Goms, drie passen, gletsjers en Zenden

De drie Alpenpassen van Goms (kanton Wallis) zijn eeuwenoude verbindingswegen tussen het noorden en zuiden van het land. De Furkapas verbindt kanton Wallis met kanton Uri. Het dorp Gletsch en zijn hotel Glacier, het beroemde (leegstaande) hotel Belvédère, de Astin Martin DB5 van James Bond (Sean Connery) in 1964 en de Rhônegletsjer en zijn Eisgrotte zijn het decor.

Oberwald, het eerste dorp na Gletsch in Goms (gemeente Obergoms) en decor van het Bundeslager met 30 000 Pfadi’s en hun houten stad en tentenkampen in 2022

De Grimselpas (2 164 m.) verbindt kanton Wallis met kanton Bern en wordt bereikt via het Haslital. Drie grote stuwmeren liggen in de nabijheid van de pas: Grimselsee, Räterichsbodensee en de Oberaarsee.

De Grimselpas

De Nufenenpas (2 478 m) is de verbinding tussen kanton Wallis en kanton Tessin.

De regio was al in de oudheid bewoond en na de Romeinen was de Keltische bevolking geromaniseerd met francoprovençaals als voertaal. Goms is afgeleid van het Keltische woord kumbas, wat in Duits Talmulden of vlak dal betekent.

Dit veranderde in de 8e en 9e eeuw met de immigratie van Alemannen vanuit het Haslital. Binnen enkele generaties was Duits de voertaal. Vervolgens zijn deze Duitsprekende bewoners in de 12e – 14e eeuw geëmigreerd. Ze staan bekend als ‘Walser’.

De historie van Goms (Conches in het Frans) toont vanaf de 13e eeuw dezelfde ontwikkeling naar zelfstandigheid en soevereiniteit als in andere delen van Zwitserland.

De bisschop van Sitten (Sion in het Frans) bestuurde aanvankelijk het gebied als wereldlijke heerser. Voogden (Vögte of Viztumen) oefenden in zijn naam de rechtspraak en voerden het bestuur.  De Meier beheerden de landgoederen.

Deze plaatsvervangers werden steeds machtiger en zelfstandiger. Naast tal van anders dorpen waren waren Ernen en Münster de belangrijkste plaatsen met een eigen parochiekerk. In de 15e eeuw was Goms een zelfstandige politieke en militaire eenheid met zelfstandige rechtspraak, een van de zeven Zenden.

De Zenden Goms bestond uit diverse zelfstandige gemeenten (communitas) en vele kleine gehuchten. Hun vertegenwoordigers namen in de Walliser Landrat van de zeven Zenden de besluiten. De burgers van de gemeenten kozen hun bestuurders en rechters. De Zeven Zenden van Wallis en de soevereine Republiek Wallis (met Unterwallis vanaf 1476 als Untertanengebiet) bestonden tot 1798 en de Franse tijd.

Goms leverde tot 1734 12 bisschoppen voor het bisdom Sitten en 17 van de 87 afgevaardigden van de Walliser Landrat. Het was dus een belangrijke Zenden. Ook in de Europese politiek speelde het een rol van betekenis.

Bisschop Walter Supersaxo uit Ernen veroverde 1476 Unterwallis op de hertog van Savoy. Bisschop Matthäus Schiner uit Ernen bracht het zelfs tot kardinaal. Het Schinerhaus in Ernen staat er nog steeds.

De stadspaleizen van Obergesteln, het enige ‘stenen dorp’ van Goms, herbouw na de brand van 1867

De 17e en 18e eeuw waren de bloeitijd van Goms. De handel over de drie passen, het leveren van huurlingen aan Europese machthebbers en lokale landbouw en nijverheid brachten welvaart. Tussen 1650 en 1798 werden in het kleine dal meer dan 70 kapellen en kerken in de (laat) barokke stijl gebouwd!

Na de Franse inval en het einde van de politieke zelfstandigheid braken moeilijke economische tijden aan. Door de bouw van de wegen over de Simplonpas (1805), de Gotthard (1836) en de Gotthard spoorwegtunnel (1882) verloren de drie passen hun economische betekenis.

Maar nog was Goms niet verloren, mede dankzij steun en logistieke planning van de nieuwe federale overheid. De Furka-autoweg naar Oberwald is 1861 in gebruik genomen, de weg naar Andermatt (kanton Uri) in 1867. De dienst met de diligence en postkoets Brig-Chur en later de Postauto functioneerde vanaf 1871 en in 1894 was de nieuwe weg over de Grimselpas gereed. De Furka spoorweg is sinds 1915 in gebruik.

De 20e eeuw bracht een verdere ontsluiting van het gebied, met name door militaire verdedigingswerken en luchthavens, de bouw van stuwmeren, de aanleg van de Nufenenweg (1969), de verbrede Grimselweg (1975) en de Furkabasistunnel (1982). Maar of de Grimseltunnel er komt? De plannen en de discussie zijn er in ieder geval!

Het toerisme werd na 1945 bovendien steeds belangrijker. Goms heeft dan ook nogal wat te bieden aan natuur (diverse 3000+pieken, gletsjers, diverse winter-en zomersportmogelijkeden), prachtige dorpen, cultuur, historie en uiteraard de Rhône (in het Duits Rotten benaamd)  en de talloze beekjes en watervallen die haar voeden.

