Le Mont Blanc, Foto/Photo: TES

De Arve, Rhône, Mont Blanc en Genève

Op het eerste gezicht hebben de rivieren Arve en Rhône weinig met elkaar gemeen. De Arve ontspringt bij het dorpje Le Tour aan de Frans-Zwitserse grens bij de Col de Balme, dat deel uitmaakt van het Mont Blanc Massief.

De Arve in Chamonix

De rivier stroomt eerst westwaarts en wordt gevoed door de machtige gletsjers van de Glacier du Tour, Argentière, Mer de Glace, Des Bossons en Tête Rousse en talloze beekjes. In Chamonix heeft ze al een respectabel volume om daarna in noordelijke richting naar Genève af te buigen.

De Arve in Carouge (Genève)

De Mont Blanc gezien vanaf Genève

Genève: Neptunes, Arve en Rhône, Mozaïek in de kathedraal

In Genève mondt ze bij het stadsdeel Carouge uit in de Rhône om vervolgens naar het zuiden af te buigen en in de Middellandse ze te eindigen. Het doet enigszins denken aan het verloop van de rivier Le Doubs.

Deze ontspringt in de Franse Jura om daarna in oostelijke richting de Zwitserse Jura in te stromen om na St. Ursanne weer in tegenovergestelde richting te gaan en uit te komen in de Saône, die bij Lyon ook in de Rhône eindigt.

Chamonix

Chamonix (Departement Haute-Savoie) is niet zo maar een plaats, maar de locatie van de Mont Blanc ( 4 808 m), de hoogste berg van Europa (afgezien van de Ebroes in de Kaukasus).

Chamonix is ook de woonplaats van de eerste succesvolle beklimmers van de Mont Blanc: Jacques Balmat (1762-1834) en Michel-Gabriel Paccard (1757-1824). Ze waren de eerste alpinisten die met succes een 4 000er beklommen.

Monument voor Jacques Balmat en Michel-Gabriel Paccard 

Chamonix, monument voor Horace-Bénédicte de Saussure

De wetenschapper, alpinist, botanist en geoloog Horace-Bénédicte de Saussure (1740-1790) was in 1787 de tweede beklimmer van de Mont Blanc. Hij was een burger van Genève, dat toen nog een zelfstandige republiek was. De steen die hij uit wetenschappelijke motieven destijds meenam van de top van de Mont Blanc is te zien in het Teylers museum in Haarlem!

Katholieke kerk van Chamonix, monument voor enkele verongelukte klimmers 

Tegenwoordig halen jaarlijks ongeveer 20 000 toeristen, klimmers is vaak een groot woord, de top. Bovendien is er een kabelbaan die belangstellenden naar de top van de Aiguille du Midi  ( 3842) vervoert.

De Aiguille du Midi

Het verbaast niet dat in eerste instantie Zwitserse ingenieurs met het plan kwamen. Ze hadden al veel ervaring opgedaan met de aanleg van kabelbanen en treinstations, zelfs op 3454 m hoogte (Jungfraujoch). Franse (1927) en later Italiaanse (1955) ondernemers en ingenieurs maakten het traject echter tot wat het nog steeds is.

Deze locatie biedt een geweldig uitzicht op het dal, het Mont Blanc Massief, en de Franse, Zwitserse en Italiaanse alpen. Zelfs de Matterhorn is bij helder weer te zien!

Een andere interessant station per spoor (een tandradbaan) gaat vanaf station Montenvers in Chamonix naar de gletsjer Mer de Glace. De opening van deze route in 1909 was een sensatie en typisch voor de technische vooruitgang in de Belle Époque. Aan de andere kant gaat bovendien een kabelbaan naar de Italiaanse kant van het Mont Blanc Massief.

Locomotief No 8, Winterthur 1922

De tandradbaan van het station Montenvers

De afstand tussen de Matterhorn en de Mont Blanc is hemelsbreed ongeveer 60 kilometer. Wat zich tussen de beroemdste, maar niet hoogste berg van Zwitserland, en de Mont Blanc bevindt is een ander verhaal en komt in een vervolg aan de orde.

La Mer de Glace

 

La Mer de Glace in 1907

La Mer de Glace in 2024