Porrentruy, de bisschop en kanton Jura

Porrentruy (Pruntrut in het Duits, kanton Jura) was al in de Romeinse tijd (15. v. Chr-410 n. Chr.) een belangrijk verkeerspunt tussen Elzas, Jura en Bazel. Hoewel er geen archeologische vondsten uit de periode bekend zijn, was er een Romeinse weg op deze locatie.

De rivier Le Doubs was ook een belangrijke (Romeinse) waterweg die Mandeure (Epamanduodurum) met Porrentruy verbond. Het oudste resterende gebouw van Porrentruy is echter de kerk Saint-Germain (rond 1050).

De Saint-Germain, c. 1050

Porrentruy werd in 1528 echter de hoofdstad van een van de machtigste bisdommen ten noorden van de Alpen. En dat bepaalt tegenwoordig nog steeds het stadsbeeld. Het bisdom had in 999 van de abdij Moutier-Grandval het gebied van het huidige kanton Jura verworven en sindsdien was Porrentruy ook hun stad.

Porrentruy was tot 1792 de zetel van de bisschop van Bazel nadat hij tijdens de Reformatie in 1528 zijn bisschoppelijk paleis aan de Münster in Bazel had verlaten vanwege de reformatie.

Het grote bisschoppelijke complex op de heuvel domineert nog steeds het stadsbeeld. De toren toont nog steeds de rode staf van de bisschop en de haan in het wapen van de familie Blarer von Wartensee.

La tour de Coq (tegenwoordig archiefruimte)

De oorsprong van het kasteel gaat terug tot de 13e eeuw. Vanaf 1528 tot 1792 is het uitgebreid en gerenoveerd door de bisschoppen. Door brand, verval en afbraak na 1792 is het huidige complex veel kleiner, maar nog steeds imposant.

Reconstructie van het complex omstreeks 1650. Bron: Château de Porrentruy

Het huidige complex met een unieke collectie middeleeuwse projectielen voor katapulten. 

De bisschop was tevens prins in het Heilige Roomse Rijk, vandaar zijn officiële naam prins-bisschop. Hij zetelde tot de Franse inval in 1792 in Porrentruy. De Franse revolutionairen annexeerden dit gebied van het prinsbisdom en noemden het aanvankelijk de Rauraakse Republiek (la République rauracienne) en vanaf 1793 département Mont-Terrible.

De residentie aan de linkerkant (la Résidence van de bisschop) en de Chancellerie (18e eeuw). In het prachtige interieur bevinden zich de portretten van de bisschoppen van 1528 tot 1792. Aan de overzijde staat het Pavillon (18e eeuw) de la Princesse Christine (de Saxe). Zij was de abdis van de abdij van Remiremont in Frankrijk en verbleef een tijd in Porrentruy. Daarnaast la Tour du Trésor en Maison de Luppach. Onder: de tuinen van het complex

La tour Réfous (1270) en daarnaast Le Corps du Garde. In deze periode streden de bisschop van Bazel (met zetel in Bazel) en de graven van Férrette en Montbéliard om de macht in Porrentruy en Ajoie.

Plafond van de kapel Roggenbach, vernoemd naar de prins-bisschop Jean Conrad de Roggenbach (1618-1693)

Na de Franse annexatie van het resterende deel van het prinsbisdom in 1797 werd het gebied van het gehele prinsbisdom Bazel in 1800 deel van het département Haut-Rhin.

Na de nederlaag van Napoleon in 1815 werd het grootste deel van het voormalige prinsbisdom Bazel, waaronder Porrentruy, toebedeeld aan kanton Bern. Sinds 1979 ligt Porrentruy in het kanton Jura.

 

De kerk Saint-Pierre (1333, daarna diverse keren gerenoveerd, de Romaanse en Gotische kernmerken en fresco’s wijzen daar ook op)

De Bisschop is nooit meer teruggekomen na 1792. De Domheren en het kapittel zetelden sinds 1678 overigens al in het katholieke Arlesheim (vanaf 1833 kanton Basel-Landschaft, voordien kanton Basel), nabij het katholieke kanton Solothurn. Daarvoor hadden ze hun zetel in het katholieke Freiburg im Breisgau in Duitsland.

Sinds 1828 zetelt de bisschop van het bisdom Bazel in Solothurn. Het is de complexe Zwitserse (religieuze) historie in het kort.

Voor- en achterkant van Hôtel-Dieu (1765), voormalig hospitaal, tegenwoordig een historisch museum

De grandeur van de aanwezigheid van de bisschop is nog steeds zichtbaar in Porrentruy, onder andere het Hôtel-Dieu en de Glacière uit de achttiende eeuw (de plaats waar ijsblokken werden bewaard voor de koeling van drank en etenswaren voor de bisschop en zijn entourage), de stadspaleizen en huizen voor het kapittel.

