André Derain, La Femme en chemise, La danseuse, 1906. National Gallery of Denmark. : © 2023, ProLitteris, Zurich. Foto/Photo: SMK Photo/Jakob Skou-Hansen

Een losse groep kunstenaars rond Henri Matisse, André Derain en Maurice de Vlaminck experimenteerde met kleur aan het begin van de 20e eeuw. De kunstcriticus Louis Vauxcelles gaf hen de naam in 1905.

In 1905 gebruikte hij de term “fauves” – wat vertaald kan worden als “wilde beesten” of “wilde dieren”. Hij herkende een breuk met academische conventies in de expressieve manier waarop de verf werd aangebracht.

Het fauvisme was de eerste avant-gardebeweging van de 20e eeuw. Voor korte tijd, van 1904-1908, zette het de toon in de kunstmetropool Parijs. Zijn invloed duurde tot ver daarna. Onder anderen Georges Braque, Raoul Dufy en Kees van Dongen sloten zich bij de beweging aan.

De tentoonstelling Die Pariser Avant Garde. Matisse, André Derain und ihre Freunde (De Parijse Avant-Garde: Matisse, André Derain en hun vrienden) toont de beroemde kleurexperimenten van het fauvisme. Conventionele opvattingen worden ook in twijfel getrokken.

De tentoonstelling toont bovendien werken van minder bekende kunstenaars, onder anderen Émilie Charmy en Marie Laurencin en ze geeft inzicht in de handel in fauvistische kunst, die grotendeels werd georganiseerd door galeriehoudster Berthe Weill.