Mir rede au Elsassisch, Leymen en Hagenthal-le-Bas

Een Zwitserse cartoon symboliseert en relativeert de Röstigraben, het verschil tussen het Frans-en het Duitssprekende deel van het land. Aan de Duitse kant van de Saane bij Freiburg staat een bord met het opschrift: “Hier wird gearbeitet’, aan de Franse kant van de Sarine bij Fribourg staat het bord: : “Ici on parle français”. Aan beide kanten van de rivier staan echter identieke huizen, identiek geklede personen en eten ze Rösti, kortom, het zijn Zwitsers.

Het Elzassische dialect

Dit beeld komt op bij het bord van de gemeente Leymen in de Elzas, in het departement Haut-Rhin: ´Mir rede au Elsassisch´. Dit eeuwenoude Oberrheinalemannische dialect was de spreektaal in deze regio (de Sundgau) van de Bovenrijn (Oberrrhein). Door politieke ontwikkelingen na 1871 is het op de achtergrond geraakt, maar de laatste decennia wordt het weer gekoesterd.

De inwoners van het dorp Rodersdorf (kanton Solothurn) communiceerden eeuwenlang in dit dialect met de bewoners van de Franse dorpen Biederthal, Leymen, Hagental-Le-Bas en Hagental-Le-Haut in de Sundgau.

Cultuurpad

De weg tussen deze Franse en Zwitserse dorpen is dan ook een linguïstisch, historisch en cultureel grenspad (Grenz-Kultur-Weg/Sentier-Culturel-Frontalier). De burcht Landskron op de gekijknamige berg van 530 meter is overal zichtbaar en zelfs de Waggis van de Elzas zijn al generaties goed ingeburgerd in Bazel! (gelukkig bestond Woke toen nog niet. Een Waggi is een Elzassische karikatuur van een boer).

Hagenthal-Le-Haut, Waggis in lokaal restaurant.

In dit landschap van de Jura liggen ook de bronnen van de rivier Birsig en de Strängenbach. De Strängenbach komt uit in de Birsig en de Birsig stroomt door de Elzas en de kantons Solothurn en Basel-Landschaft en mondt uit in de Rijn bij Bazel in kanton Basel-Stadt.

De Strängenbach

De historie van deze dorpen is nauw verbonden met de dynastieën in de naburige Zwitserse kantons en de Habsburgers. De bisschop van Bazel, de graven van Thierstein en Ferrette, de dynastie van Eptingen en daarna Reich von Reichenstein (van de Landskron) waren de belangrijkste grootgrondbezitters.

Het gebied maakte tot 1648 deel uit van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie en zijn Habsburgse keizers. Frankrijk verwierf de Sundgau bij de vrede van Westfalen 1n 1648.

Hagenthal-Le-Haut

Joodse gemeenschap

De dorpen Hagenthal-le-Bas en Hagenthal-Le-Haut (Elzas) hadden in de achttiende eeuw ook een grote Joodse gemeenschap. De Joodse begraafplaats in Hagenthal-le-Bas is nog in een goede staat. De begraafplaats in Hagenthal-Le-Haut is vervallen en vrijwel verdwenen.

In 1784 telde Hagenthal-le-Bas 356 Joodse inwoners, Hagenthal-Le-Haut 271 inwoners, bijna de helft van de bewoners van deze dorpen. Na de Eerste Wereldoorlog (dus niet vanwege de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog) was deze gemeenschap verdwenen.

Alleen de synagoge in de rue de la Synagogue Hagenthal-le-Bas herinnert nog aan deze grote Joodse gemeenschap. De Joodse inwoners van Hagenthal-le-Haut hadden het dorp al voor de Eerste Wereldoorlog verlaten. De synagoge was al in 1903 afgebroken.

