Historisch Christelijk erfgoed in Zwitserland

Ook Zwitserland met haar vele (opgeheven en functionerende) kloosters en monumentale (gereformeerde en katholieke) kerken zal over niet al te lange tijd formeel geen Christelijk land meer zijn. Binnen afzienbare tijd is het grootste deel van de burgers  ‘zonder religie’ (konfessionslos, sans religion).

Christelijker als Zwitserland kan een land wat betreft symboliek echter niet zijn. Het Zwitserse kruis in de nationale vlag, het rode kruis van het Internationale Rode Kruis, de wapens van diverse kantons (onder andere de bisschopsstaf van de kantons Basel-Landschaft, Basel-Stadt en Jura, de sleutels van St. Peter van Obwalden en Nidwalden of de heilige Fridolin van Glarus), het volkslied is eigenlijk een psalm en de Grondwet begin met de woorden ‘In naam van de almachtige God’.

Interieur van de Kirche St. Peter in Gelterkinden

De Christelijke religie neemt snel in belang af. Het is echter te hopen dat de sociale, humanitaire, humanistische en verbindende functie van de kerken op lokaal niveau niet verloren gaat. Wat vooralsnog in Zwitserland in ieder geval wordt gerespecteerd en onderhouden, is het culturele erfgoed van het christendom.

Het land heeft niet alleen de oudste bisdommen ten noorden van de Alpen (Chur, Kaiseraugst/Augst (Augusta Raurica)-Bazel, Martigny-Sitten, Avenches-Lausanne en Genève), maar onderhoudt ook het Frankische, Karolingische, romaanse, gotische, barokke, rococo en neoclassicistische erfgoed, nog afgezien van enkele opzienbarende kerken uit de 20e eeuw.

Kirche St. Gallus in Kaiseraugst

Zoals bekend kwam het Christendom tot ontwikkeling binnen de bestuurlijke, logistieke, culturele en politieke structuren van het Romeinse Rijk. Het bisdom in Augusta Raurica is daarvan een van de voorbeelden. De bisschop zetelde in deze plaats tot de 6e eeuw. Hij verhuisde naar de Münster in het nabije Bazel.

Kaiseraugst ligt aan de Rijn en een van zijn kleinere waterleveranciers is de beek Ergolz, die bij Augst in de Rijn stroomt. Stroomopwaarts naar haar bron op de Geissflue in de Jura staat een lint van monumentale (katholieke en gereformeerde) kerken.

De regio was in de Romeinse tijd bewoond door de Keltische stam van de Rauraken. De emigratie van de Duitstalige Alemannen, heidenen, na het vertrek van de Romeinen in de vijfde eeuw, betekende niet het einde van de Christelijke wereld van de geromaniseerde Kelten (Gallo-Romeinen). De Alemannen werden verslagen door de Christelijke Franken en deze continueerden het Christendom in deze regio en de bouw van kerken begon.

Oltingen, Kirche St. Nikolaus

De steden en dorpen Liestal, Sissach, Ormalingen, Otlingen en in de nabije omgeving Arisdorf en Gelterkinden herbergen stroomopwaarts van de 30 kilometer lange Ergolz enkele locaties van het bijzondere Christelijke erfgoed van Zwitserland.

Impressies

Oltingen, Kirche St. Nikolaus

Links het oude Beinhaus

 

Ormalingen, Kirche St. Nikolaus 

Sissach, Kirche St. Jakob

Liestal, Kirche St. Martin

Arisdorf

Gelterkinden

(Bron en verdere informatie:  Gesellschaft für Schweizerische Kunstgeschichte/ Société d’histoire de l’art en Suisse)

The Sky is the Limit in Binningen en in Franeker

Zoals bekend is de rekeneenheid van een jaar de tijd die de planeet aarde nodig heeft voor zijn baan om de zon. De maan en de sterren spelen ook een rol in deze tijdsmeting.

In Zwitserland zijn er 46 obervatoria of sterrenwachten, waarvan 26 aangesloten bij de nationale organisatie Schweizerische Astronomische Gesellschaft/Société astronomique suisse. Een daarvan is het observatorium St. Margarethen bij Binningen (kanton Basel-Landschaft).

Het is gesticht in het midden van de 19e eeuw en stond aanvankelijk in de stad Bazel bij het Bernoullianum. In 1928 is het verplaatst naar de huidige locatie en hoorde tot 2007 bij de universiteit Bazel. Sindsdien beheert een vereniging het complex.

Telescoop van het observatorium St. Margarethen

De oude Egyptenaren, de zeevarende Feniciërs, de Grieken en de Romeinen hebben op hun manier al baanbrekende onderzoekingen en ontdekkingen gedaan van het heelal en de tijdsmeting in jaren en dagen. De Vikingen hadden op hun (verre) zeereizen ook al de nodige ervaring met navigeren en tijdsmeting op basis van de sterren, planeten, zon en de maan.

De Egyptenaren ontwikkelden op basis van hun metingen de eerste kalenders, de Grieken en vooral de Romeinen perfectioneerden dit systeem. Aan de Romeinen danken we niet alleen de namen van maanden en dagen, maar ook de Juliaanse kalender, die zelfs tot 1582 gold in het grootste deel van Europa.

