De tuiniers Napoleon III en Nicolaas II Esterházy


Park Arenenberg. Napoleon Museum. Foto: Museum Thurgau

Het Napoleon Museum Arenenberg en het (museum) eiland Mainau GmbH organiseren met andere partners in 2023 het tentoonstellingsproject Grüne Fürsten am Bodensee (Groene vorsten aan het meer van Konstanz (Bodensee).

Centraal staan persoonlijkheden die de geschiedenis van tuinen in Europa mede vorm hebben gegeven door de door hen aangelegde parken en landbouwinnovaties: prins Nicolaas II Esterházy (1765-1833) op het eiland Mainau in het meer van Konstanz en keizer Napoleon III (1808-1873) op de Arenenberg (kanton Thurgau) aan het meer van Konstanz en in Parijs.

Tentoonstellingen in het Natuurmuseum Thurgau, het Archeologiemuseum Thurgau en het Museum Ittingen tonen nog meer aspecten van de vormgeving en het gebruik van het landschap in deze periode van de 19e eeuw.

De aanleiding voor de tentoonstelling is de 150e sterfdag de Franse keizer Napoleon III, die opgroeide aan het Bodenmeer, en de 190e sterfdag van vorst Nicolaas Esterházy.

De tentoonstellingen op de Arenenberg en het eiland Mainau zijn gewijd aan deze  “groene” vorsten en hun botanische belangstelling en creaties en het (vroege) besef van het belang van deze groene oases als openbare recreatiegebieden en de functie van tuinen als plaatsen van agrarische innovatie.

Franz Xavier Winterhalter (1805-1873), Keizer Napoleon III, 1855. Collectie: Arenenberg, Napoleon Museum.

Napoleon III

Op de Arenenberg staan de door Louis Napoleon en later door keizer Napoleon III in Parijs aangelegde parken centraal. Als  de kleine prins Louis Napoleon kreeg hij de passie voor alles wat groen was met de paplepel ingegoten.

Zijn grootmoeder keizerin Josephine de Beauharnais (1763-1814) had met de aanleg van haar park rond het kasteel Malmaison bij Parijs, met zijn beroemde kassen, plantencollecties en kweeksuccessen, in heel Europa normen gesteld en het tuinieren salonfahig gemaakt.

In zijn ballingschap aan het meer van Konstanz in de Arenenberg was de prins ook geïnspireerd door de interesse van zijn moeder Hortense de Beauharnais (1783-1837). Samen ontwikkelden zij een landschapspark rond het kasteel Arenenberg.

Martin Knoller (1725-1804), Nikolaus II. Esterházy, 1793. Collectie: Fürst Esterházy Privatstiftung Eistenstadt.

Nicolaas II Esterházy

Het is weinig bekend dat Nicolaas II Esterházy in 1827 het eiland Mainau van de deelstaat Baden kocht en het park, dat voordien symmetrisch in barokstijl was aangelegd, omvormde tot een moderne Engelse landschapstuin met een netwerk van paden.

Tussen de aristocratische tuiniers aan het meer van Konstanz ontstond al snel een levendige uitwisseling. Ze bezochten elkaar en presenteerden de voortgang van hun projecten, ze wisselden botanische ervaringen en planten uit. Ook een bloeiende scene van schrijvers, kunstenaars, onderzoekers en sociale vernieuwers werd aangetrokken door de levenshouding van de groene prinsen.

Afbeelding: Napoleon Museum Arenenberg.

Katharina Grosse. Studio Paintings 1988-2022


Katharina Grosse Ohne Titel, 2001 Acryl auf Leinwand 250 x 170 cm Foto: Olaf Bergmann © 2023, ProLitteris, Zurich

Het Kunstmuseum Bern toont een tentoonstelling over Katharina Grosse. De groot formaat en kleurrijke schilderijen van eind jaren tachtig tot heden maken duidelijk welke belangrijke rol werken op doek spelen in het oeuvre van de kunstenares.