Joodse begraafplaats Hagenthal-le-Bas

De reden van de vlucht was de vervolging door de plaatselijke bevolking. In 1789, het jaar van de Franse Revolutie, vond de eerste pogrom plaats. De meeste Joodse inwoners van Hagenthal-le-Bas en Hagenthal-le-Haut vluchtten naar Bazel. In 1848, weer een Frans revolutiejaar, vond een andere pogrom plaats in deze regio.

Leymen

Het dorp Leymen, een paar kilometer verderop, ligt aan de grens met kanton Solothurn. Een Frans-Duitse taalgrens scheidt tegenwoordig deze gebieden, waar tot 1918 het Alemannische dialect de gedeelde spreektaal was.

Niet alleen de beroemde burcht Landskron ligt in de gemeente Leymen. Het dorp herbergt ook twee kapellen. La chapelle (de kapel) des Âmes de purgatoire (Kapelle des Seelen des Fegefeuers) is gesticht in 1928 om pelgrims van en naar Mariastein een tussenstop te bieden.

Kapel Heiligenbrunnen

La chapelle de Heiligenbrunnen is veel ouder en is, volgens de legende, gesticht in de achtste eeuw door de Engelse of Ierse monnik Walburga. Zoals de naam al aangeeft, trof de monnik op deze plaats een waterbron aan, waarmee hij een man van zijn blindheid genas. Op 1 mei vindt jaarlijks een processie plaats voor de heilige Walburga. De huidige kapel stamt uit 1682.

Leymen

Rodersdorf

(Bron en verdere informatie: Office de Tourisme du Sundgau)

Die Kunstinstellingen van de Würth-Groep in Zwitserland

De geschiedenis van de Würth-Groep (Würth-Gruppe) begint in 1945 in Künzelsau, een klein stadje in Hohenlohe (Baden-Württemberg). In dat jaar richtte Adolf Würth (1909-1954) het bedrijf Adolf Würth GmbH & Co. KG op, dat zijn zoon Reinhold Würth (*1935) in 1954 overnam.

De internationalisering van de Würth Group ging daarna snel. Al in het begin van de jaren 1960 waren er meerdere bedrijven in andere Europese landen, onder andere in Zwitserland en Oostenrijk.

Gedurende vele decennia ontwikkelde de schroefgroothandel zich tot ’s werelds grootste onderneming voor montage- en bevestigingstechniek en Würth International. Het bedrijf heeft tegenwoordig vestigingen op vijf continenten.

De Schlossmühle was het eerste bedrijfsgebouw van Würth in 1945. Foto: Würth Archief

Een multinational met betrokkenheid voor maatschappij, kunst en cultuur

Het bijzondere aan dit bedrijf is  de betrokkenheid bij de maatschappij, kunst en cultuur, in de breedste zin van het woord, op het gebied van beeldende kunst, literatuur, sport, muziek en theater.

Prof. Dr. h.c. mult. Reinhold Würth. Foto: Würth Archief

Prof. Dr h.c. mult. Reinhold Würth, momenteel voorzitter van de Stiftungsaufsichtsrat van de Würth-Groep , en zijn vrouw Carmen Würth (*1937) richtten in 1987 de Stiftung Würth op. De stichting bevordert projecten op het gebied van kunst, cultuur, sociale zaken en onderwijs, onderwijs en onderzoek, integratie en sport.

Carmen Würth. Foto: Würth Archief

Tientallen jaren eerder hadden beiden al een grote belangstelling ten toon gespreid  voor sociale kwesties, kunst en cultuur. Ze begonnen kunst te verzamelen rond 1970. Vandaag de dag omvat de Würth Collectie ongeveer 20.000 kunstwerken uit meer dan 500 jaar kunstgeschiedenis, van de late middeleeuwen tot moderne en hedendaagse kunst – voornamelijk schilderijen en beeldhouwwerken.

De werken worden regelmatig gratis tentoongesteld in de 15 musea, kunstgalerieën en kunstkabinetten die het bedrijf in Europa heeft opgezet en beheerd. De Würth Collectie presenteert haar werken ook in bruikleen op tentoonstellingen in andere musea en instellingen.

