Sinfonia d’aua in Flims

Sinfonia d’aua in Flims bestaat uit zes kleine ‘waterkrachtcentrales’. Men ziet hoe natuur, technologie en mensen met elkaar omgaan en als geheel functioneren.

Het project geeft inzicht in water als natuurverschijnsel, ecologische elektriciteitsproductie, duurzaam drinkwatergebruik en multifunctionele infrastructuur voor het maken van sneeuw.

Duizenden jaren (sinds de laatste ijstijd, ongeveer 10 000 jaar geleden) heeft het water in het kalksteen nieuwe wegen gezocht en een wijd vertakt, ondergronds systeem van meertjes en waterbronnen gecreëerd. De twee grootste meren in Flims – het Cauma- en Crestameer – worden ondergronds gevoed.

Het Caumameer heeft ook geen bovengrondse afvoer en het waterpeil schommelt tot zeven meter per jaar. De karakteristieke turquoise blauwe kleur ontstaat door de lichtverstrooiing van kleine anorganische zwevende deeltjes.

De unieke kleur en idyllische ligging hebben het Caumameer wereldberoemd gemaakt. Punt Gronda is het bezoekerscentrum van het project dat Sinfonia d’aua heet (aua betekent water in het Romaans-Sursilvan).

(Meer informatie: www.wasserweltenflims.ch).

Het Wederdoperpad in Zwitserland

De Wederdopers vinden hun oorsprong in de reformatie in Zwitserland in de zestiende eeuw met name in Zürich en het Berner Oberland. Zij erkenden en praktiseerden slechts het doopsel van volwassen, pleitten voor een strikte scheiding van kerk en staat en deden afstand van iedere vorm van geweld.

De Wederdopers werden streng vervolgd vanwege hun geloof en vele weken uit, naar andere Europese landen, vooral Duitsland en Nederland, of naar Amerika. Anderen vluchtten naar de hoogten van de Jura, dat toen behoorde tot het bisdom Bazel. Daar voorzagen ze met name in het levensonderhoud door landbouw.

De wederdopers worden tegenwoordig Mennonieten genoemd. Het pad van de Wederdopers volgt de route, die ze namen toen ze hun toevlucht zochten in de Jura.

De wandeling leidt naar geheime ontmoetingsplaatsen, inscripties en het archief met documenten, boeken en objecten.

(Bron en verdere informatie: www.reformation-sh.ch/taeuferweg).

De Amerikaanse consul-generaal

John Godfrey Boker (1794-1860) was de eerste Amerikaanse consul-generaal in Zwitserland per oktober 1830 met als standplaats Bazel. De Zwitserse regering had in 1822 al honoraire consuls naar Washington en New York gestuurd.

De eerste Amerikaanse ambassadeur overhandigde zijn geloofsbrieven in 1853 (met zetel in Bern). John Boker vestigde zich in het gebouw dat bekend staat als Zum Goldenen Loewen in Bazel.

Een herdenkingsplaat herdenkt deze gebeurtenis. De oude Zwitserse Confederatie was al een relevante Europese speler lang voor het Congres van Wenen, maar de onafhankelijke kantons hadden hun eigen buitenlands beleid en vertegenwoordigingen. Britse, Nederlandse, pauselijke of Franse diplomaten waren lang voor 1815 in de kantons aanwezig.

De ambassade van Frankrijk was bijvoorbeeld in Solothurn. Het Amerikaanse consulaat in Bazel werd in 1963 gesloten vanwege bezuinigingsmaatregelen. Bazel bleef echter een stad van buitenlandse consulaten.

In 1920 waren er ongeveer 20. Dit aantal is in de loop der jaren toegenomen en in 1993 telde de stad 25 consulaten (Genève 63, Zürich 54, Lausanne 17, Bern 10 (het kleine aantal is te wijten aan de aanwezigheid van ambassades), Lugano 19, Chur en St. Gallen 2, Locarno en Bellinzona beide 1.

Deze aantallen zijn intussen afgenomen en blijven afnemen als gevolg van verbeterde communicatiemiddelen en de relatief kleine omvang van het land, maar het toont kosmopolitische karakter van het land.