Hotel Les Trois Rois

Het hotel Les Trois Rois in Bazel kent een geschiedenis die teruggaat tot de eerste herberg in de elfde eeuw, ten tijde van de bouw van de dit jaar duizend jarige Münster.

De bisschopsstad maakte lang deel uit van het Bourgondische Koninkrijk en vanaf 1032 het Heilige Roomse Rijk. De Duitse keizer Heinrich II en de laatste Bourgondische koning Rudolf III hebben de stad in ieder geval meerdere keren bezocht en hun grote gevolg had veel eet- en slaapruimte nodig.

Over deze eerste herberg is niet veel bekend, niet eens of de ligging overeenstemt met de huidige locatie van het hotel.

In 1681 wordt de herberg voor het eerst met de Duitse naam genoemd in documenten: Gasthof zu den Drei Königen. De drie koningen op het voorportaal zijn echter pas in de achttiende eeuw aangebracht. In deze periode kreeg de herberg steeds meer de gedaante en functie van een hotel.

Beroemde bezoekers, zoals Napoleon, leden van de Oostenrijkse keizerlijke familie en bijvoorbeeld Goethe brachten er de nacht door.

De Franse revolutie en bezetting gingen ook het hotel niet ongemerkt voorbij en uit deze dagen stamt de Franse naam Gasthaus Aux Trois Magots. Koningen waren immers ‘not done’ tot Napoleon zelf keizer werd en her der familieleden tot koningen benoemde.

In 1844 kreeg het hotel de omvang en façade die het tegenwoordig nog steeds heeft, waaronder het balkon met arkaden aan de Rijnkant. Koningen en beroemdheden uit politiek, kunst en wetenschap behoren sindsdien tot de gasten.

De iconische foto van Theodor Herzl (1860-1904) is genomen op het balkon van dit hotel in 1901 bij het vijfde Zionistencongres.

De naam veranderde ook weer in Hotel Drei Könige am Rhein om in de volksmond voortaan zo door het leven te gaan. De formele naam is tegenwoordig echter weer Hotel les Trois Rois.

Drie Meren Regio

Het meer van Neuchâtel was in de negentiende eeuw bij (Engelse) toeristen zeer geliefd vanwege het schitterende uitzicht op de Alpen en, vanaf de aanleg van de spoorbaan, de goede bereikbaarheid.

De Grand Hotels herinneren nog aan deze ‘belle époque’ van het kanton en de stad in het bijzonder. De industrie (onder andere horlogerie, asfalt, absint, toerisme, dienstverlening) en de gunstige ligging leidden tot welvaart in het kanton en een grote groei van de stad Neuchâtel.

Ook het mooie achterland (Jura) en voorland (Alpen) en de ligging aan het meer en in de Drie Meren regio (Drei-Seen-Land/Pays des Trois-Lacs) maakten Neuchâtel tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor mensen en industrie.

De Mönch, Jungfrau, Eiger en iets verder vanuit de verte de Mont Blanc en Les Dents du Midi zijn en waren de getuigen.

De Via Francigena in Zwitserland

De oorsprong van de Via Francigena, die Canterbury met Rome verbindt door de (huidige) landen Engeland, Frankrijk, Zwitserland en Italië, gaat terug tot het oude Romeinse wegennet toen soldaten en kooplieden van het zuiden naar het noorden van Europa reisden en omgekeerd.

De Via Francigena doorkruist de kantons Vaud en Wallis en gaat ook over de Grand-Saint-Bernard. De Romeinen gebruikten deze weg toen ze in 43 naar het noorden marcheerden om Britannia te veroveren.

De huidige naam van deze oude Romeinse weg is echter van veel latere datum. In 772, toen de Longobarden (en hun Italiaanse Koninkrijk met zijn hoofdstad Ravenna) de pauselijke staten bedreigden, schoot Karel de Grote, koning van de Franken, in 772 de paus te hulp.

In 774 zou hij de Longobarden vernietigend verslaan (en als dank onder andere het klooster St. Johann in Müstair en St. Peter in Mistail in Graubünden stichten).

Het is uit deze tijd dat de weg de naam Via Francigena kreeg, wat de ‘weg die uit Frankrijk komt’ betekent.

De weg werd echter pas een bedevaartsweg nadat de aartsbisschop van Canterbury over deze weg in 985 naar Rome was gereisd om het pallium van de paus te ontvangen. Deze reis is nauwkeurig opgeschreven en het document (bewaard in het British Museum) werd een soort reisgids voor pelgrims.

De huidige kantons Vaud en Wallis bestonden toen nog niet en het gebied en de steden behoorden tot het Bourgondische Koninkrijk (888-1032).

De Zwitserse steden zijn te vinden onder hun (vulgaire) Latijnse namen, onder andere Bourg-Saint-Pierre (Petrecastel), Orsières (Ursières), Saint-Maurice (Sce Maurici), Aigle (Burbulei), Vevey (Vivaec), Lausanne (Losanna), Villeneuve, Orbe (Urbe) en Yverdon (Antifern).

In 1994 erkende de Raad van Europa de Via Francigena als een Europese culturele route en in 2001 werd de Europese vereniging van de Via Francigena opgericht. (Bron: A.M. Barelli, Le Chablais (Viterbo, 2014).