De Alpenconventie

De vorming van de politieke ruimte in Europa kan worden omschreven als een proces van concentratie.

In het begin van de moderne tijd waren er ongeveer tweehonderd onafhankelijke staten op het continent, kort voor 1900 waren dat er nog dertig.

De toenemende omvang van de staten komt duidelijk tot uiting in hun afnemende aantallen.

In het Alpengebied kan het proces worden gevolgd met behulp van de beroemde encyclopedie uit 1732 van Johann Heinrich Zedler (1706-1751). Deze telde meer dan 20 politieke eenheden (meest kantons) in de Alpen.

De encyclopedieën van de late 19e eeuw noemden deze aantallen niet meer, maar een handjevol staten, zoals de Oostenrijkse monarchie, het Koninkrijk Italië, de Franse Republiek en de Zwitserse Federatie.

De grenzen tussen de natiestaten werden barrières, ondersteund door ideologieën en toenemende militarisering in de eerste helft van de twintigste eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog ging de ontwikkeling in een andere richting.

De opkomst van het regionalisme was duidelijk zichtbaar in het Alpengebied (nog afgezien van de Europese Unie en haar voorgangers).

Dit kwam voor het eerst tot uitdrukking in de oprichting van transnationale werkgemeenschappen op regionaal niveau en op 7 november 1991 in de Alpenovereenkomst.

Zo is deze regio voor het eerst in de geschiedenis tot het begin van een gemeenschappelijke politieke structuur gekomen. (J. Mathieu, Die Alpen. Raum, Kultur, Geschichte, Stuttgart 2015).

Internationaal Rijn Verdrag

Als gevolg van de steeds intensievere bewoning van het Rijndal werd in de 19e eeuw een betere bescherming tegen hoogwater noodzakelijk.

De meest verwoestende overstromingsramp vond plaats in 1817. Andere grote overstromingen waren er in 1888, 1927, 1954 en 1987 en natuurlijk de Magadalena-vloed van 1342.

Bij het Internationaal Verdrag van 1892 tussen Oostenrijk en Zwitserland is het Internationaal Reglement van de Rijn (IRR, die Internationale Rheinregulierung) vastgesteld.

In 2017 vierde de IRR zijn 125ste verjaardag. Dit verdrag was het begin van een nauwere samenwerking tussen de twee landen.

In de Rhy-Schopf van het Werkhof Widnau is een tentoonstelling over het begin en de toekomst van de bescherming en het project Rhesi.

Rhesi staat voor Rijn – Recreatie en veiligheid (Rhein – Erholung Sicherheit) in het benedenrijndal.

De autoriteiten willen het verloop van de Rijn en zijn stuwdammen voorbereiden op de komende 300 jaar.

Met de voltooiing van de planningsfase van het project presenteert de tentoonstelling de huidige stand van zaken.

(Bron en verdere informatie: www.rhesi.ch).

 

Een topographische historie van Graubünden

Een verzameling historische topografische landschappen van dorpen, gebouwen en landschapsbeelden is een zeer belangrijke bron van informatie om de historische ontwikkeling van nederzettingen, veranderingen van gebouwen, vernieuwing en verplaatsing van verkeersroutes en natuurlijke of door de mens veroorzaakte veranderingen van de woon- en natuurlijke omgeving te reconstrueren.

Het Rhätische Museum in Chur heeft een uitgebreide en waardevolle collectie, vanaf 1525 tot het einde van de negentiende eeuw en de opkomst van moderne media, zoals fotografie.

Deze afbeeldingen zijn samengevat in een boek, gecomplementeerd door andere verzamelingen in Zwitserland en in chronologische volgorde per druktechniek afgebeeld. Ook komt het landschap als bron van inspiratie voor kunstenaars aan de orde, wat ook door de eeuwen een veranderend beeld documenteert.

Het boek ‘Graubünden in alten Ansichten’ bevat honderden impressies van de historische ontwikkeling van steden, kastelen en natuur, bijvoorbeeld smeltende gletsjers, chronologische lijst van geïllustreerde gedrukte publicaties, grafische werken en tekeningen en schilderijen vanaf 1525 tot rond 1880.

Het boek bestaat uit drie delen: Tekeningen en schilderijen, prenten en ansichtkaarten. Het boek is een geschiedenis van Graubünden van de 16e tot het begin van de 19e eeuw. (Bron: B. Weber, Graubünden in alten Ansichten, Chur 2002).