Das ehemalige Kloster Rheinau. Foto/Photo: TES

Rheinau en cultuur aan de Rijn

De Kelten bewoonden het schiereiland Rheinau  (kanton Zürich) aan de Rijn  al eeuwen voor de Romeinse overheersing (vanaf 13. v. Chr.). De ligging aan de linkeroever van de Rijn en het schiereiland boden een goede verdediging tegen de Germaanse stammen aan de rechteroever. De muren van de nederzetting (oppidum in het Latijn) stonden tot de sloop in 1840 overeind.

Na het vertrek van de Romeinse troepen in 410, trokken de Alemannen het gebied in. Daarna volgden de Frankische heersers van de Merovingen en de Karolingen. Zij stichtten in 724 het beroemde klooster Reichenau en in 778  de abdij Rheinau.

De Romaanse kerken St. Petrus en Paulus, de heilige Maria, St. Markus  en St. George met de beroemde muurschilderingen op het eiland (‘Klosterinsel’) Reichenau zijn tussen de 9e en 12e eeuw gebouwd door Duitse koningen en later keizers van het Heilige Roomse Rijk, de opvolgers van de Karolingers.

Deze feiten zijn in zoverre van belang dat het nog eens de gemeenschappelijke cultuurruimte van deze regio aan de Rijn onderstreept. De bisdommen Chur en Konstanz hadden veel (politieke) invloed en bezittingen in deze regio.

Tot 1803 maakte Klein-Basel, het deel van Bazel aan de rechteroever van de Rijn, ook deel uit van het bisdom Konstanz. De bisdommen Chur en Konstanz vielen sinds 843 onder hetzelfde aartsbisdom Mainz. Het is pas sinds Napoleon dat deze culturele ruimte door landsgrenzen is gescheiden.

Het klooster Rheinau was tot 1455 een onafhankelijke abdij. In dat jaar nam de Confederatie van acht kantons (de Eidgenossenschaft) de ‘Schirmherrschaft’, het feitelijke toezicht (en militaire bescherming) over.

In 1529 zijn het klooster en de kerk tijdens de reformatie geplunderd, maar drie jaar daarna weer in katholieke glorie hersteld, wat op zich opmerkelijk is in deze protestante omgeving. Het klooster beleefde zelfs een bloeitijd.

De huidige kloosterkerk is in 1710 ingewijd. Ze is een van de mooiste barokkerken in Zwitserland. De kerk is ontworpen in de stijl van Voralberg (Oostenrijk): een zeven traveeën tellende zaal met pilaster, het transept en het koor zijn licht verhoogd en door een traliewerk gescheiden van het schip voor de leken.

Bij binnenkomst in de kerk zijn de prachtige zijaltaren en het hoofdaltaar, de driebeukige sacristie en het notenhouten koorgestoelte aan het einde van de kerk indrukwekkend.

In 1798 viel Napoleon de Confederatie van dan dertien kantons binnen. Hij stichtte eerst de Helvetische Republiek (1798-1803) en vervolgens de Confederatie van negentien kantons (1803-1813).

Rheinau en zijn klooster werden 1803 toegewezen aan Kanton Zürich. In 1862 sloot het kanton echter het klooster. De kloostergebouwen werden omgebouwd tot een psychiatrische kliniek. De kloosterkerk werd een parochiekerk. De kliniek is na 1945 gesloten en de gebouwen van het klooster stonden lange tijd leeg. Alleen het Huis van Stilte (Haus der Stille) van een kleine groep nonnen houdt tot op de dag van vandaag stand.

In 2007 is de Stiftung Musikinsel Rheinau opgericht (Stichting Muziekeiland Rheinau).  Na een grondige renovatie en betaling van huur aan het kanton biedt het Musikinsel Rheinau aan jonge musici uit de hele wereld oefen- en studieruimte. Het project is zelfs zo succesvol dat de stichting ook andere leegstaande gebouwen erbij wil betrekken en de kosten van de renovatie op zich wil nemen.

Deze gebouwen zijn echter ook voorbestemd voor een ander project: een museum. Dit museum heeft tot doel de historie van de Kelten, het klooster en de kliniek te presenteren. Het museum is een project van de Verein (Vereniging) Inselmuseum Rheinau.

Het kanton heeft ingestemd met deze bestemming en financierde de haalbaarheidsstudie voor dit project in 2014. Het resultaat was positief en een project en financieringsplan werden ingediend.

Het probleem is echter dat de Verein Inselmuseum Rheinau en de Stiftung Musikinsel Rheinau deels dezelfde gebouwen op het oog hebben. Inmiddels bemoeit ook het parlement van het kanton zich met deze patstelling.

Eigenlijk een luxeprobleem voor een van de vele leegstaande kloosters en andere kerkgebouwen. Aan de schoonheid van de ligging en het kloostercomplex doet deze impasse niets af. De Rijn meandert rustig verder en trekt zich van de grenzen niets aan.

De Duitse kant van de Rijn