Een stad, dorp of Flecken, de historie van Stans

Is Stans, hoofdplaats (Hauptort) van Kanton Nidwalden, een dorp (Ort), ‘Flecken’ of toch een stadje? Evenals de andere ‘Hauptorte’ van kantons in de Urschweiz (en de beide Appenzeller) heeft Stans het aanzien van een stad. Monumentale panden, kolossale kerken, grote kloostercomplexen en andere (publieke) gebouwen beheersen het straatbeeld.

 De St. Peter und Paul (1647) is een vroegbarokke kerk met een Romaanse klokkentoren (12e eeuw) aan het plein

Deze vraag is net zo gecompliceerd als de ontstaansgeschiedenis van de kantons Obwalden, Nidwalden en Unterwalden. De naam Unterwalden (‘in het ‘Wald’) gelegen is in ieder geval het eerst aangetroffen in documenten. Koning Rudolf van Habsburg (1218-1291) verwierf dit gebied van de kloosters Murbach, Engelberg en Beromünster.

Het Beinhaus naast de kerk

In de regio Unterwalden kwamen na 1330 en de vorming van de eerste Eidgenossenschaft twee Orte tot ontwikkeling:  Obwalden met als belangrijkste plaats Sarnen, en Nidwalden met Stans als regionaal centrum.

Deze splitsing zette zich later ook door in de Eidgenossenschaft. Obwalden en Nidwalden hadden lange tijd een gedeelde stem in de Tagsatzung (Obwalden tweederde en Nidwalden eenderde van de stem) en later tot 1798 samen maar één stem die roteerde. Met de groeiende identiteit en belangen van beide kantons leverde dat soms onenigheid op.

Stans in de 17e eeuw. Anoniem schilderij in de kerk van het klooster St. Klara

In de Helvetische Republiek (1798-1803) kwam het kanton Unterwalden weer tot een (kort) leven. Stans was de hoofdstad. Vanaf 1803 tot 1999 waren er twee halfkantons: Obwalden en Nidwalden, met ieder maar één stem in de Ständerat (evenals de twee Basler kantons en de twee Apppenzeller).

Sinds de grondwetswijzing van 1999 (van kracht per 1 januari 2000) zijn de halfkantons formeel kantons, maar met dezelfde stemmen in de Ständerat.

Maar waarom is Stans formeel geen stad, terwijl, bijvoorbeeld, Fürstenau (kanton Graubünden) dit wel is? Stans had wel andere relevante privileges van een stad, zoals markrtecht en jurisdictie.

Stans

Stans had echter geen stadsmuur in de middeleeuwen en daarom is het naar middeleeuws recht ook geen stad. Vanwege de aanwezigheid van andere privileges is het ook geen dorp, maar eerder een zogenaamd ‘Flecken’.

Deze juridische haarkloverij doet niets af aan het belang van deze ‘Flecken’ en Hauptort Nidwalden (en Obwalden) in de ontwikkeling van de Eidgenossenschaft, te beginnen uiteraard met 1291 (Rütli), 1309 (nieuwe privileges: eigen jurisdictie) en 1315 (Morgarten en nieuwe alliantie (Bundesbrief van 1315) met Schwyz en Uri).

Stans

Niet alleen de monumentale (religieuze) gebouwen, maar ook belangrijke verdragen geven Stans allure. De Stanser Verkommnis van 22 december 1481 was een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling van de Eidgenossenschaft.

Het Winkelriedmonument, de barokke stadspaleizen, het Rathaus, de  Rosenburg(13e eeuw), het oude en nieuwe Zeughaus, het Winkelriedhaus (15e eeuw, het (voormalige) Kapucijnerklooster (1583) en het (voormalige) vrouwenklooster St. Klara (1618) complementeren de stedelijke indruk van deze ‘Flecken’.

(Bron en verdere informatie: Gemeinde Stans)

Het voormalige Kapucijnenklooster (Culinarium Alpinum)

Het voormalige klooster St. Klara en de kloosterkerk (Kapuzinerinnenkloster)

Altaarstuk, 17e eeuw

Relieken 

De heilige Prostor (boven) en in lijkwade tenue in een afwisselende projectie!