François Ducommun (1763-1839), Planétaire, 1816. Collectie: Musée international d’horlogerie

Antieke wetenschappers hadden al ontdekt dat de zon iets meer dan 365 dagen nodig heeft voor de baan om de zon. Dit verschil uit zich tegenwoordig in de schrikkeljaren of 366 dagen per jaar, op 29 februari.

De tijdmeting in uren en secondes was echter pas eeuwen later realiseerbaar, vanaf de ontwikkeling van mechanische uurwerken in de 15e en 16e eeuw. Het Museum voor de horlogerie (Musée d’horlogerie) in Le Locle  en het Internationale Horlogerie Museum (Musée international d’horlogerie) in La Chaux-de-Fonds, dat dit jaar 50 jaar bestaat, zijn daaraan gewijd. Tegenwoordig is zelfs een meting in een Femtoseconde mogelijk, ofwel een bilardste of 0,000 000 000 000 001 seconde.

In de westerse wereld is de Gregoriaanse kalender in 1582 ingevoerd door Paus Gregorius XIII (1502-1585). Tegenwoordig is het de kalender in vrijwel alle landen. De Chinese, Joodse, Japanse, Boeddhistische jaartellingen en de kalenders van enkele andere religies en landen zijn echter (formeel) nog steeds afwijkend.

De invoering van de Gregoriaanse kalender in Zwitserland. Afbeelding: Sternewarte St. Margarethen

Ook in Europese landen was invoering van deze (katholieke) kalender niet vanzelfsprekend. In Zwitserland duurde het zelfs tot 1812 voordat alle 22 kantons van de Confederatie deze kalender hanteerden. Ook de Republiek van de Verenigde Nederlanden kende een tijdspanne tot 1701, met Friesland, Groningen, Utrecht en tenslotte Drenthe als laatste provincies.

 Afbeeldingen: Sternewarte St. Margarethen

Een ander interessant aspect van deze wetenschap is de eeuwenoude globalisering vanaf de antieke oudheid. Van meer recente datum zijn de contacten van wetenschappers in de zestiende en zeventiende eeuw.

Torùn, Nikolaus Copernicus

Nikolaus Copernicus (1473-1543) uit Torùn (Polen) en Galileo Galilei (1564-1642) uit Florence zijn de bekendste namen. De Basler geleerde Peter Megelin (1623-1686), professor aan de Universiteit van Bazel, publiceerde 1682 zijn baanbrekende boek Systema Mundi Copernicanum in Amsterdam. Johannes Hevelius (1611-1687) uit Gdansk (Danzig), publiceerde Selenographia sive Lunae Descriptio en andere belangrijke studies, die soms nog steeds gelden!

Het voormalige observatorium in Binningen is gewijd aan deze historie en is bovendien nog steeds in gebruik als meetinstrument voor diverse meteorologische doeleinden. Het obervatorium wordt beheerd door de Astronomische Verein Basel.

Afbeelding: Sternewarte St. Margarethen

Het observatorium is op bepaalde dagen open voor het publiek, dat (met helder weer) onder deskundige begeleiding gebruik kan maken van de telescopen. Ook met een bewolkte hemel is het obervatorium de moeite waard vanwege de (wetenschappelijk en historische) informatie en de simulaties van een onbewolkte hemel.

Het heelal, de zon, sterren, planeten, galaxies en andere hemellichamen hebben, waar ook ter wereld, ongeacht religie of politiek systeem, één ding gemeen: de Sky is the limit en het verveelt nooit.

Ook Eise Eisinga (1744-1828) heeft zich nooit verveeld in Franeker. Hij voltooide het oudste nog functionerende planetarium ter wereld in 1781.  Onlangs is vanwege het schrikkeljaar de kalender handmatig een dag vooruit gezet!

(Bron en verdere informatie: Astronomischer Verein Basel)

De planeet Jupiter:  Afbeelding: Sternewarte St. Margarethen

Galaxies. Afbeeldingen: Sternewarte St. Margarethen

Tulpenfeest in Morges

Tulpen alleen in Nederland? De vereniging Morges Fleur du Léman heeft onlangs het programma gepresenteerd voor het 54e Tulpenfestival van Morges. Het begint op Goede Vrijdag 29 maart en eindigt in het Hemelvaartsweekend op 12 mei. Met 288.000 geregistreerde bezoekers in 2023 is het Morges Tulip Festival het grootste bloemenfestival van Zwitserland.

 

De belangrijkste vernieuwing is een nieuw cateringconcept dat regionale producten in de schijnwerpers zet. Het aanbieden van een maximum aan regionale en lokale producten is daarbij het uitgangspunt.

Het thema is dit jaar “Landen van de wereld” met concerten, Thés dansants en dansvoorstellingen in samenwerking met het muziekpaviljoen in het Parc de l’Indépendance.

De “Dag van de wijnproever” biedt het publiek wijnproeverijen van wijnboeren uit de regio. De traditionele evenementen zoals de pottenbakkersmarkt  (6 en 7 april) of de draaiorgelmuziek (14 april) zijn er ook weer, evenals op Hemelvaartsdag, 9 mei, een nieuwe kunstnijverheidsmarkt langs de rivier de Morges.

(Bron en verdere informatie: www.tulpenfest.ch)