De (middeleeuwse) straatjes en het goed bewaarde centrum, de alom zichtbare aanwezigheid van de horloge industrie (onder andere La Fondation Horlogère) en de nabijheid van de prachtige Jura geven deze stad een bijzondere allure.

En voor wie in de verandering van het klimaat geïnteresseerd is: de stad lag zo´n 20  miljoen jaar geleden aan een subtropische zee. Weer verder in de tijd, ongeveer 150 miljoen jaar geleden, was de Jura een geliefde verblijfplaats van dinosauriërs. Ongeveer 20 duizend jaar geleden was het ijs- en ijskoud in deze regio, een Poolklimaat.

(Bron: J.-C. Rebetez, D. Bregnard (Ed.), De la Crosse à la Croix. L’ancien Évêché de Bâle devient suisse (Congrès de Vienne-1815), Neuchâtel, 2002)

De Porte de France, 14e eeuw. De enige resterende stadspoort. Het wapen van de familie en bisschoppen Blarer von Wartensee, de rode bisschopsstaf en de haan

Bronnen uit de Renaissance (rond 1560)

Jurassica

Jurassica is een verzamelnaam voor een museum,  botanische tuin en universitaire samenwerking voor geowetenschappen. De tuin is na Basel de oudste botanische tuin van Zwitserland. Jurassica toont in het bijzonder de flora van de Jura.

Jules Thurmann (1804-1855), stichter van Jurassica

Museum Jurassica

Hôtel de Ville (1764) met het zwijn van Porrentruy

 

De wijk ‘Belle Epoque’, aangelegd in de bloeitijd van de stad na de annexatie van Elzas door Duitsland in 1871. Onder de locatie van de voormalige synagoge in deze wijk

Hôtel des Halles (1766)

Hôtel de Gleresse (1750) en het archief van het oude bisdom Bazel

Klooster van Urselinen (1625)

De Grand Rue

Ancien Collège des Jésuites (16e eeuw), gesticht door de prins-bisschop Jacques-Christophe Blarer von Wartensee , de meest prominente van de 15 bisschoppen in de periode 1528-1792.  Tegenwoordig is het een kantonale school.

Jacques-Christophe Blarer von Wartensee (1542-1608). Bron: Château de Porrentruy. 

Het voormalige woonhuis van  Joseph de Billieux (1717-1783), baron Von Ehrenfeld, sinds 1965 de cure catholique 

Oude stadsmuur

Protestante kerk (le temple)

Andere indrukken van Porrentruy

Rue des Capucins

 

De kerk Saint-Germain (rond 1050), het oudste gebouw van Porrentruy, is gebouwd in opdracht van de abdij van Moutier-Grandval.

La Vierge à l’Enfant  (1689) of Vierge Sous-les-Portes of Vierge Entre-les Portes, vanwege de vroegere plaatsing op de afgebroken poort Saint-Germain, die tussen de poorten de la Tuilerie en de la Buissère stond.

De stad Fribourg, haar bruggen, kloosters, kathedraal, haven en natuur

Fribourg of Freiburg, la Sarine of die Saane, Frans- of Duitstalig, de stad is (of eigenlijk was) trouw aan het katholieke geloof tijdens en na de Reformatie in de eerste helft van de zestiende eeuw. De diversiteit aan kloosterorden en abdijen is (of was) echter des te groter.

La Sarine of die Saane, de zogenaamde Röstigraben

De Gotische kathedraal, gewijd aan St. Nicolaas, kwam na een bouwtijd van twee eeuwen in 1490 gereed, maar dan heeft de stad ook een icoon. Tegenwoordig is de stad de zetel van het bisdom Lausanne, Genève, Neuchâtel en Fribourg.

De stad is in 1157 gesticht door de Duitstalige Hertog Bertold IV van Zähringen (1125-1186) in het overwegend Franstalige gebied van het voormalige koninkrijk Bourgondië (888-1032). Diens opvolger stichtte in 1191 de stad Bern. De graven van Kyburg verwerven Zähringen in 1218. In 1277 komt de stad in handen van de Habsburgers. Dit bewind duurt tot 1452.

De stad raakt verwikkeld in de oorlogen tussen Habsburg en het hertogdom Savoie en kiest van 1452-1477 de kant van Savoie. Savoie was echter ook een bondgenoot van de hertog van Bourgondië.

Der Rote Turm, 13e eeuw

De oude stadsmuur, 13e eeuw

Na de drie nederlagen van hertog Karel de Stoute tegen de Zwitserse Eidgenossenschaft in 1476 (Grandson en Murten) en 1477 (Nancy) trad de stad in 1481 toe tot de Eidgenossenschaft na haar grondgebied aanzienlijk uitgebreid te hebben ten koste van Savoie.