Kleur staat centraal. Ze experimenteert met de fysieke aanwezigheid ervan, de zintuiglijke en politieke mogelijkheden en het vermogen om beweging te verbeelden. De selectie van 42 schilderijen op doek varieert van haar vroegste werken van eind jaren tachtig tot haar meer recente werken.

De tentoonstelling is georganiseerd door het Mildred Lane Kemper Art Museum (Washington University in St. Louis, VS) in samenwerking met het Kunstmuseum Bern.

Biel en de Röstigraben


Biel/Bienne (kanton Bern) is de enige stad in Zwitserland die in de ware zin des woords tweetalig is. De weg naar tweetaligheid is lang: van de romanisering en het Gallo-Romeins van de van oorsprong Keltische streek en de wisselende overheersing van de Duitse of Franse taal.

Auteur: Marco Zanoli, Wikipedia

Franstalige en Duitse culturen vermengen zich hier. Het wordt beschouwd als de tweetalige stad bij uitstek van Zwitserland. Maar de weg naar tweetaligheid was lang: van de romanisering en de Gallo-Romeinse cultuur van het oorspronkelijk Keltische gebied en de overheersing van de Duitse taal tot 1950.

De Kelten, Romeinen en Alemannen en Seeland

Het taallandschap van de regio Seeland en Biel (kanton Bern) is gevormd door de inlijving van het huidige Mittelland in het Romeinse Rijk rond 15-13 v. Chr. Als onderdeel van de nieuwe Gallo-Romeinse cultuur sprak de plaatselijke bevolking al snel ook (vulgair) Latijn. In de loop der tijd ontwikkelden zich Romaanse dialecten, waaruit verschillende dialecten van het huidige Franstalige deel van Zwitserland ontstonden, het patois.

De verspreiding van de Duitse taal door de Alemannen, die zich vanaf het einde van de 6e eeuw in het Mittelland vestigden, was bepalend. De Romaanse dialecten werden teruggedrongen en het Alemannisch bereikte de Aare aan het einde van de 8e eeuw.

Tussen de 9e en de 13e eeuw werd eerst de regio ten zuiden van het Bielersee en later ook die aan de noordelijke oever overwegend Duitstalig. Er was geen duidelijke taalgrens. De huidige Frans-Duitse taalgrens in het Drie Merengebied is uiteindelijk in de 18e eeuw geconsolideerd.

Johann Rudolf Weiss (1846-1939), Biel, 1919. Collectie: Neues Museum Biel

Biel

Meer dan 700 jaar lang was Duits de enige officiële taal in Biel, maar de elite van Biel onderhield nauwe banden met Franstalige gebieden en al in de middeleeuwen was Frans te horen in huizen, ambachtswerkplaatsen en het stadhuis. Biel werd al vroeg een laboratorium van tweetaligheid.

Neues Museum Biel

De Horlogeindustrie

In de 19e eeuw leidde de bloei van de horloge-industrie tot een enorme immigratie uit de Franstalige Jura. Dit verandert het taallandschap van Biel fundamenteel. Arbeidsimmigratie is altijd een van de belangrijkste redenen voor taalverandering. Wat Biel uniek maakt, is de politieke wil om het Frans op te waarderen, en in 1950 wordt het Frans een gelijkwaardige tweede officiële taal en wordt Biel officieel tweetalig.

Pas in 1950 heeft Biel gekozen voor de formele status van tweetaligheid. Duits en Frans zijn echter niet de enige talen die in Biel worden gesproken. Naast meer dan 50 andere talen schept ook leefruimte identiteit. Gebouwen, parken, pleinen en ontmoetingsplaatsen creëren vertrouwdheid en een thuisgevoel voor de inwoners van de stad.

De tentoonstelling “Biel en de Röstigraben” onderzoekt de vraag hoe de verschillende culturen in de stad samenleven, waar ze elkaar ontmoeten en hoe ze communiceren. Het laat zien dat de eeuwenoude meertaligheid altijd aandacht eist om wederzijds begrip te vinden.

(Bron en verdere informatie: Neues Museum Biel/Nouveau Musée Bienne).