George Kuhnt, Konditorei Barth & Cloetta, Breslau, c. 1854. Ausstellung 'Die Bünder Auswanderungsgeschichte von Zuckerbäckern'. Foto: TES.

De tentoonstelling in het Palazzo Castelmur bestaat uit documenten, foto’s en drukwerk die een belangrijk deel van de emigratiegeschiedenis van Graubünden documenteren. Het gaat dan uitsluitend over de banketbakkers (Zuckerbäcker)van Graubünden.

Wanneer men over hen spreekt, moet men de term ruim definiëren, want hij omvat een hele reeks beroepen: banketbakkers, cafétiers, chocolatiers, bierbrouwers, herbergiers, hotelhouders en fabrikanten van limonade, grappa, schnaps, zuivelproducten, enzovoort enzovoort.

De Bündner Zuckerbäcker waren in de achttiende en negentiende een begrip in Europa en Amerika en stichters van vele bekende hotels, cafés en allerlei merken en soorten dranken en zoetige waren. Het opzeggen van het verdrag uit 1603 tussen Venetië en de der Drei  Bünde 

Handelsovereenkomsten vanaf 1603 tussen de Republiek Venetië en de Freistaat der Drei  Bünde (sinds 1803 het kanton Graubünden) gaven privileges zoals vrije vestiging in de Republiek Venetië en het recht om handel te drijven en bedrijven te stichten.

Zo zijn de nieuwe beroepen ontstaan. In ruil daarvoor kregen goederen uit Venetië via de Alpenpassen toegang tot de handelscentra van Noord-Europa. Naast de handel speelden ook politieke en strategische belangen een belangrijke rol. De Drei  Bünde vormden met de door hun bestuurde en bezette Italiaanse gebieden (Bormio, Chiavenna en Veltin) een buffer tussen de Habsburgers, die ook delen van Lombardije en Milaan bezaten, en de Republiek Venetië en Frankrijk.

De Drei  Bünde en Venetië hernieuwden regelmatig hun verdragen. Dit veranderde pas in 1766, toen de Bünder van de ene dag op de andere Venetië moesten verlaten.

Er waren twee redenen voor deze drastische maatregel. Ten eerste raakte de Republiek Venetië steeds verder achterop in Europa, zowel politiek als economisch. Daarom konden de Venetianen niet langer toestaan dat de de Bündner het geld dat zij in Venetië verdienden, mee naar huis namen. Ten tweede ging het ook om het feit dat de Drei  Bünde onderhandelingen met de Habsburgers waren begonnen. Laatstgenoemden regeerden ook over Milaan en waren al lang vijanden van de Venetiaanse Republiek.

Na hun verdrijving zwermden vele banketbakkers Uit over heel Europa en later ook Noord- en Zuid- Amerika en vestigden ze zich binnen enkele jaren in talrijke steden op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Zij waren meesters in hun vak, ondernemend en goed georganiseerd. En ze waren bereid om risico’s te nemen.

Alleen de succesverhalen zijn overgeleverd, zoals die van de families Redolfi en Castelmur uit Bergell. De meesten bleven echter arm en van deze grote meerderheid is vrijwel  niets bekend. De emigratie uit Graubünden stopte pas na 1848 vanwege de industrialisatie, toerisme en ontsluiting van het gebied.

(Bron: Gian Andrea Walther, David Wille, Palazzo Castelmur, Stampa 2015)