Ondanks de Reformatie in Bern zal het katholieke Fribourg samen met dit kanton in 1536 Vaud en op Savoie veroveren en opsplitsen. Fribourg verwierf in 1555 Gruyère en bereikte daarmee haar huidige omvang. Daarna volgt het kanton de loop van de geschiedenis van de Confederatie.

De stad is na 1530 een bastion van de Contrareformatie en invloed van Jezuïeten, culminerend in de Sonderbund en diens verloren oorlog in 1847.

Het voormalige Jezuïeten college Saint-Michel

De grootste bestaande abdijen zijn de Notre-Dame de la Maigrauge (een Cisterciënzerklooster voor vrouwen, gesticht in de 13e eeuw, de abdij van Montorge (Franciskanenklooster voor monniken, gesticht in 1621), de abdij d’Hauterive (een cisterciënzerklooster voor monniken, gesticht in 1138), het Kapucijnerklooster (gesticht in 1617), de Franciskanen-Minoriten (of Couvent de Cordeliers, gesticht in 1256) en een aantal kleinere orden. De Jezuïeten en Augustijnen zijn sinds 1848 (na de verloren Sonderbundsoorlog) niet meer vertegenwoordigd in de stad. De Dominicanen zijn nog wel aanwezig, maar met name als theologie instituut.

Het Rijke Roomse leven heeft ook diverse kerken en kunstwerken voortgebracht en in ieder geval een uitbundige en levendige stad.

Een vrijwel vergeten historie is de haven van Freiburg. In de oude binnenstad ligt een gebied dat eeuwenlang een opslag- en handelsplaats is geweest voor de scheepvaart. Talrijke gebouwen brengen dit verleden onder de aandacht.

Zoals bij iedere grotere stad in Zwitserland (Zürich is de grootste stad met 400 000 inwoners, Fribourg telt 80 000 inwoners) is de natuur nooit ver weg. Ook het vee geniet dagelijks van het uitzicht op de St. Nicolas kathedraal. Waar ter wereld is dat (nog) mogelijk?

(Bron en verdere informatie: Ville de Fribourg)

La Sarine of die Saane

Waterkrachtwerk Oelberg

De stuwdam in de Sarine bij het klooster Notre-Dame de la Maigrauge

Enkele opgeheven abdijen en kloosters

De Augustinerkerk en klooster

De voormalige Johanniterorde en kloostertuin (tegenwoordig een restaurant)

De kathedraal en de Liebfrauen Kirche

Op de achtergrond de besneeuwde top van Le Chasseral (kanton Bern)

De Liebfrauenkirche (basiliek sinds 1932)

Kloosters

Franciscanerklooster 

Het klooster Montorge

De Abdij van Hauterive

Porte de la Maigrauge/Sonnenbergtor

De Abdij Notre-Dame de la Maigrauge

De bruggen

Pont du Gottéron

Pont de la Madeleine

De spoorbrug Grandfey (Viaduc de Grandfey), de spoorweg Bern-Fribourg-Lausanne, 1862

Pont de la Poya

Pont de Zaehringen

De St. Johannbrücke (le pont de Saint-Jean), de Mittlere Brücke (le pont du Milieu) en Bernbrücke (le pont de Berne) zijn de drie oudste bruggen van de stad (13e eeuw). Ze waren oorspronkelijk van hout, maar in de 18e eeuw zijn  de St. Johannbrück en de Mittlere Brücke in steen herbouwd. Alleen de ernbrücke bleef om strategische redenen van hout. Bij aanvallen vanuit het oosten verwijderden de inwoners van Fribourg de planken van de brug om de indringers aan de andere kant van de Sarine/Saane te houden.

Bernbrücke/ pont de Berne

Mittlere Brücke/pont du Milieu

St. Johannbrücke/pont de Saint-Jean

Kasteel Bourguillon en de Lorette kapel 

Met het wapen van Habsburg

De kapel van Lorette

Kapel St. Jost (1684), behorende bij klooster Montorge

De oude binnenstad en havengebied

Impressies van de stad

De funiculaire (1899)

Het kunst- en historisch museum (musée d’art et d’histoire)

Het stadhuis (Hôtel de Ville) waar in 1516 de Ewige Vrede (la Paix perpétuelle) met Frankrijk is getekend na de slag bij Marignano (1515)

IMG_3798

Espace Jean Tinguely en Niki de Saint Phalle 

De omgeving

 

De oude molen in Richterswil

Filosofie en een arbitragezaak in het Eigenthal aan de voet van de Pilatus

Veel artsen schrijven tegenwoordig een wandeling in de natuur voor in plaats van medicijnen of raden patiënten aan regelmatig in en door het groen te lopen. Indien een wandeling onverwacht begint in een filosofisch ingerichte omgeving is de heilzame werking wellicht nog groter.