Museum Würth 2 in Künzelsau. Foto: Würth Archief

De musea, fora en kunstgalerijen van de Würth Groep

Het Museum Würth in Künzelsau opende zijn deuren in 1991, gevolgd door de Kunsthalle Würth in 2001 en de Johanniterkirche met oude meesters in Schwäbisch Hall in 2008. Museum Würth 2 in Künzelsau is 2020 opgericht en is geïntegreerd in het cultuur- en congrescentrum “Carmen Würth Forum”.

De activiteiten van het museum reiken veel verder dan de regio van het oprichtende bedrijf. Sinds 1999 heeft de Würth Groep kunstfilialen in Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje en Zwitserland.

Dit artikel richt zich in het bijzonder op de drie vestigingen in Zwitserland, in Rorschach (Kanton St. Gallen), Chur (Kanton Graubünden) en Arlesheim (Kanton Basel-Landschaft).

Het artikel is gebaseerd op een schriftelijk interview met mevrouw C. Sylvia Weber, hoofd van de afdeling Kunst en Cultuur van de Würth Groep, met een ondersteunende rol van Myriam Rüegsegger (hoofd van Forum Würth Arlesheim).

De relatie tussen Zwitserland, het land met de relatief hoogste museumdichtheid ter wereld en de multinational met de meeste musea in Europa, krijgt dus welverdiende aandacht.

Forum Würth Arlesheim. Foto: Würth Archief

Interview met C. Sylvia Weber, hoofd van de afdeling kunst en cultuur van de Würth Groep

  • In een klein land als Zwitserland zijn er drie Würth Fora (Foren of Kunstdependancen) in Arlesheim, Chur en Rorschach. Daarmee is Zwitserland koploper in Europa, afgezien van de musea en instellingen in Duitsland. Was er een bepaalde reden voor het openen van drie instellingen in Zwitserland? Is een forum altijd gekoppeld aan een bedrijfsgebouw of zijn er ook op zichzelf staande fora?

De achtergrond en het uitgangspunt voor het opzetten van een forum voor de kunst van de eigen collectie op verschillende Europese locaties waren de uitbreidingen van het bedrijf en het succesvolle concept in Duitsland.

Naar het voorbeeld van Museum Würth in Künzelsau bij het hoofdkantoor van het bedrijf in Baden-Württemberg, zijn tussen 1999 en 2013 tien kunstcentra geopend in Europa,  geïntegreerd in het hoofdgebouw van het bedrijf of op zichzelf staand, maar altijd in directe verbinding met het bedrijf. De kunsttentoonstellingen zijn zowel gericht op Würth-medewerkers als op het grote publiek. De toegang is overal gratis.

De oprichting van de Würth Fora in Chur, Arlesheim en Rorschach tussen 2002 en 2013 weerspiegelt dus de dynamiek en vitaliteit binnen het bedrijf.

Forum Würth Rorschach. Foto: TES

De Würth Collectie, die de ondernemer Reinhold Würth al ongeveer 60 jaar opbouwt en die vandaag de dag meer dan 20.000 werken telt en daarmee een van de belangrijkste privécollecties van dit moment is, is een steeds vruchtbaardere basis geworden voor het organiseren van tentoonstellingen buiten Duitsland.

  • Würth heeft een grote kunstcollectie. Hebben de kunstvestigingen in Zwitserland ook een permanente collectie of zijn er alleen tijdelijke tentoonstellingen?

De Zwitserse fora in Arlesheim en Chur hebben hun eigen collectie beeldhouwwerken, die buiten de bedrijfsgebouwen worden tentoongesteld. Hieronder bevinden zich belangrijke werken van Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely, Bernhard Luginbühl en Not Vital. Daarnaast worden er wisselende tentoonstellingen georganiseerd op basis van de Würth Collectie, die centraal wordt beheerd in het hoofdkantoor van het bedrijf in Künzelsau.

