De Im Obersteg Collectie


Pablo Picasso, privécollectie, 1923, © Succession Picasso 2019/pro Litteris Zürich

De tentoonstelling van de Im Obersteg Collectie in het Kunstmuseum Basel onderzoekt de geschiedenis en de thema’s van deze privécollectie in haar grotere context en gaat in op de receptie van Marc Chagalls vroege oeuvre in Basel, de ontdekking van Chaïm Soutine in Parijs, de moeilijke laatste jaren van Alexej von Jawlensky tijdens de Tweede Wereldoorlog en de aankoop en verkoop van werken van Picasso. Karl Im Obersteg (1883-1969) was een particuliere kunstverzamelaar, diplomaat en ondernemer. Geselecteerde bruiklenen zullen de belangrijkste thema’s accentueren. Picasso’s monumentale schilderij Arlequin assis (1923) bijvoorbeeld, dat jarenlang het toonbeeld van de Im Obersteg Collectie was, maar in 1969 door de erfgenaam van de eigenaar werd verkocht om de successierechten te betalen. Dit werk is te zien naast de tweeling de Basler Arlequin assis van Picasso (1923).

De karikaturist Patrick Chappatte


Foto: Musée des Beaux-Arts, Le Locle © Chappatte, NYT website 08.01.2015, www.chappatte.com

De kranten beleefden goede tijden vanaf het begin van de negentiende eeuw. Weekbladen en andere tijdschriften maakten daarna in de 20e eeuw een gouden eeuw door. De opkomst van radio en televisie waren een uitdaging voor deze media. Tegenwoordig is het internet een serieuze concurrent. Politieke cartoons zijn altijd een integraal onderdeel geweest van deze pers. De karikatuur speelt vanaf het begin van de gedrukte media een prominente en belangrijke rol en is altijd een populair politiek instrument geweest. Ook de karikatuur staat echter onder druk en de Zwitserse karikaturist Patrick Chappatte (1967) uit zijn zorgen hierover ook publiekelijk. De tentoonstelling gaat in op deze discussie en plaatst werken van Chappatte in het middelpunt.

Paul Éluard en Joan Miró


Foto: Fondation Jan Michalski, Montricher. À toute épreuve, maquette. Fundació Joan Miró, Barcelone © Successió Miró / 2020, Pro Litteris, Zurich / Editions Gallimard. Graphisme : Karen Ichters.

De dichter Paul Éluard (1895-1952), de uitgever Gérald Cramer (1916-1991) en de kunstenaar Joan Miró (1893-1983) produceerden in 1958 een van de mooiste kunstenaarsboeken van de 20e eeuw. Éluard schreef de gedichten tussen 1929 en 1930. Deze teksten werden in 1930 door Éditions surréalistes in Parijs gepubliceerd, maar pas in 1947 werd het project geboren om de gedichten als kunstenaarsboek met illustraties van Joan Miró uit te geven.

Miró kwam op het idee om van de publicatie een polychrome sculptuur als boek te maken. Hij maakte 233 houtsneden, die werden gesneden, “gebeeldhouwd” en in kleur gedrukt. Met de gedichten vormen ze een reeks panorama’s van woorden en beelden. Het boek verscheen in 1958 in een oplage van slechts 130 exemplaren en werd voor het eerst getoond bij Galerie Berggruen in Parijs. In samenwerking met de Fundació Joan Miró vertelt de Fondation het verhaal van en achter deze bijzondere publicatie aan de hand van correspondentie, foto’s, houtsneden en de zes bewaarde mock-ups van het boek. In vier exemplaren van de originele uitgave kunnen de pagina’s worden bekeken.