovendien dat er per kanton slechts één minister kon zijn. Dat criterium is losgelaten, maar speelt nog wel een rol.

Een concreet voorbeeld is de benoeming van twee nieuwe ministers vanwege het tussentijds terug treden van een minister Ueli Mauer van de SVP en  Simonneta Sommaruga van de SP. Voor beide vacatures kandideren meerdere kandidaten.

Na langdurige procedures binnen de kantons, de partij op nationaal niveau en in de fracties van het parlement zijn er twee kandidaten overgebleven per partij. De SP wil per se weer een vrouw. Dat is op zich tegenwoordig niet opvallend. Wel kan het nieuwe kanton Jura (sinds 1979) voor het eerst een ministerpost krijgen of kanton Basel-Stadt pas voor de derde keer sinds 1848!

7 december 2022

Zij werden gekozen: Albert Rösti (SVP) uit Bern en Elisabeth Baume-Schneider (SP) uit de Jura, een buitenstaander! Zo is het in 1979 opgerichte kanton Jura voor het eerst in zijn geschiedenis vertegenwoordigd in de Bondsraad.

Bovendien vormt het Duitstalige deel van Zwitserland met de verkiezing van Elisabeth Baume-Schneider uit de Franstalige Jura niet langer de meerderheid in de Bondsraad, aangezien deze nu vier leden uit Latijns (Tessin en de Romandie) Zwitserland telt.

Bovendien heeft de Nationalrat sinds kort weer een voorzitter van de Reto-Romaanse taal, Martin Candinas uit Ilanz (Surselva, kanton Graubünden).

Conclusie

Wie de nieuwe ministers worden is niet het onderwerp van deze bijdrage en de uitslag op de beslissende stemming(en) in het parlement op 7 december  aanstaande zijn wat dat betreft niet relevant.

De directe betrokkenheid van de burgers, de individuele toetsing van de kandidaten door het parlement, de structuren, procedures en het politieke systeem zijn relevant. Zij zijn de basis van de welvaart, stabiliteit, cohesie en (sociale) zekerheid.

Dit systeem is in een lang proces tot stand gekomen, onder  andere met dank aan de Franse tijd (1798-1813), met eeuwenoude samenwerking, (gewapende) conflicten, verschillende economische en geografische oriëntatie en interesses, ervaringen, staatsmanschap, pragmatisme en compromisbereidheid.

Het politieke systeem is vrijwel immuun voor de waan van dag, dankzij de federale, decentrale opzet en de directe democratie. Dit systeem is derhalve incompatibel met het monetaire, democratische en megalomane politieke systeem van de Europese Unie.

De Europese Unie moet toetreden tot de Zwitserse Confederatie en niet andersom. Zwitserland toont het maximum aan van een integratie van een land met vier talen, culturen en identiteiten.

Bron: A. Vatter, Der Bundesrat, Bazel 2020)