Inzicht in de beeldentuin van Forum Würth Chur bij het bedrijfsgebouw van Würth International AG. Foto: Würth Archief

  • Wie bepaalt het thema, de inhoud en het concept van de tentoonstellingen? Is elk forum autonoom of heeft de Kunstadviesraad van Würth een beslissende of adviserende stem? Focus: beeldhouwkunst, schilderkunst, grafiek, natuur, etc.?

Het is Reinhold Würth die de collectie sinds de jaren 1970 parallel aan zijn succesvolle ondernemersactiviteiten heeft opgebouwd. De kunstadviesraad van de Würth Groep adviseert over de strategische richting van de collectie en de tentoonstellingsactiviteiten. De tentoonstellingen zelf worden georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van het management van de Würth Collectie samen met de respectievelijke curatoren.

  • Er zijn beeldenparken, rondleidingen en reizen (bijvoorbeeld naar de Würth musea in Duitsland), zijn er ook kunstcursussen/lessen?

Er is een uitgebreid educatief programma op alle kunstlocaties. Dit omvat rondleidingen, workshops, begeleidende evenementen voor docenten, lezingen, conferenties en andere activiteiten. Daarnaast is er de vereniging Freunde der Museen Würth e. V., die speciale aanbiedingen organiseert.

  • Is er sprake van harmonisatie of coördinatie tussen de verschillende Würth musea/vestigingen? Zijn er thematische zwaartepunten?

Het uitgangspunt voor alle tentoonstellingen bij Würth is de collectie zelf. Ze is met name gericht op schilder- en beeldhouwkunst; inhoudelijk is ze divers, wat te danken is aan de brede interesses van deze gepassioneerde verzamelaars. Uit deze rijkdom kunnen gemakkelijk zowel monografische als thematische accenten worden gelegd.

Onze tentoonstellingsgeschiedenis bevat voortdurend namen als Max Ernst, Christo en Jeanne-Claude, Horst Antes, Georg Baselitz, Anselm Kiefer, Fernando Botero en David Hockney, om er maar een paar te noemen.

Wat betreft beeldhouwkunst moeten Alfred Hrdlicka, Anthony Caro, Eduardo Chillida en Tony Cragg worden toegevoegd. Qua thema’s grijpen de presentaties herhaaldelijk terug op belangrijke sociale en culturele onderwerpen, zoals het mensbeeld of de plantenwereld.

Ons doel is om de Würth Collectie in wisselwerking met de andere instellingen  te tonen en tegelijkertijd een breed publiek bewust te maken van relevante thema’s en artistiek belangrijke bewegingen.

  • Zijn de tentoonstellingen (ook) reizende tentoonstellingen?

De concepten die op basis van de collectie worden ontwikkeld, zijn bedoeld om op meerdere locaties na elkaar te worden gepresenteerd – niet in de laatste plaats om redenen van duurzaamheid.

Carl Moll, Venetië, op de Riva Schiavoni – Uitzicht in de richting van de Giardino Pubblico, rond 1922, Würth Collectie, Inv. 1879. Tentoonstelling ”Wasser, Wolken, Wind ‒ Elementar- und Wetterphänomene in Werken der Sammlung Würth’, Forum Würth Rorschach, 2023-2025.

  • Wat is de relatie tussen de Würth Kunstcollectie en een tentoonstelling? Worden objecten uit deze collectie altijd of meestal getoond?

Alle tentoonstellingen zijn gebaseerd op het bezit en de inhoud van de Würth Collectie.

  • Heeft Arlesheim een bepaalde focus, Chur en Rorschach een andere? Is er een bepaalde coördinatie?

In principe worden alle programma’s op elkaar afgestemd. Dit wordt bereikt door een tentoonstellingscoördinator die zich intensief en centraal bezighoudt met de tentoonstellingsprojecten. De Zwitserse Fora organiseren ook herhaaldelijk tentoonstellingen in samenwerking met lokale partners.

