De kloosters van Bazel

Bijna 500 jaar geleden, in de jaren 1525-1529, hielden de tien kloosters in Bazel op te bestaan en nam het bestuur van de stad het beheer over. Ook de bisschop verliet de stad met zijn Domheren en vertrok naar Porrentruy.

De Reformatie had Bazel bereikt en aan 450 jaar historie kwam een einde, vanaf de vestiging van het eerste klooster St. Alban in 1083. Het tweede klooster was de St. Leonhard, dat rond 1133 werd ingewijd.

Klooster St. Alban, onbekende kunstenaar, 19e eeuw. Foto: Wikipedia

Huidige complex voormalige St. Albanklooster

De Leonhardskirche en het Musikmuseum

In de dertiende eeuw nam het aantal kloosters een grote vlucht door de opkomst van de nieuwe bedelorden.

Tussen 1231 en 1279 vestigden zich Dominikaner (ook wel Prediker genoemd, omdat prediken hun belangrijkste bezigheid was), Franciskanen en Augustijnen-heremieten, alle met mannen en vrouwenkloosters.

De Predigerkirche

Het complex van de Karthuizerorde met de Theodorkirche op de achtergrond

De bedelorden hadden drie mannenkloosters (Barfüsser of barvoets (Franciskanen), Prediger en Augustiner) en vier vrouwenkloosters (Gnadental, St. Clara, Steinenklooster en Klingental).

Het complex van de Karthuizers is het best bewaard gebleven, andere kloosters zijn geheel verloren gegaan, waaronder het Steinenklooster (op de plek van de Tingueley bronnen) en van het Gnadental en Augustiner klooster zijn alleen muren overeind gebleven.

Wel bestaan er nog steeds zeven kloosterkerken. De St. Leonhard kerk en de St. Alban kerk hebben nog veel authentieke delen uit de twaalfde en dertiende eeuw.

Het Klingentalklooster wordt nog steeds omgeven door het oude nonnenverblijf en is tegenwoordig een museum (Museum Klein Klingental), waar onder andere de historie van de Münster, zijn relieken en veel middeleeuwse sculptuur is ondergebracht. Ook zijn maquettes te zien van de middeleeuwse situatie, inclusief de beroemde dodendans (Totentanz).

De Predigerkerk, die in 1269 is ingewijd is grondig gerenoveerd, maar met oog voor detail en het middeleeuwse origineel, inclusief een reconstructie van de beroemde dodendans op de muren van de begraafplaats. In 1805 is deze symboliek uit de vijftiende eeuw vernietigd. De Barfüsserkerk is tegenwoordig het historisch museum van Bazel.

De Barfüsserkirche, het huidige Historische Museum van Bazel

De Martinskirche en de Martinsplatz

De Peterskirche

St. Clara is de kloosterkerk van de Clarissen, de vrouwelijke Franciskanen en functioneert nog steeds.

De Clarakirche

Het kloosterleven van Bazel heeft uiteraard te maken met de aanwezigheid van de bisschop. Hij  was het hoofd van de diocese en prins en vorst van het Heilige Roomse Rijk.

Hij was tot de 14e eeuw ook de belangrijkste wereldlijke heer in de stad.

Daarna zou de burgerij en het stadsbestuur deze rol langzaam overnamen met de Reformatie in 1525-1530 als beslissend moment.

(Bron: F. Ackermann, Th. Wollmann, Klöster in Basel, Basel 2009).

Maquette Klooster Klingental. Collectie: Museum Kleines Klingental

Webergasse, fresco.

Het voormalige Klingentalklooster

De Wenkenhof en het Engelse park in Riehen

De naam Wenkenhof duikt voor het eerst op in de vroege Middeleeuwen en verwijst naar een landgoed op de helling van de heuvel boven het Wiesental (kanton Basel-Stadt). De Wenken wordt al in 751 in een oorkonde vermeld als eigendom van Ebo, graaf van een alemannsiche stam.

Het landgoed was achtereenvolgens eigendom van de abdij van St. Gallen (ca. 800-ca 1100) en de abdij van St. Blasien (ca. 1100-begin 17e eeuw). Daarna waren er verschillende particuliere eigenaren.

In 1735 kocht de Basler Johann Heinrich Zäslin (1697-1752) het landgoed. Hij bouwde een representatief zomerverblijf in de Franse stijl. Na diverse opvolgers, werd het complex in 1860 verbouwd tot een landhuis en uitgebreid met andere gebouwen. De architect was Johann Jakob Stehlin (1826-1894), die in Basel veel woonhuizen en openbare gebouwen heeft ontworpen. Het grote complex kreeg de bestemming en namen Alte Wenken en Neue Wenken.

In 1917 kocht de industrieel Alexander Clavel (1881-1973) het landgoed.  Hij legde het prachtige Engelse landschapspark aan en herstelde de Franse tuin in de oude glorie. Een terras met uitzicht over Bazel kwam in 1957 gereed. Ook bouwde hij als enthousiast paardrijder een manege en legde hij een parcours aan. Hij reeds overigens dagelijks te paard naar Bazel.

In 1932 schonk het echtpaar Clavel-Respinger de Alte Wenken aan de stad Bazel, die het onder monumentenzorg plaatste. Het landschapspark is van de gemeente Riehen en toegankelijk  voor het publiek.

De Neue Wenken met de Franse tuin is tegenwoordig eigendom van de Alexander Clavel Stichting. De tuin is op zondag voor het publiek geopend.

(Bron en nadere informatie: www.wenkenhof.ch)