Le Corbusier, het Mundaneum en Zwitserland

De carrière van een van de bekendste architecten van Zwitserland begon met opleiding aan de kunstacademie in La Chaux-de-Fonds. Charles-Edouard Jeanneret, die in 1920 het pseudoniem Le Corbusier aannam, is geboren op 6 oktober 1887 in La Chaux-de-Fonds (kanton Neuchâtel).

Na een carrière als architect, stedenbouwkundige, schilder, meubelontwerper, beeldhouwer en theoreticus (hij schreef ook veel artikelen en boeken over kunst in het algemeen en schilderkunst en architectuur in het bijzonder), overleed hij op 27 augustus 1965 als Frans staatsburger (in 1930 had hij de Franse nationaliteit aangenomen).

Reeds in 1906/1907 bouwde Le Corbusier zijn eerste villa als een gezamenlijk project van studenten van de kunstacademie  (de villa Fallet), een jaar voordat hij aan zijn reis naar het Oosten, Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Hongarije en Duitsland (1906-1912) begon.

Zeven iconische gebouwen van Le Corbusier in Zwitserland.  Pavillon Le Corbusier in Zürich

Het waren de hoogtijdagen van de Wiener Secession, Wiener Werkstätte en Art Nouveau en in Duitsland maakte hij kennis met Walter Gropius (1883-1969), Mies van de Rohe (1886-1969) en Peter Behrens (1868-1940), die in de komende decennia de architectuur zouden veranderen (Bauhaus).

In Parijs raakte hij vertrouwd met de moderne kunst- en architectuurbeweging en met nieuwe bouw- en bouwmaterialen, in het bijzonder het gebruik van gewapend beton. In 1908, toen hij een tijdje terugkwam van zijn tournee, bouwde hij nog twee andere villa’s in La Chaux-de-Fonds, villa Stotzer en villa Jaquemet.

In februari 1912 opende hij zijn eerste kantoor in La Chaux-de-Fonds en bij deze gelegenheid bouwt hij het Maison blanche in la Chaud-de-Fonds en de villa Favre-Jacot in Le Locle. In 1917 ontwierp hij de villa Turque, het echte begin van zijn conceptie van een moderne architectuur.

Villa Turque, 1917

Na deze bouw vestigde Le Corbusier zich in Parijs, schilderde ’s ochtends en werkte ’s middags als architect en publiceerde ook veel artikelen over kunst. Le Corbusier ontwierp veel openbare en particuliere gebouwen in Frankrijk en de Franstalige wereld, maar ervaarde ook teleurstellingen.

Zijn ontwerpen (1927-1929: de tijd van optimisme en de Leaque of Nations, de voorloper van de VN), van een wereldstad en een internationaal Wereldmuseum, het Mundaneum, zijn nooit verwezenlijkt.

Corseaux, Villa “Le Lac” Le Corbusier, 1923

Twee andere gebouwen van Le Corbusier in Zwitserland zijn nog steeds beroemd, de Villa Le Lac in Corseaux (1923) en het Clarté appartement in Genève (1932).

Le Corbusier introduceerde innovatieve ontwerpen en revolutionaire doctrines op het gebied van bouwmethoden en architectonische concepten en wordt nog steeds beschouwd als een van de grootste architecten en ontwerpers van de 20e eeuw.

Het Pavillon Le Corbusier in Zürich  en het Maison Blanche in La Chaux-de-Fonds (www.maisonblanche.ch) vertellen het verhaal van zijn leven en werk.

(Quelle: C. Courtiau, Le Corbusier. Education and Training, Projects and Constructions in Switzerland, Bern 2012).

Kapelle Notre Dame-du-Haut in Ronchamp (Elzas), 1953

Porrentruy, de bisschop en kanton Jura

Porrentruy (Pruntrut in het Duits, kanton Jura) was al in de Romeinse tijd (15. v. Chr-410 n. Chr.) een belangrijk verkeerspunt tussen Elzas, Jura en Bazel. Hoewel er geen archeologische vondsten uit de periode bekend zijn, was er een Romeinse weg op deze locatie.

De rivier Le Doubs was ook een belangrijke (Romeinse) waterweg die Mandeure (Epamanduodurum) met Porrentruy verbond. Het oudste resterende gebouw van Porrentruy is echter de kerk Saint-Germain (rond 1050).

