Kloster Werthenstein. Foto/Photo: Wikipedia

Klooster Werthenstein

In het dorp Werthenstein (kanton Luzern) aan de Emme wijdde de bisschop van Konstanz in 1520 een eerste bedevaartskapel in. Stilistisch was het kerkgebouw gekenmerkt door de overgang van laatgotiek naar renaissance.

Niklaus Ratzenhofer (1600-1649) beschreef het ontstaan van het bedevaartsoord in zijn boek “Kurtze Erzehlung dess Ursprungs und Wunderzeichen des Gotteshauses unser lieben Frawen zu Werdenstein” (1618). Rond 1500 sloeg een Nederlandse goudzoeker zijn kamp op voor de nacht bij de Emme. Daar hoorde hij “Ein gar herrliches, lieblichs und süesses Gesang und er sah einen schönen Glanz von vilen hellen Liechetern (een wonderbaarlijk, lieflijk en zoet gezang en zag hij een prachtige glans van vele heldere lichten)”. Hij hing daarna een afbeelding van Onze Lieve Vrouw (Maria) op.

In de volgende jaren deden steeds meer verhalen over genezingen de ronde en nam de toestroom van pelgrims snel toe. De regering van Luzern besloot daarop een kapel te bouwen, met de kapel van 1520 als resultaat.

Het beroemde Mariabeeld, een uit hout gesneden Pietà, kwam in 1528 naar het bedevaartsoord. Het stond oorspronkelijk in de Frybachkapel bij Huttwil (kanton Bern). Nadat het kanton Bern in 1528 tijdens de reformatie tot het andere geloof was overgegaan, werd het beeld naar Werthenstein gebracht. De bedevaart kende daardoor een grote opleving.

De huidige barokke kerk is ingewijd in 1616. In 1621 wijdde de bisschop van Konstanz vervolgens het nieuwe kruisaltaar en de twee kapellen (Rundkapellen) bij de hoofdingang in. Het kruisaltaar was een gift van de Franse koning Lodewijk XIII (1601-1643). De gebroeders Christoph en Hans Ludwig Pfyffer schonken de twee kapellen.

De gift van de Franse Koning onderstreepte de goede relatie tussen de (katholieke) Kantons van de Eidgenossenschaft op basis van de Eeuwige Vrede van 1516 en de vele Zwitserse huurlingen in Franse dienst.

De bron van de latere “Gnadenbrünnelis” is in 1634 ontdekt. De bron bevindt zich op het pad van de houten brug over de Emme naar de kerk. Over de vele wonderbaarlijke genezingen door het heilzame water van de bron deden al snel vele verhalen de ronde en het  bedevaartsoord werd steeds drukker bezocht.

De Franciscanen namen in 1636 hun intrek in het nieuw gebouwde kloostergebouw. Van de 17e tot het begin van de 18e eeuw beleefde de bedevaart zijn hoogtijdagen met tot 80.000 pelgrims per jaar.

Aan het eind van de 18e eeuw nam de stroom pelgrims echter snel af. Het kanton Luzern hief in 1838 het klooster Werthenstein tenslotte op. Een groot deel van de inrichting werd geveild en de ruimtes werden gebruikt als instelling voor doofstommen.

Tegenwoordig is het klooster een parochie. De zalen worden ook verhuurd voor evenementen en er is overnachtingsmogelijkheid voor pelgrims die de Jakobsweg afleggen.

Het complex is omgeven door watervallen (de Sulzigbachwaterval, de Stäubligbachwaterval en de Bielbachwaterval), de kloostertuin en prachtige wandelpaden.

(Bron en verdere informatie: Klooster Werthenstein)