De slag bij de Trient-brug of de voorloper van de Sonderbundskrieg

De Sonderbundskrieg van 1847 is een bekend historisch feit. Wie kent echter nog de militaire confrontatie tussen ‘die Alte Schweiz’ en ‘die Junge Schweiz’  op 21 mei 1844 bij de brug van Trient (le pont du Trient) bij Vernayaz in (Unter) Wallis ? Toch was deze veldslag met ongeveer 60 doden een generale repetitie van de Sonderbundskrieg van november 1847.

De kloof en de brug van Trient in 1844 © Archives et médiathèque Sion

Op nationaal niveau wilden de radicaal-liberalen een hervorming van de constitutie van 1815. Deze hervorming van 1830 staat bekend als het Rossi-Plan. De term ‘die Junge Schweiz/la Jeune Suisse’ is afgeleid van ‘la Giovine Italia’ van Joseph Mazzini (1805-1872), een Italiaanse advocaat, die de eenheid van Italië op het oog had.

Hij stichtte in 1834 in Bern in exil ook de beweging  ‘das Junge Europa/la Jeune Europe’, met als motto ‘Das Junge Europa wird sich gegen das alte Europa der Könige durchsetzen’.

Die Junge Schweiz verenigde een groep radicaal-liberalen, maar niet alle. Die Junge Schweiz in Wallis wilde, in grote lijnen, een sterkere nationale regering ten koste van de macht van de kantons, scheiding van kerk en staat, afschaffing censuur, verenigingsvrijheid, een versterking van de rechten van burgers, meer democratie en een vrije vestiging voor nieuwkomers, ook van protestanten in het katholieke kanton. De eeuwenoude dominantie van Oberwallis ten koste van Unterwallis speelde echter ook een rol.

Maurice Barman (1808-1878), leider van de Jeune Suisse/ Junge Schweiz en een belangrijke politicus uit en voor Bas-Valais/Unterwallis. Foto: Wikipedia

De katholiek-conservatieven en vooral de zeven Zenden van Oberwallis wilden de oude situatie (het ancien régime) en (katholieke) privileges juist handhaven. De bisschop van Sitten was de drijvende kracht achter deze beweging.

De Landrat, de regering van het kanton, waarin vertegenwoordigers van Unterwallis (met twee leden) en Oberwallis (met drie leden) zaten, was verdeeld. Op nationaal niveau namen in 1930 11 kantons (feitelijk 10.5) de Rossi-hervorming geheel of gedeeltelijk over. Dit proces is bekend onder de naam Regeneration. In Wallis veranderde er echter weinig tot niets.

Vanaf 1830 tot 1839 kregen de radicaal-liberalen en daaronder ook de Junge Schweiz steeds meer invloed en steun.  Voor het eerst botsten de liberalen en conservatieven niet alleen verbaal: op 11 april 1833 was er een schermutseling uit bij de Bâtiaz-brug in Martigny. De gebeurtenis gaat de geschiedenis in als de “bastonade”, of “schermutseling” van Martigny, waarbij overigens nog geen doden te betreuren waren.

Die Bâtiaz-Brücke

De polarisatie en escalatie waren zodanig dat de Tagsatzung (het nationale parlement met vertegenwoordigers van de kantons) bemiddelde. Dit leidde uiteindelijk in 1839 tot veranderingen in de grondwet. De katholiek-conservatieven verweerden zich echter en stichtten de beweging ‘die Alte Schweiz’, onder leiding van de bisschop van Sitten en gesteund door de zeven Zenden van Oberwallis.

De zes Zenden van Unterwallis steunden de radicaal-liberalen en ook de Junge Schweiz. Een splitsing van het kanton werd een reële mogelijkheid en de toestand werd steeds grimmiger met gewelddadigheden, doden en gewonden.

De kloof en de brug van Trient in 2024 

De radicalisering ging verder en beide bewegingen stelden een troepenmacht samen. Na vele kleine schermutselingen kwam het op 21 mei 1844 tot de slag bij de brug van Trient. De katholieke-conservatieve winnaars traden vervolgens in 1845 toe tot de Sonderbund.

In politiek opzicht zijn de gebeurtenissen in Wallis tussen 1830 en 1844 een voorloper op de Sonderbundskrieg van 1847 (met inachtneming van de specifieke gevoeligheden, historische ontwikkeling en lokale verschillen in dit kanton).

Ook het referendum van 3 maart 2024 staat niet los van deze historie en de relatie Unterwallis en Oberwallis. Wellicht is een vergelijking met België zo gek nog niet.

De Franstaligen waren tot de Eerste Wereldoorlog cultureel, politiek en economisch dominant, de Nederlands- (of Vlaams)taligen, waren, hoewel in de meerderheid, de onderliggende partij. Na 1945 veranderde dit en heeft de Vlaamstalige meerderheid in diverse opzichten de overhand.

