Der Rhein bei Schaffhausen. Foto: TES.

De Rijn als rivier van communicatie

De Rijn was en is een grens- en verbindingselement. De betekenis van de Rijn voor politiek, handel, cultuur, taal, godsdienst en conflicten is complex. De Rijn stroomt al vele millennia geduldig vanaf de St. Gotthard naar de Noordzee. De mens is de complicerende factor.

Tot de negentiende eeuw was de rivier, mede door de vele Duitse vorstendommen, een onmogelijke rivier om internationale afspraken over te maken. De grensoverschrijdende samenwerking van de oeverstaten Zwitserland, Oostenrijk, Liechtenstein, Duitsland, Frankrijk en Nederland is een ontwikkeling van de negentiende en twintigste eeuw.

De tweeduizend hier aan voorafgaande jaren laten een gestage ontwikkeling zien van stedenbouw en handelsstromen. Voor de Romeinen maakte de Rijn niet alleen deel uit van hun infrastructuur en grens. Hij was ook een godheid, Rhenus. Julius Caesar (100-44 v.Chr.) wees de Rijn aan als de militaire en natuurlijke grens tussen Gallia en Germania.

Keizer Augustus (62 v. Chr. – 14 n. Chr.) trok na de verovering van het gebied van het huidige Zwitserland (15-13 v. Chr.) echter de Rijn over. De Romeinen trokken zich na 9. AD (de verloren Varusslag, met het verlies van drie legioenen), weer terug op de linkeroever van de Rijn. Later vestigden ze zich weer op de rechterrijnoever.

Zij installeerden de Rijnvloot en stichtten vele steden langs de Rijn. De handel op en langs de Rijn bloeiden tot het langzame verval van het Rijk (in een proces van 260-400 n. Chr.). Na het vertrek van de Romeinen (410 AD) stortte de handel in, al verdween deze nooit helemaal.

De Frankische en Karolingische tijd (8e-9e eeuw) was een nieuwe bloeitijd. De bouw van kloosters, kerken, kathedralen van de bovenloop van de Rijn tot aan de Lage Landen creëerde een nieuwe infrastructuur voor handel, steden en uitwisseling over lange afstanden. De abdijen van St. Gallen (719) en op Reichenau (742) zijn maar enkele van de vele belangrijke abdijen uit de Frankische tijd. Dorestad, Nijmegen en andere plaatsen in Nederland kwamen tot grote bloei.

Het Heilige Roomse Rijk (vanaf de tiende eeuw) bouwde voort op deze fundamenten. Keulen werd in de 12e eeuw een van de belangrijkste bedevaartsoorden in de christelijke wereld en een belangrijke handelsstad.

Kathedralen, kerken en abdijen in onder andere Chur, Bazel, Konstanz, Straatsburg, Speyer, Worms, Keulen en Nijmegen sierden de rivier met een band van kerken die keizer Maximiliaan (1459-1519) de “Pfaffengasse” noemde.

De heraldiek van de tien Rijnoeverstaten, zeventiende eeuw. Afbeelding: Dreiländermuseum Lörrach

Op het Congres van Wenen (1815) besloten de oeverstaten al een reglement voor de Rijnvaart op te stellen. Zij richtten ook Internationale Centrale Commissie voor de Rijnvaart op. Deze functioneert nog steeds.

De steden langs de Rijn groeiden steeds harder vanaf de zestiende tot de negentiende eeuw (ondanks de vele oorlogen en epidemieën) met als climax de ontwikkeling van Bazel in Zwitserland, het Roergebied in Duitsland en Rotterdam in Nederland.

De mens heeft vervolgens door de beschikbaarheid van nieuw technieken en machines in de tweede helft van de negentiende eeuw ingegrepen om de loop van de Rijn en de vele overstromingen te beheersen en de rivier beter bevaarbaar te maken. De Rijn met zijn huidige loop met sluizen, dijken en afwateringskanalen bestaat sinds het einde van de 19e eeuw.

De Rijn als handelsrivier is tegenwoordig een onmisbare schakel voor het vervoer en de overslag van goederen van Noord- naar Zuid-Europa en omgekeerd. De rivier heeft alleen geen militaire- en defensieve functie meer. Over de Rijn is al veel geschreven (vanaf de Grieken en Romeinen) en gezegd (vanaf de eerste bewoners), maar deze conclusie geeft een adequate samenvatting:

Hier kreuzen sich die bedeutendsten europäischen Kulturströme, frühe mediterrane Einflüsse, westliche Regionalismen, östliche Neigung zum Okkulten, nördliche Mythologie, preußisch-kategorischer Imperativ, Ideale der französischen Revolution und noch manches andere (Max Ernst, 1953).

(Bron: Marie-Louise von Plessen (Red.), Der Rhein, Eine europäische Flussbiografie, Bonn, 2016).