Twee dorpen, twee kerken, twee etablissementen en natuurgebied in Emmental

De Emme ontspringt op 2197 meter in het gebied tussen de Hohgant en de Augstmatthorn, het grensgebied van het Berner Oberland en kanton Luzern.

De rivier mondt aan de grens van kanton Solothurn bij Luterbach uit in de Aare. Daartussen ligt het Emmental, met Langenthal als regionaal centrum van het Obere Emmental en Burgdorf als grotere stad in het Untere Emmental.

Het Emmental is een district van kanton Bern met 98 000 inwoners op een gebied van 690m2. Er zijn acht kantons met minder inwoners en zelfs tien kantons van een kleinere omvang!

Het Emmental geniet grote bekendheid vanwege zijn Meränggen in Kemmeriboden-Bad en zijn kaas (König der Käse). Wie kaas zegt, zegt ook agrarische sector (ongeveer 10% van de beroepsbevolking van het Emmental).

De talrijke veelal grote Emmentaler (houten) boerenhoeven, hun gewassen en vee, eenzame lindenbomen op heuvels en houten bruggen kenmerken het landschap. Vanaf Burgdorf tot de bron van de Emme overspannen meer dan 30 houten bruggen de rivier, waaronder de beroemde 60 meter lange Hasle-Brücke bij Hasle-Rüegsau.

De auteur Albert Bitzius alias Gotthelf-Jeremias (1797-1854) kende en schreef over het leven in het Emmental en zijn inwoners (Das Emmental ist ein Hügellland, düster aussehnend von weitem, aber lieblich und heimelig in der Nähe) als geen ander. Hij plaatste de schoonheid van het landschap in de veelal weinig idyllische thema’s van zijn tijd.

Midden in het Emmental liggen de dorpen Ursenbach en Dürrenroth. De historie van Dürrenroth is even interessant als zijn naam, kerkklok en twee grote etablissementen.

Dürrenroth

1275 is het dorp onder de naam ‘Rota’ in een document vermeld, waarschijnlijk als verwijzing naar de rode kleur van het water van de beek. In 1326 komt de naam ‘Ze der Dürren Rot in dem Dorf’ voor, een uitgedroogde Rot ( de naam van de beek). Tegenwoordig stroomt de Rotbach echter weer richting Emme, zoals hij al eeuwenlang doet.

Het dorp is lange tijd bezit geweest van de Duitse Ridderorde (Deutsche Ritterorde) en de heren van Sumiswald. Het machtige kasteel in Sumiswald staat er nog steeds. Bern kocht het dorp in 1698 van de Heren van Sumiswald.

De dorpskern heeft een aantal karakteristieke gebouwen. De kerk uit 1486 (een nieuwbouw van een oudere Romaanse kerk) heeft van een van de oudste kerkklokken van Zwitserland. De St. Laurentiusklok uit 1392 (kennelijk van de Romaanse kerk) is een van de vijf klokken in de toren.

De laatbarokke gasthuizen ‘Bären’ (1752) en ‘Kreuz’ (1806) hebben niet alleen een kolossale omvang en monumentale status, maar zijn complexen met een prachtige tuin en hotel- en restaurantfaciliteiten. Beide gebouwen waren in de 16e eeuw al Tavernes.

Landgasthof Bären

Kreuz dank zijn naam aan de kruisgang in het gebouw: de kruisgang wordt aan vier kanten afgesloten met identieke eikenhouten deuren naar het noorden, oosten, zuiden en westen. De noord-zuid as verwijst naar de het kerkportaal aan de overkant.

Hotel Kreuz

De twee gasthuizen waren in het tijdperk van de postkoets tot de komst van de spoorwegen in het Emmental in 1908 belangrijke plaatsen voor het wisselen van paarden op het traject Luzern-Bern.