Het overwegend Duitstalige Oberwallis (nu ongeveer 80 000 inwoners) vreest nu voor zijn positie, zoals het Franstalige Unterwallis (nu ongeveer 270 000 inwoners) dat tot 1798 deed. Deze gevoeligheden zijn al eeuwenoud, maar nog steeds (latent) aanwezig.

(Bron: Walliser Boten/ Le Nouvelliste; Vallée du Trient)

Vernayaz, de Trient

De Engelse kerk van Zermatt

Niets in de wereld kon de bewoners van de Alpen ertoe bewegen een berg als vrijetijdsbesteding op te gaan, laat staan om bergtoppen te beklimmen. Voor de boerenbevolking betekenden bergen tot de 18e eeuw vooral gevaar van de natuur, demonen en fantasiebeesten.

Schrijvers, wetenschappers en wat we tegenwoordig alpinisten noemen, begonnen zich echter eind 18e eeuw te interesseren voor de bergen en hun flora en fauna. De eerste wandelaars en bergbeklimmers dienden zich aan.

Decennia voordat de Engelse periode van bergklimmers aanbrak (rond 1850), beklommen twee Franse inwoners uit Chamonix in 1786 de Mont Blanc, aangemoedigd door de Zwitserse wetenschapper Horace-Bénédicte de Saussure (1740-1799).

Chamonix, monument voor Horace-Bénédicte de Saussure

Van een toeristische boom was echter geen sprake, hoewel deze beklimming wel het gesprek van de dag was. Wellicht hebben de Franse Revolutie en de daaropvolgende oorlogen tot 1815 de verdere ontwikkeling gestopt.

Feit is dat Britten rond 1850 Zwitserland en de Alpen in het bijzonder hebben ontdekt. De flora en de fauna van de Alpen en de schoonheid van de natuur en gezonde lucht (niet onbelangrijk in het Engeland van de industriële revolutie) ontketende een ware trend, met name in de Zwitserse Alpen.

Dit kwam mede door de positieve berichtgeving in (Engelse) media, politiek en bedrijfsleven over die bijzondere republiek met soevereine kantons in het midden van Europa. Kortom, Zwitserland was en vogue, overigens niet alleen voor Britse toeristen, maar ook voor politieke vluchtelingen uit andere Europese monarchieën.

De Matterhorn

Zermatt was de onbetwiste bakermat voor bergbeklimmers. De Engelse Gentleman nam veelal ook zijn familie mee. Uiteraard verwachtten ze comfort en lokale ondernemers, hoteliers, vervoersondernemers (tot de komst van de trein en later auto met de koets), restaurants, culturele evenementen voorzagen in de behoefte.

Een belangrijke behoefte was een locatie voor diensten van de Engelse (Anglicaanse) kerk. Zermatt was katholiek en er was geen protestante kerk. De kerkdiensten werden aanvankelijk gehouden in de hotels Monte Rosa (eigenaar Alexander Seiler), Mont Cervin (eigenaar Joseph Clementz) en Hotel des Alpes.

Het Alexander Seiler (1819-1891) en Katharina Seiler (1834-1895) monument

Met financiële en politieke steun van Seiler en Clementz  begonnen Engelse toeristen begin 1865 met een fondswerving voor een Anglicaanse kerk. Toen sloeg het noodlot echter toe. De eerste succesvolle beklimming van de Matterhorn op 14 juli 1865 eindigde met de dood van vier van de zeven bergbeklimmers. Onder de slachtoffers was de alpinist-dominee Charles Hudson (1828-1865). Bergbeklimmingen, Zermatt en de Matterhorn raakten enkele jaren uit de gratie.

Tijd heelt (veel) wonden en de Baedeker (destijds een toonaangevende ´Lonely Planet´) was in 1868 weer lovend. Bovendien hadden ook Amerikaanse toeristen de weg naar Zermatt gevonden.

De eerste kerkdienst in de nieuwe Anglicaanse kerk vond plaats op 29 juni 1870. De bisschop van Dover Edward Parry (1830-1890) wijdde de kerk op 6 augustus 1871 vervolgens in. De ongelukkige Charles Hudson vond zijn laatste rustplaats onder het altaar van de kerk, andere verongelukte klimmers kregen een plek rondom de kerk.

Zermatt was weer de belangrijkste plaats voor bergbeklimmers en de kerk was de ´parish church of the (British) Alpine Club´, die in 1857 in Londen was gesticht. Het prestige was zo groot dat de British Alpine Club zijn honderdjarig bestaan in Zermatt en in de Engelse kerk herdacht!

