Le Trétien. Foto/Photo: TES

De Vallei van Trient tot Châtelard-Frontière en de Espace Mont Blanc

De afstand van de Zermatt tot Chamonix is hemelsbreed 60 kilometer. De route per spoor of weg bedraagt ongeveer 140 kilometer. De afstand van de wandelweg is afhankelijk van de route en moeilijkheidsgraad en is tussen de 170 en 200 kilometer, maar dan krijg je ook wat. Bergpassen, gletsjers, talloze beekjes en watervallen, valleien, flora en fauna, dorpen en stadjes en (met helder weer) de Matterhorn of de Mont Blanc in zicht.

De Mont Blanc

Een combinatie van vervoer is ook mogelijk. Vanaf Zermatt rijdt een trein door het Mattertal en vanaf Stalden ( de andere splitsing rijdt door het Saastal) door het Vispertal tot Visp (vernoemd naar de rivier Vispa). Onderweg zijn er al diverse mogelijkheden voor wandelingen met uitzicht op de hoogste bergen van Zwitserland.

Vanaf Visp gaat een trein of autoweg naar Martigny, met onderweg de bekende plaatsen, onder andere Leuk, Leukerbad, Siders, Crans Montana, Verbier en Sitten en, onder andere, het Löschental, Turtmanntal, Val d´Anniviers (ongeveer de taalgrens van het kanton), Val d´Hérens, Val de Bagnes, Val d´Entremont en Val Ferret.

Deze bijdrage gaat echter met name over het veel minder bekende traject (de Vallée du Trient), vanaf Martigny tot aan een van de kleinste grensplaatsen van Zwitserland, Châtelard-Frontière. Deze route is 20 kilometer lang. Deze regio is ook bekend vanwege het project Espace Mont-Blanc van Frankrijk, Italië en Zwitserland.

Afbeelding: Espace Mont Blanc

Martigny

Martigny heeft een rijke (Keltische en Romeinse) historie en een divers cultureel aanbod (onder andere de Fondation Pierre Giannada, de Fondation Barry en de Médiathèque Valais). Bij Martigny buigt de Rhône af naar het noorden.

De Rhône op weg naar het noorden.

Na de opkomst van het (Engelse) toerisme vanaf 1850 was er een verbinding met diligences vanaf Martigny tot aan Chamonix, La Route des Diligences. Door de aanleg van de spoorlijn in 1906 werd deze steeds minder belangrijk. Deze spoorweg functioneerde tot 1935 alleen in de zomer, daarna ook in de winter. Tenslotte heeft de auto de diligence helemaal overbodig gemaakt. Wel zijn er nog steeds restanten, onder andere wegbewijzering en bruggen van te zien, onder andere in Le Trétien.

De weg naar de Franse grens voert onder andere door de dorpen Vernayaz, Salvan, Les Marécottes, La Médettaz, Le Trétien, Finhaut, Châtelard-Village en Châtelard-Frontière. Diverse gehuchten op deze route zijn af te leggen in le Tour des hameaux.

Vernayaz

Even voorbij Martigny ligt richting Châtelard-Frontière de Vallée du Trient. Bij de Gorges du Trient bij het plaatsje Vernayaz vond in 1844 een van de laatste (vergeten) veldslagen op Zwitserse grondgebied plaats. De prachtige vallei is een geweldig wandelgebied en bovendien ligt het op maar 20 kilometer van de Franse grens.

De batterij voor electriciteit voor de treinen van de SBB in Vernayaz

Salvan

Het eerste grotere dorp na Vernayaz is Salvan (woonplaats van een kok van de Titanic en geboorteplaats van de telegrafie). De weg door de kloof van Dailley  (Gorges du Dailley) is in 1895 aangelegd en in 1995 na een renovatie weer opengesteld voor het publiek.

Salvan

Les Marécottes

Het dorp Les Marécottes is onder andere bekend vanwege zijn skigebied, dierentuin, de groente chou-rave valaisan (rutabage in het Frans), die oorspronkelijk uit Zweden komt (Rotabaggar), maar in dit en omliggende dorpen een eigen leven is gaan leiden. Jean-Charles Squinabol (1769-1836), een deserteur uit het leger van het koninkrijk Sardinië, vestigde zich in het dorp en introduceerde deze groente in deze regio.

La Médettaz

La Médettaz

Zelfs het gehucht La Médettaz kende in 1900 al een verblijf voor toeristen, Pension de la Creusaz. Tegenwoordig is er een camping om de toeristen onder te brengen. De Gorges du Triège en het kunstmatige meer Combassas (aangelegd in 1898) zijn de belangrijkste trekpleisters.

