Romeins huis Augusta Raurica 65 jaar

Meer dan 65 jaar geleden had René Clavel uit Bazel (1886-1969) het idee om een Romeins huis van de lokale stedelijk elite na te bouwen in de Romeinse kolonie Augusta Raurica, het huidige Augst.

Augst, de Clavel-villa, bij het museum

In overleg met professor Laur-Belart (1898-1972), die verantwoordelijk was voor de opgravingen in Augusta Raurica, liet hij een peristylhuis bouwen naast het Romeinse theater, met portieken, een omzuilde binnenplaats en met werkplaatsen aan de straatkant. Clavel overhandigde het Romeinse huis aan de Pro

Augusta Raurica Stichting in het voorjaar van 1955. Het Romeinse huis is een gebouw dat het Romeinse leven van de (provinciale) elite illustreert.

Clavel had Pompeii en Herculaneum bezocht en was niet bang om daar en bij andere opgravingen inspiratie op te doen bij de vele open vragen over deze huizen in Romeins Zwitserland.

De prachtige fresco’s zijn daarvan een goed voorbeeld. De Gallo-Romeinse of Raurico-Romeinse peristylhuizen leken misschien niet in ieder opzicht op de veelal luxer uitgevoerde stadsvilla’s in Pompeii of Herculaneum, maar de reconstructie in Augst geeft wel een goede  indruk.

Bovendien geeft het museum nadere achtergrondinformatie en is het terrein een Romeins openluchtmuseum.

(Bron en nadere informatie: B. Pfäffli, “Het Romeinse huis: 65 jaar oud en verre van gepensioneerd” in Augusta Raurica, 2020/1, Augst).

De mooiste bergbeklimmingen- en tochten

De nieuwe uitgave van de Zwitserse Alpen Club (Schweizer Alpen-Club, SAC) heeft de honderd beste bergbeklimmingen in Zwitserland en uit enkele regio’s tot onderwerp.

De auteurs geven een overzicht aan de hand van talrijke foto’s, diagrammen, informatieve teksten en kaarten.

Ook geeft het boek een overzicht van 50 goed gemarkeerde tochten en beklimmingen die alleen met gids gedaan mogen worden.

( Eugen E. Hüsler, Daniel Anker, Die Klettersteige der Schweiz, Aarau, 2020).

Grandeur in Auvernier

De stadsvilla in Auvernier stamt uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. De Franse familie d’Orléans-Longueville (1504-1706) regeerde toen het graafschap Neuchâtel.

In 1630 werd het gebouw eigendom van Karl von Bonstetten uit Bern. Daarna werd en is de familie Châtenay eigenaar.

De zeventiende eeuw was de Gouden Eeuw van dit dorp (tegenwoordig gemeente Milvignes). De Grand Rue getuigt van deze grandeur met diverse andere gebouwen en het iets verderop gelegen kasteel uit 1603.