Na 1870 kwamen er echter steeds meer toeristen met andere motieven dan klimmen. Andere zomer- en wintersporten ontwikkelden zich. Winston Churchill (1874-1961) bezocht Zermatt in 1894. Hoewel hij onder andere bekend staat om zijn uitspraak ‘no sports’, was hij in zijn jonge jaren wel degelijk een sportman. Volgens de overlevering beklom hij zelfs de Monte Rosa (4634 m).

Deze tijden zijn al lang voorbij en na 1945 veranderde ook de samenstelling van de toeristen en hun bezigheden. De Anglicaanse kerk is echter nog steeds een centrum  voor (Engelssprekende) toeristen en protestantse diensten.

(Bron en verdere informatie:Cicely Williams, A Church in the Alps, Zermatt 1970, 6e editie, in 2006; www.zermatt.ch).

De Basler Fasnacht 2024

De Basler Fasnacht (19-21 februari) is weer verleden tijd. Maar wat was het weer een magisch, emotioneel en tegelijkertijd vertrouwd moment op maandagmorgen om 04.00 op de Martinsplatz (en andere plaatsen in het centrum).

De weken en dagen voorafgaand, de Vorfasnacht, stonden al in het teken van dit moment. Diverse uitvoeringen in theaters, op scholen, cafés, restaurants en andere etablissementen en organisaties waren de warming-up.

Vele maanden daarvoor waren actieve deelnemers, de Fasnächtler en Fasnächtlerinnen en hun formaties, verenigingen en Cliques, echter al druk bezig met de creatieve, muzikale en organisatorische voorbereidingen. Hun komt alle eer toe van de erkenning als UNESCO-werelderfgoed.

Alleen zij?, Nee ook de honderdduizenden bezoekers, het Fasnachts-Comité, andere Fasnachtverenigingen, het stadsbestuur en de vele vrijwilligers, maken dit grandioze evenement tot een (eeuwenoude) beleving.

De Fasnacht is echter meer dan een evenement in en van Bazel. Het is ook een uiting van een karakteristiek van het land: de menselijke maat, de civil society, creativiteit, terughoudendheid en bescheidenheid.

De enorme drukte in de meest smalle steegjes en zelfs de vele drank in en buiten cafés tot in de vroege morgenuurtjes leiden (tot heden) niet tot ernstige incidenten.

De discipline, respect, plezier en organisatie van tienduizenden deelnemers gaan hand in hand met een intens, maar maatvol genieten, ingetogenheid en dankbaarheid van de honderdduizenden toeschouwers.

Of in de woorden van de hoofdredacteur van de Basler Zeitung:

“De Fasnacht van Bazel is niet alleen cultureel werelderfgoed. Ze is een fenomeen. 72 uur van uitzonderingstoestand, 72 uur van vrolijkheid, gezelligheid, een prachtige sfeer, geen gehaast, geen stress, zelfs niet in de grootste drukte, geen achterdocht en heel weinig agressie. Een stad bevrijdt zich van haar onvrede en wordt een bolwerk van tolerantie en humor. Morgestraich, Cortège, Schnitzelbängg, Kinder-Fasnacht, Guggen-muziek, rondstruinen in de steegjes – alles heeft zijn doel. Niets is te klein of te groot, te oud of te modern. Tradities zijn belangrijk voor een samenleving. Ze versterken de cohesie. En ze verbinden gisteren met morgen”.

(Marcel Rohr, hoofdredacteur van de Basler Zeitung op 22 februari 2024:

Die Basler Fasnacht ist nicht nur Weltkulturerbe. Sie ist ein Phänomen. 72 Stunden Ausnahmezustand, 72 Stunden Fröhlichkeit, Geselligkeit, prächtige Stimmung, keine Hetze, kein Stress, auch nicht im grössten Gedränge, kein Argwohn und nur ganz wenig Aggresivität. Eine Stadt befreit sich von ihrem Missmut und wird zu einer Hochburg von Toleranz und Humor. Morgestraich, Cortège, Schnitzelbängg, Kinder-Fasnacht, Gugge-Zyschtig, Gässle – alles hat seinen Sinn. Nichts ist zu klein oder zu gross, zu alt oder zo modern. Traditionen sind für eine Gesellschaft wichtig. Sie stärken den Zusammenhalt. Und sie verbinden das Gestern mit dem Morgen.

En om 08.00 ’s morgens op 22 februari liggen de (meeste) straten er weer bij alsof het 18 februari is.

Martinsplatz, maandag 19 februari, 03.59

 

Martinsplatz 04.00 en later

Stillevens

 

 

Impressies in de stad

De Laternen (of Street Art)

Hieronder een selectie foto’s van Guido Wasser, fotograaf uit Bazel

Blagedde en thema Fasnacht 2024, Vogelfrei