In de ‘Kreuz’ konden de koetsen met paarden bij slecht weer zelfs het gasthuis in de zogenaamde Kreuzstock binnenrijden.  Landgasthof ‘Bären’ en Hotel ‘Kreuz’ zijn aangesloten bij Swiss Historic Hotels.

Ursenbach

Een paar kilometer noordelijker ligt het dorp Ursenbach ((Ursibach in een oorkonde uit 1139). Dit dorp hoort al sinds 1414 bij Bern. Het belangrijkste kenmerk van het dorp is de kerk en in het bijzonder de brief van 11 november 1515 van de stad Bern.

Afbeelding in de kerk

Bern verzocht de inwoners van het dorp met vriendelijke woorden de renovatie van de oude Romaanse kerk (12e eeuw) te financieren. De wil van Bern was uiteraard wet en spoedig daarna was de verbouwing in de laatgotische stijl gereed, inclusief 14 vensters als geschenk van Bern, Luzern, Solothurn, Freiburg en Bazel.

De brief van 11 november 1515 (afbeelding in de kerk)

De huidige kerk is het resultaat van deze renovatie. Niet alles bleef echter hetzelfde sinds deze verbouwing. Het geloof veranderde spoedig daarna, in navolging van het protestante Bern.

Wat echter niet veranderde in de loop der eeuwen zijn het landschap, de vele boerderijen en het grote belang van de agrarische sector.

(Bron en verdere informatie: www.emmental.ch).

De Zwitserse Alpen Club

De Zwitserse Alpen Club (Schweizer Alpen Club, SAC/Club Alpin Suisse, CAS) organiseert regelmatig wandeltochten in deze omgeving (en elders) in het land.

Hoewel de naam anders doet vermoeden, organiseert de SAC niet alleen skitochten, bergbeklimmingen en andere sporten in de Alpen, maar ook (wandel) activiteiten in andere regio’s.

Impressies van de omgeving

  

       

    

De corridor Rotterdam-Basel-Genua en de Zwitserse Rijnhavens

Het eerste grote Rijnschip arriveerde in 1904 in Bazel. De Rijnhaven van St. Johann is daarna in 1906 uitgebreid. Deze haven maakte in 2011 plaats voor het Novartiscomplex en een oeverpromenade. In Kleinhüningen is tussen 1919 en 1942 een tweede Rijnhaven van Bazel aangelegd.

De havens van Muttenz Auhafen en Birsfelden (kanton Basel-Landschaft) zijn gebouwd tussen 1937 en 1940. In 2008 fuseerden de havens van beide kantons tot de Zwitserse Rijnhavens (Schweizerischen Rheinhäfen, SRH).

Zij vormen de toegangspoort tot de wereldzeeën via de zeehavens Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen. De Middellandse zee is bereikbaar naar Genua via de Gothardtunnels en naar Marseille via kanalen in Frankrijk.

Keulen. Foto: Guido Wasser, Bazel

Rheinhafen Kleinhüningen

De Bovenrijn, die bij Bazel begint, was oorspronkelijk verdeeld in talrijke zijarmen. Met de regulering van de Bovenrijn van 1817 tot 1876 stroomt de rivier nog door één bedding.

Van 1928 tot 1959 is tussen Kembs en Breisach het “Grand Canal d’Alsace” aangelegd. Sindsdien stroomt de Rijn ook door dit 53 km lange kanaal.

De Hoogrijn (Hochrhein) en de Bovenrijn (Oberrhein) vanaf Bazel

Tussen Rheinfelden en Karlsruhe liggen in de Rijn 12 waterkrachtcentrales. Hierdoor is de diepte van de rivier toegenomen en is de Rijn het hele jaar door bevaarbaar. De sluis in Birsfelden heeft een belangrijke functie. Het jaarlijkse aantal schepen bedraagt meer dan 10.000, waaronder 6505 grote schepen (en enkele roeiboten!)