Dit omvat bijvoorbeeld tentoonstellingen van kunst door mensen met een handicap – een belangrijke focus bij Würth. In Arlesheim gebeurde dit in samenwerking met de creatieve werkplaats van het Bürgerspital in Basel, en in Rorschach met het open kunstmuseum in St. Gallen, een instelling voor Zwitserse naïeve kunst en art brut. Er was de fototentoonstelling “HIDDEN – Hidden Places in Switzerland” en andere projecten met lokale thema’s en kunstenaars.

  • Zijn er verschillende doelgroepen/ervaringen in Arlesheim/Chur/Rorschach?

De locatie speelt zeker een rol in de bezoekersstructuur. Arlesheim trekt bijvoorbeeld bezoekers uit Baden-Württemberg en de Elzas, terwijl Rorschach en Chur bezoekers uit de Bodensee-regio en Italie trekken, inclusief Oostenrijk en Duitsland.

  • Welke ervaringen heeft u met de reacties van het publiek, andere musea en lokale gemeenschappen?

Forum Würth Arlesheim, Tentoonstelling ‘Christopher Lehmpfuhl, zwischen Pathos und Pastos

We werken samen met andere lokale culturele instellingen. Voor ons is barrièrevrije toegang tot kunst en cultuur een uitgesproken doel. Dit omvat zowel gratis toegang als de organisatie van ons aanbod, van tentoonstellingen tot evenementen.

Deze inzet is positief ontvangen en wordt benut door de lokale gemeenschappen. De Würth Collectie heeft sinds 1989 wereldwijd al 10,4 miljoen bezoekers mogen verwelkomen. Dankzij de gratis toegang zijn de “speeltuinen” van de Würth Collectie de meest democratische plaatsen ter wereld geworden, om Reinhold Würth te citeren.

  • Plannen voor de toekomst?

We werken er voortdurend aan om het publiek te inspireren, in Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje en Zwitserland.

De revitalisering en uitbreiding van de Kunsthalle Würth in Schwäbisch Hall door het internationaal gerenommeerde architectenbureau Henning Larsen München, die momenteel plaatsvindt, is in dit opzicht een belangrijke stap in de toekomst.

Hartelijk dank voor uw bijdrage

Sammlung Würth, Oude Meester in de Johanniterkirche in Schwäbisch Hall. Foto: Archief Würth

Magden, Maisprach, Olsberg en Giebenach schrijven geschiedenis

Kleine dorpen schrijven vaak grote geschiedenis in Zwitserland. Niet ver van Rheinfelden (kanton Aargau) liggen de dorpen Magden (kanton Basel-Landschaft), Olsberg (kanton Basel-Landschaft en kanton Aargau) en Maisprach en Giebenach (kanton Basel-Landschaft).

De eerste vermelding van Magden stamt uit 804 in een oorkonde van de abdij St. Gallen. De abdij verpachtte de nederzetting met de (Keltische) naam magos dunon. De eerste melding van de kerk is in 1036. De graaf van Lenzburg schonk de kerk en haar landgoed (voor de wijnbouw) later aan het Chorherrenstift Beromünster (kanton Luzern).

Rheinfelden was vanaf de middeleeuwen de machtige buur van het dorp. Tot 1801 bestuurde Habsburg het Fricktal, inclusief Magden en Rheinfelden. Vanaf 1803 maakt het dorp deel uit van kanton Aargau. Magden is met ongeveer 800 werkzame personen en 400 Hektaren wijnbouwgrond nog steeds een belangrijke wijnproducent.

De middeleeuwse kerk van Magden

Klooster Hortus Dei in Olsberg

Op loopafstand van Magden is in 1234 het Cisterciënzer klooster Hortus Dei (tuin van God) in het dorp Olsberg gesticht. Het klooster is in 1805 ten tijde van de nieuwe Confederatie (1803-1813) en de oprichting van kanton Aargau opgeheven. Het kreeg in 1806 een bestemming van oecumenische inrichting (wat modern was voor die tijd) voor (her) opvoeding van meisjes en jonge vrouwen.