De Saint-Germain, c. 1050

Porrentruy werd in 1528 echter de hoofdstad van een van de machtigste bisdommen ten noorden van de Alpen. En dat bepaalt tegenwoordig nog steeds het stadsbeeld. Het bisdom had in 999 van de abdij Moutier-Grandval het gebied van het huidige kanton Jura verworven en sindsdien was Porrentruy ook hun stad.

Porrentruy was tot 1792 de zetel van de bisschop van Bazel nadat hij tijdens de Reformatie in 1528 zijn bisschoppelijk paleis aan de Münster in Bazel had verlaten vanwege de reformatie.

Het grote bisschoppelijke complex op de heuvel domineert nog steeds het stadsbeeld. De toren toont nog steeds de rode staf van de bisschop en de haan in het wapen van de familie Blarer von Wartensee.

La tour de Coq (tegenwoordig archiefruimte)

De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 13e eeuw. Vanaf 1528 tot 1792 is het uitgebreid en gerenoveerd door de bisschoppen. Door brand, verval en afbraak na 1792 is het huidige complex veel kleiner, maar nog steeds imposant.

Reconstructie van het complex omstreeks 1650. Bron: Château de Porrentruy

Het huidige complex met een unieke collectie middeleeuwse projectielen voor katapulten. 

De bisschop was tevens prins in het Heilige Roomse Rijk, vandaar zijn officiële naam prins-bisschop. Hij zetelde tot de Franse inval in 1792 in Porrentruy. De Franse revolutionairen annexeerden dit gebied van het prinsbisdom en noemden het aanvankelijk de Rauraakse Republiek (la République rauracienne) en vanaf 1793 département Mont-Terrible.

De residentie aan de linkerkant (la Résidence van de bisschop) en de Chancellerie (18e eeuw). In het prachtige interieur bevinden zich de portretten van de bisschoppen van 1528 tot 1792. Aan de overzijde staat het Pavillon (18e eeuw) de la Princesse Christine (de Saxe). Zij was de abdis van de abdij van Remiremont in Frankrijk en verbleef een tijd in Porrentruy. Daarnaast la Tour du Trésor en Maison de Luppach. Onder: de tuinen van het complex

La tour Réfous (1270) en daarnaast Le Corps du Garde. In deze periode streden de bisschop van Bazel (met zetel in Bazel) en de graven van Férrette en Montbéliard om de macht in Porrentruy en Ajoie.

Plafond van de kapel Roggenbach, vernoemd naar de prins-bisschop Jean Conrad de Roggenbach (1618-1693)

Na de Franse annexatie van het resterende deel van het prinsbisdom in 1797 werd het gebied van het gehele prinsbisdom Bazel in 1800 deel van het département Haut-Rhin.

Na de nederlaag van Napoleon in 1815 werd het grootste deel van het voormalige prinsbisdom Bazel, waaronder Porrentruy, toebedeeld aan kanton Bern. Sinds 1979 ligt Porrentruy in het kanton Jura.

 

De kerk Saint-Pierre (1333, daarna diverse keren gerenoveerd, de Romaanse en Gotische kernmerken en fresco’s wijzen daar ook op)

De Bisschop is nooit meer teruggekomen na 1792. De Domheren en het kapittel zetelden sinds 1678 overigens al in het katholieke Arlesheim (vanaf 1833 kanton Basel-Landschaft, voordien kanton Basel), nabij het katholieke kanton Solothurn. Daarvoor hadden ze hun zetel in het katholieke Freiburg im Breisgau in Duitsland.

Sinds 1828 zetelt de bisschop van het bisdom Bazel in Solothurn. Het is de complexe Zwitserse (religieuze) historie in het kort.

Voor- en achterkant van Hôtel-Dieu (1765), voormalig hospitaal, tegenwoordig een historisch museum

De grandeur van de aanwezigheid van de bisschop is nog steeds zichtbaar in Porrentruy, onder andere het Hôtel-Dieu en de Glacière uit de achttiende eeuw (de plaats waar ijsblokken werden bewaard voor de koeling van drank en etenswaren voor de bisschop en zijn entourage), de stadspaleizen en huizen voor het kapittel.

De (middeleeuwse) straatjes en het goed bewaarde centrum, de alom zichtbare aanwezigheid van de horloge industrie (onder andere La Fondation Horlogère) en de nabijheid van de prachtige Jura geven deze stad een bijzondere allure.