De Schweizerischen Rheinhäfen (SRH) kan met succes in de competitieve regionale, nationale en internationale omgeving standhouden. Tegenwoordig is de SRH zelfs het nationale vervoersknooppunt op de goederencorridor Rotterdam-Basel-Genua.

De Waal (de Rijn) bij Nijmegen

De drie havensecties Basel-Kleinhüningen, Birsfelden en Muttenz Auhafen behandelen jaarlijks 6 miljoen ton goederen en meer dan 100.000 containers, wat overeenkomt met ongeveer 10 procent van alle Zwitserse invoer.

(Bron en verdere informatie: Port of Switzerland) 

De Waal (de Rijn) bij Nijmegen

Colonia Iulia Equestris of Nyon, de oudste stad van Zwitserland

De stichting van de Colonia Iulia Equestris, het huidige Nyon (kanton Waadt), was in 45  v. Chr. een van de laatste politieke beslissingen van Julius Caesar (100-44 v. Chr.). Deze Romeinse generaal had in 58 v. Chr. de Kelten bij Bibratce, vlakbij het huidige Autun in Frankrijk, vernietigend verslagen.

Een aantal Keltische stammen, waaronder de Rauraken en de Helvetiërs, waren in dat jaar richting Bourgogne getrokken, om zich daar te vestigen, ver weg van de Germaanse stammen. Rome had in deze tijd dit deel van Frankrijk (Gallië) nog niet bezet en ook daar woonden Keltische stammen.

De pech voor de ‘Zwitserse’ Kelten was de ambitie van Caesar om Gallië te veroveren en nieuwe Keltische stammen in Gallië pasten niet in dit plaatje. De verslagen ‘Zwitserse’ Kelten gingen terug naar hun grondgebied en sloten verdragen met de Romeinen. Caesar wilde op twee strategische plaatsen Romeinse steunpunten: de Colonia Iulia Equestris en Augusta Raurica (gesticht rond 45 v. Chr.) langs de Rijn.

De rijke Romeinse historie van Nyon is in het centrum, de site archéologique majeur en het Romeinse museum te zien, waaronder talrijke (kunst) voorwerpen, de fundamenten van een amfitheater, forum, basilica, aquaduct, badhuizen, insulae (woonwijken) en het stratenplan.

Na het vertrek van de Romeinen in de vijfde eeuw verviel Augusta Raurica in twee kleine vissersdorpen, Augst en Kaiseraugst, met een paar honderd inwoners. De Colonia Iulia Equestris ontwikkelde zich echter tot een monumentale regionale stad van betekenis.

De hertogen van Savoie bestuurden Nyon eeuwenlang met het kasteel (12e eeuw) als bestuurlijk centrum. Nyon had een belangrijke strategische ligging aan het meer van Genève, tussen Lausanne en Genève en aan handelswegen.

Bern veroverde het Pays du Vaud en Nyon in 1536. Het kasteel was de residentie van de voogd tot 1798 (Franse inval). Het kasteel is tegenwoordig een museum.

Een ander belangrijk monument is de Temple de Nyon, gebouwd in de 12e eeuw. Sinds 1536 is het een protestante kerk.

Le Temple de Nyon

Het park du Bourg de Rive aan de rand van het meer en aan de voet van de oude stadsmuren toont de (daar later geplaatste) Romeinse zuilen. Het klooster van de Minderbroeders (Frères mineurs) in het park stamt uit de 13e eeuw en werd in 1537 een hospitaal. Tegenwoordig is het de locatie van het Musée du Léman, gelegen tegenover de jachthaven.

Musée du Léman

Nyon is vooral een stad om te flaneren en een goed uitgangspunt voor bezoeken aan Aubonne en het achterland, andere steden, zoals Lausanne, Genève, Rolle of Morges en het uitzicht op de Alpen en het meer van Genève.

(Bron en verdere informatie: www.nyon.ch)

  

Tour de l’Horloge

Park Du Bourg de Rive