De Pestalozzi-Stiftung beheerde vanaf 1846 het complex als (her) opvoedingscentrum voor jongens en jonge mannen. Tegenwoordig is het complex eigendom van het kanton en is het voor diverse activiteiten ingericht.

De historie van Olsberg is even bijzonder, als het dorp klein is (tegenwoordig 350 inwoners). Olsberg heeft een lange (pre) historie van bewoning achter de rug. In de Romeinse tijd lagen hier villa’s en boerderijcomplexen. Het dorp lag immers vlakbij de Romeinse Colonia Augusta Raurica in een vruchtbaar dal.

Een deel van het kleine dorp, ten noorden van de Violenbach, hoorde vanouds bij Rheinfelden en het Fricktal. Habsburg bestuurde dit deel van het dorp tot 1801.

De stad Bazel bestuurde het dorp aan de zuidelijke oever van de Violenbach. Vanaf 1833 is Olsberg een gemeente in kanton Basel-Landschaft.

De Violenbach

Kloosterhof Iglingen

Het kleine kloosterhof Iglingen (kanton Aargau) is in 1255 gevestigd. Het ligt in een dal tussen Wintersingen (kanton Basel-Landschaft) en Magden. Zijn in 1509 ingewijde kerk ging 1860 door brand verloren. Alleen het koor bleef behouden en is sindsdien in gebruik als de St. Niklauskapelle.

Het huidige complex bestaat uit twee hoven. Sinds 1918 beheert en verpacht de Christoph Merian Stiftung het complex en de landbouwgronden.

Maisprach Romeinen, Bazel en wijn

Ongeveer 4 kilometer van Magden ligt het dorp Maisprach. De eerste vermelding dateert uit 1180 met de naam Meisprache en in 1247 als Mesbrache, Deze namen duiden op een Keltische oorsprong en een Romeinse verleden.

Maisprach

Magden (l) en Maisprach (r)

Op de Sunnenberg bevond zich een oude verdedigingstoren en in het dorp op de plaats van de huidige kerk, op de zogenaamde ‘Hübel’, een Romeinse Villa. De muur van het kerkhof herbergt nog oude stenen (spolia) van deze villas.

De Sunnenberg met toren

De graven Von Thierstein bestuurden het dorp tot 1461 . De stad Bazel verwierf het dorp in dat jaar. De wijnbouw wordt al in de veertiende eeuw vermeld in documenten. De ‘rote Maisperger’ was en is nog steeds een (lokaal) begrip. De Mariakerk is in 1291 ingewijd. Toren en koor zijn in 1711 verbouwd.

Ten tijde van de afsplitsing van Bazel in de jaren 1831-1833 was Maisprach een voorstander van verblijf bij kanton Bazel en was het tegen afscheiding.

Giebenach en de Violenbach

Giebenach ligt in district Liestal (kanton Basel-Landschaft) en de Violenbach doorkruist ook dit dorp. De oude middeleeuwse naam was In villa Gibennacho’ of ’bi dem hofe ze Gybenach’.

Ook hier laggen Romeinse villa’s en landbouwcomplexen aan de oorsprong van het dorp ten grondslag. De gronden waren eerst eigendom van de graven van Alt-Homburg en Homburg. De stad Bazel verwierf het dorp in de zestiende eeuw en sinds 1833 maakt het deel uit van kanton Bazel-Landschaft.

Conclusie

Dit gebied heeft in Schwabenkrieg (1499), de reformatie (rond 1530) en in de dertigjarige oorlog (1618-1648, plunderingen door Zweedse troepen in 1633-1636)) veel onrust en oorlogsgeweld gekend. Ook de grenzen van de kantons, zelfs dwars door een klein dorp, duiden op ‘the fate of history’. Ze hebben in ieder geval geschiedenis geschreven vanaf de (pre) historie tot in de negentiende eeuw.

Magdenerbach en het natuurgebied Ängi in het Magdenertal

Impressies van Maisprach

 

Het voormalige klooster Olsberg