Die Katholische Kirche St. Josef. Foto: TES

Aesch en zijn bewogen historie

Aesch (kanton Basel-Landschaft) werd bewoond door een Keltische stam, de Rauraken. In 58 v. Chr. trokken de Rauraken en andere Keltische stammen naar Gallië, waarschijnlijk vanwege de aanvallen van Germanen. Ze werden dat jaar bij Bibracte verslagen door Julius Caesar.

Rome veroverde het gebied van het huidige Zwitserland in 13-15 v. Chr. De Gallo-Romeinse beschaving ontwikkelde zich in de loop van vier eeuwen. De Alemannen koloniseerden het gebied na 500.

Bisdom en stad Bazel

In de Karolingische periode heersten de Franken. De Hunnen verwoestten de regio en Aesch in 917. Rudolf III (970-1032), de laatste koning van Bourgondië, vergrootte in 999 de wereldlijke macht van de bisschop van Bazel door de abdij van Münster Grandval te schenken.

Keizer Hendrik II (973-1024), Rooms-Duits keizer, bouwer van de kloosterkerk van Bazel, schonk in de elfde eeuw de baljuwschappen Pfeffingen, Zwingen, Laufen en andere landgoederen en landerijen aan de bisschop van Bazel.

De kerk St. Joseph komt al in de 12e eeuw in documenten voor

Samen met Duggingen en Grellingen hoorde Aesch bij het baljuwschap Pfeffingen in het bisdom Basel. De prins-bisschop had de geestelijke en de wereldlijke macht.

Kasteel Pfeffingen is rond 1100 gebouwd. De oudste bewoners waren de vrijheren van Pfeffingen. Daarna was Aesch 300 jaar lang eigendom de familie Thierstein. Zij bewoonden kasteel Pfeffingen.

Het baljuwschap Pfeffingen wordt in 1519 weer eigendom van de bisschop van Bazel. In 1525 krijgen de bewoners van de dorpen van Birseck het burgerschap van Bazel, onder voorbehoud van de rechten en aanspraken van de bisschop.

In 1528 verplaatste de bisschop zijn zetel vanwege de reformatie naar Pruntrut (Porrentruy). De Reformatie wordt ook ingevoerd in de Birseck en het Laufental. Kasteel Pfeffingen en de parochies Aesch, Grellingen en Duggingen worden in 1530 door de bisschop aan de stad Basel verpand. Aesch blijft echter katholiek.

De overdracht van alle oude aanspraken en rechten van de bisschop van de eerder aan Bazel verpande gebieden (Oberbaselbiet) worden vastgelegd in een verdrag in 1585. Ook de oude rechten van het domkapittel worden aan Bazel afgestaan.

Het oude kasteel Aesch wordt in 1606 gesloopt. In de plaats daarvan begint de bouw van het slot Von Blarer.

Slot Von Blarer

De Franse periode

Op 18 december 1792 werd de Republiek Raurach uitgeroepen. Tot 1793 maakte Aesch deel uit van deze Republiek Raurach. Op 7 maart 1793 werd de Republiek Raurach verenigd met het departement Mont Terrible.

In 1800, na de verovering van de oude Confederatie en de stichting van de Helvetische Republiek (1798-1803) werd het departement Mont Terrible opgeheven en samengevoegd met departement Haut-Rhin. Aesch werd daarmee onderdeel van het arrondissement Laufen. Colmar was de hoofdstad.

1813-heden

De Birseck viel na de Franse tijd van december 1813 tot 20 maart 1815 onder de heerschappij van de geallieerde mogendheden. Arlesheim was het administratieve centrum.

Op 20 maart 1815 werd Aesch op het Congres van Wenen (1814-1815) bij het kanton Basel (district Birseck) ingedeeld. Het district Birseck omvatte: Aesch, Allschweiler, Schönbuch, Oberweiler, Therwiler, Ettingen, Pfeffingen, Reinach en Arlesheim (9 katholieke parochies).

Aesch was het centrum van de revolutie tegen Bazel in het Birsdal in de jaren 1830-1833. Op 26 augustus 1833 verklaarde de Tagsatzung van de Confederatie de volledige scheiding van de stad (kanton Basel-Stadt) en Basel-Landschaft, maar met het recht op vrijwillige hereniging! Tegenwoordig is Aesch een gemeente met ongeveer 10.000 inwoners en ondanks en dankzij diverse referenda nog (steeds) niet verenigd met kanton Basel-Stadt.

(Bron en verdere informatie: Gemeinde Aesch)