Schilderij 17e eeuw (anoniem) in een ontvangstzaal, links de Franse koning, rechts (waarschijnlijk) de soldaten Ursus, Victor en Mauritius, in het midden heiligen en andere religieuze persoonlijkheden

Ontvangstzaal

Barokke stadspaleizen, hun interieur en tuinen

Links het Rathaus

Die Rosenburg (13e eeuw)

Impressies van Stans

Winkelriedmonument

Winkelriedhaus (onderdeel van het Nidwalder Museum)

Het oude Zeughaus

Het nieuwe Zeughaus

  

Jugendstilgebouw, c. 1905

Regeringsgebouw van het kanton

Happy Birthday en geen verjaardag zonder taart in Zoo Basel

De dierentuin van Bazel (Zoo Basel of lokaal ‘Zolli) vierde op 3 juli jongstleden zijn 150e verjaardag. Op 3 juli 1874 opende de eerste dierentuin van Zwitserland zijn deuren in Bazel. Basel Zoo – ook bekend als Zolli – werd opgericht door de Ornithologische Vereniging van Bazel met als doel de belangstelling van de stadsbevolking voor de natuur en de lokale dierenwereld te wekken en te bevorderen.

Bij de opening lag de nadruk op inheemse dieren zoals steenbokken, gemzen, wilde zwijnen en vogels. De dieren in het roofdierenhuis, zoals de wolf, lynx, das, vos en marter, evenals de berenkennel en het bassin met otters en bevers, waren een bijzondere attractie. Individuele vertegenwoordigers van een diersoort werden naast elkaar in kleine kooien gepresenteerd.

Vandaag de dag brengen de thematische verblijven van de dierentuin mensen en dieren dichter bij elkaar, beschermen ze bedreigde diersoorten en bevorderen ze de biodiversiteit.

Op 3 juli opende de dierentuin zijn deuren voor het publiek met verschillende activiteiten. Maar de dierentuin had nog meer te vieren. Op 11 maart 2024 is een  dwergnijlpaard geboren. De moeder is Ashaki (19 jaar), de vader Napoleon (17 jaar).

Moeder Saada met een nakomeling

Op 19 mei 2024 zijn bovendien vier cheeta’s geboren. De welpen, twee mannetjes en twee vrouwtjes, brachten hun eerste weken door in een afgesloten ruimte. Nu zijn ze te zien met hun moeder Saada (3 jaar) in het buitenverblijf. Dit is het eerste nest van Saada en vader Drogo (4 jaar).

Foto: Guido Wasser, Bazel

Foto: Guido Wasser, Bazel

Geen verjaardag zonder taart, in dit geval gefinancierd door sponsors. Een grote verjaardagstaart stond klaar op 3 juli. Deze prachtige animal farm verbeeldde niet alleen de bewoners van de dierentuin, maar ook de levenscyclus in de natuur. Ook de dierentuin is hier niet immuun voor.

Na toespraken van dierentuindirecteur Olivier Pagan, de voorzitter van de regeringsraad van het kanton Conradin Cramer en de voorzitter van de raad van bestuur van de dierentuin Martin Lenz, zongen de vele aanwezigen uit volle borst Happy Birthday, ook voor de vier baby-cheeta’s en het dwergnijlpaard. Daarna nam de levenscyclus zijn loop.

Foto: Guido Wasser, Bazel

(Bron en verdere informatie: www.zoobasel.ch)

Impressies van de Dierentuin van Bazel

De Furkapas, Rhônegletsjer en Grand Hotels

De film Grand Budapest Hotel (1995) van de regisseur Wes Anderson toont de teloorgang van een hotel uit de Belle Époque, de periode rond 1900 tot de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).

Hotel Belvédère

Het hotel Belvédère op Furkapas is als het ware het levensverhaal voor deze film.In ieder geval is het een van de beroemdste en meest afgebeelde hotels uit deze periode. Sean Connery nam in Goldfinger (1964) bovendien de beroemde haarspeldbocht in zijn zilverkleurige Aston Martin DB5 met een voor 007 passende snelheid. Het hotel siert talloze anischtkaarten en tegenwoordig Instagram-berichten.