En voor wie in de verandering van het klimaat geïnteresseerd is: de stad lag zo´n 20  miljoen jaar geleden aan een subtropische zee. Weer verder in de tijd, ongeveer 150 miljoen jaar geleden, was de Jura een geliefde verblijfplaats van dinosauriërs. Ongeveer 20 duizend jaar geleden was het ijs- en ijskoud in deze regio, een Poolklimaat.

(Bron: J.-C. Rebetez, D. Bregnard (Ed.), De la Crosse à la Croix. L’ancien Évêché de Bâle devient suisse (Congrès de Vienne-1815), Neuchâtel, 2002)

De Porte de France, 14e eeuw. De enige resterende stadspoort. Het wapen van de familie en bisschoppen Blarer von Wartensee, de rode bisschopsstaf en de haan

Bronnen uit de Renaissance (rond 1560)

Jurassica

Jurassica is een verzamelnaam voor een museum,  botanische tuin en universitaire samenwerking voor geowetenschappen. De tuin is na Basel de oudste botanische tuin van Zwitserland. Jurassica toont in het bijzonder de flora van de Jura.

Jules Thurmann (1804-1855), stichter van Jurassica

Museum Jurassica

Hôtel de Ville (1764) met het zwijn van Porrentruy

 

De wijk ‘Belle Epoque’, aangelegd in de bloeitijd van de stad na de annexatie van Elzas door Duitsland in 1871. Onder de locatie van de voormalige synagoge in deze wijk

Hôtel des Halles (1766)

Hôtel de Gleresse (1750) en het archief van het oude bisdom Bazel

Klooster van Urselinen (1625)

De Grand Rue

Ancien Collège des Jésuites (16e eeuw), gesticht door de prins-bisschop Jacques-Christophe Blarer von Wartensee , de meest prominente van de 15 bisschoppen in de periode 1528-1792.  Tegenwoordig is het een kantonale school.

Jacques-Christophe Blarer von Wartensee (1542-1608). Bron: Château de Porrentruy. 

Het voormalige woonhuis van  Joseph de Billieux (1717-1783), baron Von Ehrenfeld, sinds 1965 de cure catholique 

Oude stadsmuur

Protestante kerk (le temple)

Andere indrukken van Porrentruy

Rue des Capucins

 

De kerk Saint-Germain (rond 1050), het oudste gebouw van Porrentruy, is gebouwd in opdracht van de abdij van Moutier-Grandval.

La Vierge à l’Enfant  (1689) of Vierge Sous-les-Portes of Vierge Entre-les Portes, vanwege de vroegere plaatsing op de afgebroken poort Saint-Germain, die tussen de poorten de la Tuilerie en de la Buissère stond.

Wakkerpreis 2024, Vereniging Birsstadt, Natuur- en Klimaat

De Zwitserse vereniging voor erfgoed (Schweizer Heimatschutz) verleent de Wakkerpreis  2024 aan de vereniging (Verein) Birsstadt. De cooperatie tussen de gemeenten Aesch, Arlesheim, Birsfelden, Duggingen, Grellingen, Muttenz, Münchenstein, Pfeffingen en Reinach (kanton Basel-Landschaft) en de gemeente Dornach (kanton Solothurn) laat zien dat uitdagingen in agglomeraties beter kunnen worden opgelost door gemeente- en kantonoverschrijdende samenwerking.

De prijsuitreiking op 22 juni in Arlesheim door Eric Nussbaumer, voorzitter van de Nationalrat

De Schänzli in Muttenz

De Birs in de 18e eeuw. Foto von J. Meyer, Staatsarchiv Basel-Landschaft

De Birs en de Nepomukbrücke in Dornach

De Birs bij Birsfelden

De laatste brug voor de monding in de Rijn

De ontwikkeling in de 19 en 20e eeuw heeft het landschap in het Birsdal sterk beïnvloed. In de vallei, die ooit werd gekenmerkt door landbouw, vestigden zich industriële-, dienstverlenende- en handelsbedrijven. De bewoonde gebieden breidden zich sterk uit en auto- en spoorwegen doorkruisten de regio van de Birs.

De Birsvallei ontwikkelde zich zo tot een belangrijk deel van de agglomeratie Bazel. Na 2000 besloten deze gemeenten samen te werken om dit proces in goede banen te leiden.

De Mühlematt en Münchenstein

 

Pilotprojecten tussen verschillende gemeenten, zoals het “Birspark Landschaft”, benadrukten het potentieel voor meer samenwerking. De oprichting van de vereniging Birsstadt in 2018 creëerde het fundament voor de coördinatie van ruimtelijke ontwikkeling.

