De opwarming van de aarde is al tientallen jaren merkbaar. In tegenstelling tot eerdere warmere periodes gaat deze ontwikkeling snel en is ze wereldwijd merkbaar. Interdisciplinair onderzoek probeert de oorzaken van dit proces te achterhalen en scenario’s om het af te remmen te ontwikkelen.

Deze situatie is ook een gelegenheid om naar het verleden te kijken om de processen van het heden in een historische context te plaatsen. De verzamelde gegevens in deze tentoonstelling gaan terug tot de prehistorie. Aan de hand van archeologische vondsten en talrijke historische en wetenschappelijke documenten belicht ze de klimaatgeschiedenis van Zürich, van het neolithicum tot heden.

Speciale aandacht gaat uit naar het werk van de Züricher universele geleerde Johann Jakob Scheuchzer (1672-1733). Hij was niet alleen de eerste Zwitser die een wetenschappelijke benadering introduceerde, maar hij werkte ook aan een Europees netwerk voor weerobservatie en -voorspelling.

Jakob Scheuchzer, detail uit de Physica Sacra (Band I 1731). Foto: Wikipedia

Hij studeerde natuurfilosofie, promoveerde in de geneeskunde, specialiseerde zich in plantkunde en geologie, en werd uiteindelijk huisarts. Hij correspondeerde jarenlang met andere wetenschappers en publiceerde tientallen boeken en geschriften. Ruim 6 000 brieven zijn bewaard gebleven en worden in Zürich bewaard

Hij tilde het Zwitserse en Europese onderzoek naar een nieuw niveau door systematische metingen van onder andere waterstanden, droogte, zonuren, luchtdruk, temperatuur, neerslag. Zo ontstonden de eerste datareeksen, die hij uitwisselde met collega’s in het buitenland.

De tentoonstelling plaatst de resultaten van deze geleerde in perspectief van het heden en schetst zo een wetenschappelijk beeld en inzicht van de temperatuurwisselingen van de steentijd tot heden.

Bijzondere aandacht gaat uit naar de Kleine IJstijd (1350-1840). Hoewel dit fenomeen pas rond 1730 wetenschappelijk in kaart is gebracht, trok het in het leven van Scheuchzer al de aandacht. Hij constateerde namelijk dat de flora en fauna door de afkoeling veranderden, maar de natuur en de mens zich ook aanpasten, zoals de ijsberen dat nu op de Noordpool doen.

Ook toen waren er lange periodes van grote droogte of te veel regen, droogden de Rijn en Limmat uit, waren er overstromingen of spleten tornado’s kathedralen door midden (de Dom in Utrecht bijvoorbeeld).

De tentoonstelling relativeert de opwarming van de aarde niet. Ze gaat sneller dan ooit te voren, met name door emissies en industrialisatie. Ze toont echter hoe samenlevingen destijds reageerden en zich aanpasten, vaak met irrationele maatregelen en reacties, zoals heksenverbrandingen of pogroms. Wat dat betreft zijn complottheorieën of ontkenningen relatief onschuldige verschijnselen.

En wie weet is er pas over honderd jaar een goede analyse mogelijk over oorzaak en gevolg. In ieder geval is de Gletschergarten in Luzern een goede aanvulling op deze goed gedocumenteerde  presentatie.