Furkapas, Hotel Belvédère en zijn beroemde haarspeldbocht. Foto: TES

Alleen staat het hotel sinds 2015 leeg en er zelfs vervallen bij. Ook de nabijgelegen Rhônegletsjer is in verval. Een ontwikkeling die al in de 19e eeuw inzette. Tot 1870 reikte de gletsjer nog tot in het dal bij het dorp Gletsch (kanton Wallis), in 1980 passeerde de gletsjer hotel Belvédère nog, in 2022 ligt er een groot meer. De gletsjer ligt honderden meters verderop.

Gletsch en de Rhônegletsjer

De geschiedenis van het Belvédère begint bijna tweehonderd jaar daarvoor. In Gletsch, waar tegenwoordig de wegen naar de Grimselpas en de Furkapas samenkomen, staat in 1830 het eerste gastenverblijf van de regio. Alexander Seiler (1819-1891) bouwt het in 1857 uit tot het Grand Hotel Glacier du Rhône.

Gletsch, Grand Hotel Glacier du Rhône, rond 1870. Bron: Gletscherlehrpfad Furkapas. Foto: TES.

Deze naam was geen grootspraak. De gletsjer reikte nog tot in het dal en het dorp. Het hotel is bestemd voor reizigers over de Furkapas, het wisselen van paarden en in toenemende mate voor (Engelse) alpinisten en hun grote (aristocratische) entourage. De Queen dronk hier haar kopje thee op 23 augustus 1868, ‘some delicous tea‘.

Furkahotel en de Queen

In 1850 komt er een eenvoudig hotel op de Furkapas, het Furkahotel. De eigenaar is Franz Karl Müller.  De beroemdste gast is Queen Victoria. Tijdens haar vierdaags verblijf in het hotel in augustus 1868, bewondert ze de gletsjer en het uitzicht op de Alpen, maar over het Furkahotel is ze minder te spreken: ‘desolate little house’. Zij en haar dochter Prinses Louise maken overigens aquarellen van deze omgeving en dit verblijf. De Furkapas en Gletsch zijn in ieder geval dagenlang voorpaginanieuws.

De Grotte

Dit wekt ook de belangstelling van andere ondernemers. De orgelbouwer Philipp Carlen uit Goms (Oberwallis) heeft in 1870 een plan: Hij graaft een honderd meter lange tunnel in de gletsjer. Tegen betaling kunnen bezoekers de gletsjer van binnen zien. Het loopt storm. De ingang van deze tunnel, ook wel ‘Grotte’ genoemd, ligt tegenwoordig bijna een kilometer verder, maar bestaat nog steeds. Zijn achter-achter kleinzoon en naamgenoot exploiteert de ‘Eisgrotte’.

Hotel Furkablick. Foto:TES

Furkablick en Belvédère

De Grand Hotels schieten tussen 1880 en 1914 bijna letterlijk als paddenstoelen uit de grond in Zwitserland. Tussen 1888 en 1914 verdubbelt het aantal (Grand) Hotels van 1700 tot ruim 3500. Alexander Seiler bouwt op de Furkapas zijn tweede hotel, het Belvédère. Franz Karl Müller laat het er niet bij zitten en bouwt ook zijn tweede hotel, de Furkablick.

Grand Hotels zijn altijd plaatsen van vooruitgang: elektriciteit, warm water, apart sanitair, faciliteiten voor winter- en zomersporten, zoals skiën, kunstschaatsen, paardenraces, golf, tennis en vanaf de jaren 1920  bridge. De hotels op de Furkapas zijn bescheiden wat betreft uiterlijk aanzien, maar voorzien van de modernste faciliteiten rond 1900.

De Gotthard-Matterhorn lijn. Foto: TES.

De hoteliers nemen ook initiatieven om de spoorweg Brig-Furka-Disentis aan te leggen, de huidige Gotthard-Matterhorn lijn, en om de wegen over de Furkapas en Grimselpas te verbreden en verbeteren. De drie hotels op de Furkapas (Furkahotel, Furkablick en Belvédère) in het Glacier du Rhône in Gletsch floreren.