Dit geldt in nog sterkere mate indien mythische bergen, besneeuwde landschappen, watervallen, beken en beboste heuvels het decor zijn.

Er zijn niet veel restaurants die hun gasten ontvangen met een historie van filosofie en beroemdheden vanaf de klassieke oudheid tot heden. In Zwitserland heeft, zoals bekend, vrijwel ieder dorp zijn culturele, historische of natuurlijke bijzonderheid.

Het Eigenthal en de verborgen Pilatus

Koffie met gipfeli onder het toeziend oog van Socrates, Copernicus, Einstein en de Pilatus is echter uitzonderlijk. Aan de rand van het dorp Schwarzenberg (kanton Luzern) verbindt een hotel-vormingscentrum echter het aangename met het nuttige.

Ook mythische bergen hebben echter recht op privacy en hullen zich soms in nevelen. Ook de Pilatus kiest hiervoor zijn eigen dag en moment.

Schwarzenberg

Het dorp ligt op 831 meter hoogte in het Eigenthal aan de voet van de Pilatus. Ongeveer 10 000 jaar geleden was er een sterke temperatuurstijging en de Rümligletsjer in het dal veranderde in een meer. In de millennia daarna verzandde dit meer en daarna ging de mens het dal cultiveren.

De naam Eigenthal komt voor het eerst voor in een document uit 1287 onder de naam Oegenthal. Het klooster Murbach in Luzern was eeuwenlang de eigenaar. Uiteindelijk verwierf de stad Luzern het gebied.

De Rümlig beek

De Engelsen hebben vanaf 1850 het alpinisme en wintersport op vele plaatsen in Zwitserland geïntroduceerd. De ontwikkeling van het Eigenthal tot een gerenommeerde wintersportplaats is echter ‘homemade’ .

Inwoners van Luzern richtten 1903 de ski-club Luzern op en het Eigenthal en de Pilatus waren de favoriete bestemmingen.  De bewoners van het dal wilden niet achterblijven. Inwoners van Schwarzenberg richtten in 1925 de ski-club Schwarzenberg op. In 1943 splitste een deel van de leden zich af en noemde zich voortaan skiclub Eigenthal.

De oude vereniging Schwarzenberg veranderde haar naam in ski-club Malters, omdat de meeste leden in deze gemeente woonden. Eigenthal wilde toen de naam ski-club Schwarzenberg terug, maar ski-club Malters hield dit tegen.

Het leidde tot een unieke zaak tot op het hoogste niveau van de nationale skibond. Een scheidsgericht besloot na een procedure van vier jaar (!) dat de nieuwe club Malters ten onrechte het (her) gebruik van de naam Schwarzenberg had tegengehouden.

Deze club moest zelfs een hoge schadevergoeding betalen. Socrates was duidelijk nog niet gearriveerd in het dal. Tegenwoordig zijn de ski-clubs Schwarzenberg  en Malters weer op ‘speaking terms’ en organiseren ze jaarlijks wedstrijden en bijeenkomsten.

In ieder geval was de wintersport gearriveerd in het dal, tot 1949 zelfs met de skischans ‘Grosse Pilatusschanze’. Bovendien vonden in Eigenthal van 1929 tot 1966 diverse nationale kampioenschappen ’50-km-Dauerlauf’ voor langlaufers plaats.

Een sterrenkundige in het Eigenthal

Het dal herbergt niet alleen faciliteiten voor zomer- en wintersporten. Zoals bekend is de ‘lichtvervuiling’ in de bergen aanzienlijk geringer dan in stedelijke gebieden. Een astronoom heeft dan ook vaak een helder heelal voor ogen en het Eigenthal biedt deze mogelijkheid.

De weg naar de Pilatus en zijn bergketen biedt uitzicht op de stad Luzern, de Reuss, het Vierwoudstedenmeer, de Rigi, de Bürgenstock, inclusief het Zwitserleven van het vee.

In Luzern tonen de Pilatus en de Rigi  zich ook in hun indrukwekkende gedaante. Het is geen verrassing dat de grootste componisten zich thuis voelden in deze omgeving, Richard Wagner (1813-1883)  aan de ene kant van de oever, Sergej Rachmaninoff (1843-1943) aan de andere kant van het meer.

Het Wagnermuseum

De Pilatus in het Eigenthal

De Pilatus vanaf Luzern

De Rigi vanaf Luzern

Luzern

De Postauto, altijd ‘pünktlich’ en waar je ook gaat

Impressies van het Eigenthal

Boerenwinkel en (vooralsnog) de Zwitserse civil society

‘Lady in waiting’ en de beroemdste Brit aller tijden in het Hotel & Bildungszentrum Matt

Kapelletjes overal in het katholieke kanton