Le Trétien

Dit dorp is vooral bekend vanwege de kloof van Triège (Gorges du Triège) en zijn vele bruggen uit 1870, de route naar Col de la Forclaz en de route Martigny-Chamonix. Het eerste hotel is gebouwd in 1888, la Pension de La Dent du Midi, vervolgens kwamen la Pension du Mont-Rose (1893) en le Chalet de la Forêt (1913) in dit kleine dorp.

De brug van de Route des Diligences (midden 19e eeuw)

De Gorges du Triège en zijn vele bruggen

De diligences en handelaren met hun muildieren passeerden al eeuwen lang deze kloof bij het dorp. De bekendste brug op deze verkeersweg (le Sentier de muletiers) is de stenen brug uit 1808, die de houten brug uit voorgaande eeuwen verving. De eerder genoemde Jean-Charles Squinabol heeft deze brug gebouwd.

De brug en le sentier de Muletiers (1808) 

Deze weg is vanwege de cultuur-historische waarde opgenomen in het federale inventaris van historische verkeerswegen (l´inventaire des Voies de communication historique de la Suisse). Het pittoreske dorp is opgenomen in het cultureel erfgoed (ISOS) van Zwitserland.

Finhaut

Finhaut had in 1865 al drie hotels, in 1913, aan de vooravond van WOI (1914-1918), waren het er maar liefst negentien in dit kleine dorp, mede door ligging aan de (spoor) weg Martigny-Chamonix, de nabijheid van de Zwitserse Alpen, onder andere de gletsjer van de Trient (Le glacier du Trient), natuur en het Mont Blanc Massief.

Voormalig hotel met op de achtergrond de glacier du Trient

La pension de la Croix- Fédérale (1860), Hôtel-Pension Bel-Oiseau (1879), le Beau Séjour (1892), le Chalet suisse (1895), le Grand Hôtel de Finhauts (1896), le Mont Fleuri (1906), le Victoria ( 1906) en het beroemde Bristol hotel (1908), waar onder andere de Belgische Koning Albert I (1875-1934) regelmatig logeerde, waren de belangrijkste verblijven voor gasten.

Station Finhaut

Hotel Bristol

De kerk en het Chalet suisse

Rond de eeuwwisseling bouwden Engelse bezoekers bovendien een Engelse kerk. Na WOI en vooral na WOII (1939-1945) kon het dorp niet meer concurreren met andere wintersportdorpen en hun moderne faciliteiten, wel bleef het vooral zomers een druk bezocht vakantieoord. Andere bezienswaardigheden zijn de kerk uit 1929, een opvolger van de oude kapel uit 1649, het oude postkantoor en le café de la Poste.

Châtelard-Village

Châtelard-Village is met name bekend vanwege zijn stuwdammen en de Funiculaire. De Zwitserse spoorwegen (SBB/CFF) bouwden al in 1917 de eerste waterkrachtcentrale om treinen van elektriciteit te voorzien!

Waterkrachtcentrale van de SBB

Ze gebruikten het water van de Barbarine, de Eau Noire, de Trient en de Triège. In Vernayaz staat de andere centrale en de moderne batterij. Deze stuwmeren zijn in 1955 uitgebreid met de Vieux-Ermosson, in 1955 met de Ermosson en in 1977 met Châtelard II. Aan de Franse kant maakt de waterkrachtcentrale bij Vallorcine gebruik van het stuwmeer Ermosson.

Waterkrachtcentrale Vallorcine

Châtelard-Frontière

Châtelard-Frontière dankt zijn bestaan aan de abdij van St. Maurice. De abt gaf inwoners van Salvan in 1288 toestemming het gebied te ontginnen en te bewonen. Valais was toen een graafschap met de bisschop van Savoie als graaf en hoogste wereldlijke bestuurder. Savoie bestuurde Vallorcine.

Station van Châtelard-Frontière

Deze grens is sindsdien niet meer veranderd, alleen sloot het hertogdom Savoie ( onderdeel van het koninkrijk Sardinië), zich in 1860 aan bij het Franse keizerrijk van Napoleon III (1808-1873) na een referendum en maakt Valais sinds 1815 deel uit van de Zwitserse Confederatie.

Onbekende kunstenaar, 1793. Lithografie de La Porte du Valais. Privé-collectie

Een van de eerste gebouwen was het kasteel Madeleine, La Porte du Valais, gebouwd in 1323. Châtelard-Frontière maakt tegenwoordig een verlaten indruk. Dit was in de negentiende eeuw wel anders. Diverse Grand-Hotels werden rond 1850 gebouwd, onder andere L´hôtel Suisse (1840) en L´hôtel Royal (1875).

Châtelard-Frontière is ook de overstapplaats voor de lokale Franse trein naar Chamonix (en Saint-Gervais-Les-Bains). Op deze korte route van ongeveer 11 kilometer zijn er ook diverse bezienswaardigheden, wandelpaden en winter- en zomersportfaciliteiten. Maar dat is een ander verhaal.

Impressies van de omgeving

Argentière (France)