Werbeteller "Ziegler'sche Thonwarenfabrik Schaffhausen", Steingut mit Schablonendekor, um 1900, Foto: Jürg Fausch

195 jaar geleden, in 1828, begon in Schaffhausen de (internationale) triomf van het keramiekbedrijf Ziegler. Decennialang waren huishoudens in Zwitserland en ver daarbuiten niet denkbaar zonder de hoogwaardige keramiek van deze aardewerkfabriek.

De tentoonstelling is gewijd aan de bedrijfs- en productgeschiedenis van de Ziegler aardewerkfabriek. Met een representatieve selectie van keramiek uit de eigen collectie en bruiklenen uit openbare en particuliere collecties, traceert de tentoonstelling het succesverhaal van Ziegler keramiek en vertelt een hoofdstuk uit de Zwitserse industriële geschiedenis. Filmdocumenten, foto’s en interviews met hedendaagse getuigen vullen de tentoonstelling aan.

Schaffhausen, Ziegler-Huis La Collina. De laatste eigenaar en directeur van de fabriek Werner Ziegler was van in Tessin vlakbij Locarno

Het verhaal

De geschiedenis van de keramiekproductie begon in 1828, toen Jakob Ziegler (1775-1863), een industrieel uit Winterthur, de steenfabriek van de stad aan de westkant van de wijk Mühlenen huurde.

De Fabriek bij Flurlingen

De Fabriek in Schaffhausen met de brug naar Flurlingen. Emanuel Labhardt (1810-1874) “Tonwarenfabrik Ziegler Pellis”, Aquarel, 1861, Depositum der Schweizerischen Eidgenossenschaft, Bundesamt für Kultur, Gottfried Keller-Stiftung, Bern

Maar de zakenman, industrieel, onderzoeker en pionier beperkte zich niet tot de productie van richtartikelen. Al snel introduceerde hij een breed scala aan keramische artikelen: Chemische vaten, bouwkeramiek, sanitair keramiek evenals kookgerei en gebruiksvoorwerpen. Zijn imitaties van het zwarte Engelse Wedgwood aardewerk (ook wel “black basalt ware” of “black earthenware” genoemd) zijn bijzonder indrukwekkend en waren beroemd tot in het Verenigd Koninkrijk.

Vormen en kleuren

Naast de verschillende aspecten van de geschiedenis van het bedrijf staat de keramiek centraal in de tentoonstelling. Het tentoongestelde aardewerk is een waardevolle getuige van artistieke en modieuze veranderingen. Ze weerspiegelen ook de tijdgeest en getuigen van de sociale, economische en esthetische tendensen van hun tijd.

In de tentoonstelling bieden verschillende thematische onderdelen een diepgaand inzicht in de ontwikkeling van de meest uiteenlopende keramische producten van de begintijd tot de jaren 1970 en tonen de veranderingen in het spectrum van motieven, vormen en kleuren.

Een uiterst zeldzame catalogus uit de periode tussen 1915 en 1926 documenteert op indrukwekkende wijze hoe groot het aanbod aan vormen en decoraties van vazen, schalen, wandborden en cachepots toen was.

De tentoonstelling is ook gewijd aan de ontwikkeling van innovatieve producten en aan fabricagetechnieken en arbeidsprocessen. Om haar producten te promoten nam de Ziegler aardewerkfabriek deel aan nationale en internationale beurzen en verkoopbeurzen, waar zij ook verschillende prijzen won.

Londen, 1851. De eerste wereldtentoonstelling in deze stad: “The general arrangement of the architectural ornament is in the best taste of the later Gothic style”.  

Wenen, 1873

Samenwerking met kunstenaars

De Ziegler aardewerkfabriek had al vroeg eigen fabrieksontwerpers in dienst, maar cultiveerde ook een uitwisseling met kunstenaars. De artistieke samenwerking met de beeldhouwer Johann Jakob Oechslin (1802-1873), die in 1838 begon en meer dan 25 jaar duurde, en het tijdperk van de “Kunstafdeling” onder Gustav Spörri (1902-1976) tussen 1949 en 1964 staan hierbij centraal.

Johann Jakob Oechslin, Medaillon met Portretbuste van Ziegler, 1846, Museum zu Allerheiligen, Foto: Jürg Fausch

Fries van het natuurhistorisch museum

Oechslin creëerde werken in terracotta. Hij ontwierp medaillons, portretbustes en beelden van beroemde persoonlijkheden. Ook de oprichter van de fabriek, Jakob Ziegler, liet zich door hem in klei vereeuwigen. Zijn belangrijkste terracottawerk maakte Oechslin waarschijnlijk in 1846 met de figuurfries voor het natuurhistorisch museum aan de Augustinergasse in Bazel.

Spörri-Keramiek in het Ziegler-Haus

Spörri-Keramiek in het Ziegler-Haus


Gustav Spörri (1902-1976), vaas, 1959, Museum zu Allerheiligen, Foto: Ruedi Habegger

In 1949 nam de bedrijfsleiding de keramist Gustav Spörri in dienst als hoofd van een nieuwe kunstafdeling. Hij ontwierp vormen en decoraties die naar zijn modellen werden gereproduceerd, maar ook talloze individuele en boetiekstukken die tegenwoordig nog gretig aftrek vinden en begeerde verzamelobjecten zijn. Spörri was een van de belangrijkste Zwitserse keramisten van de tweede helft van de 20e eeuw.

Hoewel de productie in 1973 werd stopgezet, zijn de fabriek en haar aardewerk nog alom aanwezig. Dit blijkt ook uit verschillende interviews met hedendaagse getuigen die hun herinneringen doorgeven. Audiovisuele media en historische foto’s documenteren verder het dagelijks leven in de fabriek.

Schilderatelier van de keramiekfabriek Ziegler, ca. 1928, Stadsarchief Schaffhausen

Koffieservice, 1870-1910, Museum zu Allerheiligen, Foto: Jürg Fausch


Vaas met motief uit Delft. 1919-1928, Museum zu Allerheiligen, Foto Jürg Fausch

Produktiecatalogus “Zielger’sche Thonwarenfabrik A.G. Schaffhausen”, Drukwerk, aquarellen, tussen 1915 en 1926, Museum zu Allerheiligen, Foto: Jürg Fausch

Ziegler-Keramiek. Private collectie

Hans Conrad Hitz (1798-1866), Jakob Ziegler-Pellis, 1837. Museum zu Allerheiligen Schaffhausen, Depositum van de Sturzenegger-Stiftung