Het grote Grand Hotel sterven

Dan wordt het echter 1 augustus 1914 en begint de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), twee decennia later gevolgd door de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Het grote Grand Hotel sterven begint. De grandeur van de Belle Époque is daarna voor de publieke opinie vooral oubollige en achterhaalde kitsch. Bovendien zorgt de medische wetenschap voor alternatieve behandelmethodes van kuren, berglucht en baden.

Na 1960 nemen de alternatieve vakantiebestemmingen en het aantal vakantiegangers snel in aantal toe. De nieuwe doelgroepen hebben echter een beperkt budget en weinig vakantiedagen. Tot 1914 verbleven de welgestelde meestal aristocratische gasten veelal maanden in het hotel.

Hotel Belvédère in 2022. Foto: TES

Veel hotels worden afgebroken, branden af (al dan niet voor het verzekeringsgeld) of staan leeg. Alleen de oude namen kunnen zich redelijk handhaven in de mondaine dorpen en steden. De ‘Eisgrotte’ blijft echter veel bezoekers trekken.

Zelfs het Furkahotel, waar the Queen vier dagen verbleef in 1868, wordt opgeblazen om plaats te maken voor een parkeerplaats. Bovendien betekent de aanleg van de Furka-Basistunnel (1982) het einde van de Furkapas als belangrijke verkeersweg.

In 1985 neemt kanton Wallis de twee overgebleven hotels (Furkablick en Belvédère) over. De gletsjer is inmiddels al honderden meters gekrompen en het kanton wil een waterkrachtcentrale bouwen in het ontstane meer en de hotels afbreken. Door tegenstand van de bevolking komt het daar niet van.

Rechtsboven de Furkapas, Hotel Belvédère en de verdwenen gletsjer. Foto: TES

De toekomst

Het kanton verkoopt Hotel Belvédère in 1988 aan Philipp Carlen, de huidige exploitant van de ‘Eisgrotte’. In 1990 vindt de heropening van het hotel plaats. In 2015 sluit Belvedere echter (voorgoed?) zijn deuren.

Carlen heeft echter andere initiatieven, een ´Gletscherlehrpfad , een alpentuin en op termijn een Rutschbahn voor kinderen. Ook wil hij op de Gletschersee boten gaan verhuren.

Alleen hotel Furkablick heeft nog een functie en wel als galerie. Voor hotel Glacier du Rhône in Gletsch is er echter hoop. De bedoeling is dit Grand Hotel in 2025 na een renovatie weer te openen. Het past in de herbeleving en herwaardering van de Grand Hotels, die sinds het einde van de twintigste eeuw aan de gang is.

De organisatie Swiss Historic Hotels, opgericht in 1995, speelt hierin een stimulerende rol. Andere Grand Hotels, zoals Badrutt´s Palace, Kulm hotel en Suvretta House in St. Moritz, Les Trois Rois in Bazel, het Kurhaus in Bergün, Bellevue in Scuol, Montreux Palace, maar ook in kleinere dorpen, zoals Maloja en Celerina, zijn maar enkele voorbeelden van vrijwel ononderbroken continuïteit vanaf de Belle Époque, al zijn slechts enkele hotels onafhankelijk gebleven.

Grand Hotel Celerina, Oberengadin. Foto: TES

Grand Hotel Maloja, Oberengadin. Foto: TES

Suvretta House, Oberengadin. Foto: TES

Hotel Les Trois Rois, Bazel. Foto: TES

Continental Parkhotel (voormalige Grand Hotel Beauregard), Lugano. Foto: TES

Andere Grand Hotels, zoals het Val Sinestra, hebben de grandeur van destijds ingezet voor andere doelgroepen. Veel Grand Hotels staan echter leeg en wachten op een investeerder. Wat de toekomst van deze Grand Hotels ook moge zijn, naar verwachting zal de ´Grotte´ binnen twee generaties weggesmolten zijn.

De gletsjer in 1980, rechts Hotel Belvédère. Bron: Gletscherlehrpfad. Foto: TES

Het Gletsjermeer voor Hotel Belvédère in 2022. Foto: TES

Het Rhônedal vanaf de Furkapas. Foto: TES