De woonplaatsen van Richard Wagner


Landhuis Tribschen/ Richard Wagner Museum. Foto: Richard Wagner Museum

De tentoonstelling “Prachtgemäuer ” thematiseert de relatie van Richard Wagner (1813-1883) tot de architectuur.

De tentoonstelling is gebaseerd op het onlangs verschenen boek ” M. Kiesel, Chr. Bührle, J. Mildner, Prachtgemäuer – Wagner-Orte in Zürich, Luzern, Tribschen und Venedig, Regensburg 2020″.

Voor het eerst worden een aantal woonplaatsen van Richard Wagnerin  uitvoerig beschreven.

In het Hotel Schweizerhof in Luzern voltooide Wagner in 1859 zijn werk TristaIn. In het nabijgelegen Tribschen woonde hij van 1866 tot 1872 in het huidige Richard Wagner Museum, een manoir uit de vijftiende eeuw.

Ook zijn verblijfplaats in Zürich wordt belicht met het oog op zijn muzikale ontwikkeling.

Venetië inspireerde de componist in het bijzonder, maar was tevens zijn sterfplaats.

Sprookjes, mythes, sagen en legendes


Ludwig Bechstein (Uitgever), Deutsches Märchenbuch, Leipzig 1847. Landesmuseum Liechtenstein, Vaduz, Inv. Nr. 2019 0105

Het museum presenteert de thema’s van sprookjes, mythen, legenden, fabels en sagen, die fundamenteel zijn voor iedere cultuur en haar collectieve geheugen.

De tentoonstelling behandelt thema’s die in alle culturen voorkomen en die (pre) historische wortels hebben, veelal voor de introductie van het schrift.

Zij ontvouwen zich in de mythen, sagen, fabels, legenden uit de oudheid en leiden naar de wereld van de Europese sprookjes, die aanvankelijk alleen mondeling werden overgeleverd. Ook de wereld van de Liechtensteinse sagen komt aan bod.

De invloed van deze literaire genres heeft de kunst millennia lang gevormd.

De narratieve elementen en verhaalstructuren die in de verhalen zijn overgeleverd, zijn ook terug te vinden in de moderne wereld van fantasieverhalen en films.

De maskerades van Picasso en Ensor


James Ensor, Die Masken und der Tod, 1898, © Kunst Museum Winterthur, Stiftung Oskar Reinhart

Twee van de grote meesters van het modernisme ontmoeten elkaar in deze tentoonstelling in de Reinhart am Stadtgarten: James Ensor (1860 – 1949) en Pablo Picasso (1881 – 1973). Het thema is de maskerade.

Het masker als object en symbool, de vermomming als spel met identiteit en enscenering, zijn centrale thema’s in het artistieke werk van beiden.

Terwijl Picasso tot het kubisme kwam door Afrikaanse maskers als cultobjecten te bestuderen, wordt Ensor beschouwd als de schilder van maskers bij uitstek. Hun belangstelling strekte zich ook uit tot jongleurs en acteurs: het spektakel van het circus in het werk van Picasso, het ritueel van het carnaval bij Ensor.

Aan de hand van tekeningen en prenten van beide kunstenaars, gecombineerd met schilderijen en sculptuur, ontstaat een dialoog die een vergelijking van de kunst van beiden mogelijk maakt.