Goms bestaat tegenwoordig uit twee gemeenten: Obergoms met de plaatsen Oberwald, Obergesteln en Ulrichen en Goms met de dorpen Münster, Geschinen, Reckingen, Blitzingen, Gluringen, Grafschaft (Selkingen, Biel, Ritzingen), Blitzingen en Niederwald.

(Bron en verdere informatie: Gemeinde Obergoms; Gemeinde Goms; www.goms.ch).

Impressies van Goms

 

 

Niederwald, Carlton en de Ritz

Het dorp Niederwald in Obergoms (kanton Wallis) zal niet bij velen bekend zijn. Toch is dit dorp van nog geen 100 inwoners de geboorteplaats van de oprichter van een van ’s werelds meest gerenommeerde hotels, de Ritz en Carlton.

Cäsar Ritz (1850-1918), the king of hoteliers and the hotelier of kings (Prince Edward of Wales) werkte vanaf 1865 als kelner in Brig en daarna in Parijs in de hotels Hôtel de la Fidélité, Voisin en Splendide.

Hij was in Parijs tijdens de Wereldtentoonstelling van 1867 en leerde daar de beau monde van monarchie, aristocratie, politiek, kunst en diplomatie kennen.

Hij was in 1872 al Maître d’Hôtel van Splendide. In deze periode ontmoette hij ook de Prins van Wales, de latere Koning Edward VII (1841-1910), die een belangrijke rol in zijn carrière zou spelen.

In 1873 vertrok hij naar Wenen vanwege de Wereldtentoonstelling en werkte in het restaurant Les Trois Frères Provençaux. Hij werkte vervolgens in Europa’s meest gerenommeerde hotels en restaurants, onder andere het Grand Hotel in Nice, Hotel Rigi Kulm bij en Hotel National in Luzern, Grand Hotel Locarno en het Grand Hotel in Monte Carlo.

Cäsar Ritz  en Marie-Louise Beck, 1888. Bron: Wikipedia/ Schweizer Pioniere der Hotellerie; Schweizerische Verkehrszentrale, 1976

In de periode 1880-1890 kocht hij het Restaurant de la Conversation en Hotel Minerva in Baden-Baden en het Hôtel de Provence in Cannes. Daarnaast hervormde hij Hotel Savoy in Londen tot het paradepaardje voor de beau monde. In Rome reorganiseerde hij in 1891 het Grand Hotel. Hij  introduceerde onder andere het bad in iedere kamer en nieuwe verlichting. Hij veroverde ook Rome.

Vanwege het succes werd de Ritz Development Company opgericht. Het hoogtepunt was de opening van het Carlton in Londen en Hotel Ritz Paris in 1898. Daarnaast beheerde hij nog tien andere hotels. Vanwege een ziekte leidde zijn vrouw Marie-Louise Beck (1867-1961) vanaf 1902 de keten van hotels.

Cäsar Ritz stierf op 26 oktober 1918, in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en was tot 1961 in Parijs begraven. In dat jaar is hij samen met zijn overlezen zoon René Ritz in Niederwald herbegraven.

(Bron en verdere informatie: Museum Station Ritz)

Foto: Station Ritz, Niederwald

Delémont, Bisdom Bazel, Kanton Bern en Kanton Jura

Het gebied rond Delémont of Delsberg in het Duits (kanton Jura) was eeuwen voor de Romeinse verovering (13-15 voor Christus) bewoond door de Kelten. Na het vertrek van de Romeinen in de 5e eeuw was de vallei van Delémont in de 7e eeuw eigendom van de hertogen van de Elzas en vanaf de 12e eeuw hoorde het bij de heerlijkheid Pfirt (Ferrette in het Frans). Het Prinsbisdom Bazel verwierf het gebied in 1271.

Delémont stond in 736/737 bekend als in figo Delemonte, in 1131 als Telsperg en in het Frans als Delémont. Bisschop Peter Reich von Reichenstein verleende Delémont in 1289 stadsrechten.

Het Franstalige Delémont was de zomerresidentie van de Duitstalige prins-bisschoppen van Bazel en het administratieve centrum van de vallei en de proosdij van Moutier-Grandval tot 1792.

In Vorbourg is de Saint-Imier kapel in 1586 herbouwd. De kapel is gewijd aan de Heilige Maagd en is de kapel van het lager gelegen kasteel van Telsberg.

Collectie: Musée jurassien d’art et d’histoire

Van 1793 tot 1813 was Delémont deel van het Franse departement Mont Terrible (tot 1800) en vervolgens van het departement Haut-Rhin (tot 1813). Bij het Congres van Wenen is Jura in 1815 bij Bern gevoegd. In 1815 was de stad de hoofdstad van het Oberamt en vanaf 1831 van een district (Bezirk) in het kanton Bern.

Sinds 1979 is Delémont de hoofdstad en zetel van het parlement en de regering van het kanton Jura. Delémont wordt gekenmerkt door zijn monumentale fonteinen in de late renaissancestijl en zijn middeleeuwse torens. De belangrijkste openbare gebouwen zijn in de 18e eeuw tot stand gekomen.

 (Quelle und weitere Informationen: Ville de Delémont)