In de vereniging worden overkoepelende strategieën op het gebied van landschap, vestiging, mobiliteit en klimaatadaptatie onderhandeld, ontwikkeld, gerealiseerd en  aan de buitenwereld gepresenteerd.

De Reinacher Heide en de Widenacker

Samen met de Widenacker is de Reinacher Heide een natuurlijke oase langs de Birs. Er zijn meer dan 600 plantensoorten en talloze diersoorten. In het verleden werd het gebied gekenmerkt door overstromingen van de Birs en de afwisseling tussen natte en droge habitats.

Na de Birs-correctie in de 19e eeuw zakte het grondwaterpeil enkele meters en ontstond er een droog heidelandschap naast een nat uiterwaardenlandschap langs de Birs (Het Forum Würth Arlesheim staat langs de Birs en de huidige tentoonstelling Waldeslust is op enkele meters ‘live’ in the Rheinacher Heide te zien).

Dankzij de instelling van het grondwaterbeschermingsgebied (1932) en het natuurreservaat (1974) konden de Widenacker en het uiterwaardenlandschap met zijn waardevolle flora en fauna zich in het voortdurend groeiende woongebied ontwikkelen: met orchideeënrijke voedselarme weiden, veel zeldzame wilde kruiden, gevarieerd grind- en akkerland, doornige droge struiken evenals koele natte struiken en uiterwaardenbos.

De mens en de bever

De beek maakt deel uit van het territorium van de beverfamilie. Bevers bouwen kleine dammen om het water af te dammen. Het grondwater in deze drinkwaterbeschermingszone mag niet verontreinigd worden door overstromingen van de beek, en bouwen is hier sowieso niet toegestaan. De bever is echter een beschermd dier.

Dit conflict kan worden tegengegaan door buizen langs de beek te leggen om overvloedig water af te voeren Zo kan het waterpeil op een bepaald niveau worden gebracht en kan de bever tegelijkertijd dammen blijven bouwen.

Het beschermen van bomen door gaas is ook onderdeel van dit samenleven van mens en dier.

Buizen tegen overstromingen door dammen van de bever

Gaas tegen de scherpe tanden en knaagwoede van de bever die geen problemen heeft met grote bomen (van een zachte houtsoort)

Swiss Ranger Yannick Bucher

Onder de paraplu van de vereniging wordt het industriële karakter versterkt met behoud van de woonkwaliteit, het architecturale erfgoed gekoesterd en de natuurlijke omgeving in ere hersteld of aangepast aan de omstandigheden.

Primeo Energie Kosmos

 Zoals overal in het land wordt er op lokaal, regionaal en federaal niveau buitengewoon veel aandacht besteed aan de relatie, mens, natuur en klimaat. Het bedrijfsleven en initiatieven van burgers spelen hierbij een grote rol, zo ook langs de Birs.

De energieonderneming Primeo Energie faciliteert en financiert bijvoorbeeld Primeo Energie Kosmos, een Erlebnis- en wetenschappelijk centrum voor klimaat en energie.

Conclusie

De verlening van de Wakkerprijs benadrukt vooral het concept van samenleven van mens en natuur. Op microniveau toont de Reinacherheide de cohabitatie van dieren, in dit geval de bever, en de mens. Het project Primeo Energie Kosmos langs de Birs is een van de vele voorbeelden van betrokkenheid en actieve deelname van burgers en bedrijfsleven.

De Birs, bevers, wolven, de Rhône, de Rijn, (rots) lawines, aardbevingen, het komen en gaan van oceanen en gletsjers en klimaatveranderingen zijn niets nieuws op deze planeet.

De mensheid is een nakomertjes die zich echter met name sinds 1800 een dominante plaats op heeft verworven, onder andere met twintig keer zoveel inwoners, gigantische stedelijke gebieden en bewoning en gebruik van tot voor 200 jaar onbewoonde gebieden.

De natuur doet wat ze altijd heeft gedaan en flora en fauna passen zich aan, dat heet evolutie, te beginnen met virussen, bacteriën en microben.  Ook Zwitserland zal wellicht valleien en rivierbeddingen weer prijs moeten geven aan de natuur, zoals in Nederland polders weer watergebied (moeten) worden.

In ieder geval toont het relatieve kleine natuurgebied Reinacherheide en andere projecten langs de Birs weer eens te  meer de grote inzet en betrokkenheid bij de natuur en het klimaat in Zwitserland aan.

(Bron en verdere informatie: Schweizer Heimatschutz)