Hôtel de Ville Mulhouse. Foto/Photo: TES

Duitse en Franse Orte van de Zwitserse Confederatie

De Zwitserse Confederatie heeft zijn wortels in de late Middeleeuwen, in de periode van de 13e tot de 15e eeuw. In 1513 trad Appenzell toe als dertiende kanton.

De Confederatie bestuurde de gebieden die zij veroverde of aankocht. Soms kwam dit bestuur ook in handen van de een of meerdere kantons. Zij bestuurden steden, graafschappen, valleien of andere kleine en grotere gebieden op het grondgebied van het huidige Zwitserland en enkele daarbuiten (Bormio, Chiavenna en Veltlina in het huidige Italië).

Met uitzondering van Fribourg/Freiburg bestond de Confederatie destijds uit Duitstalige kantons. Het bestuur van deze gebieden werd Gemeine Herrschaft genoemd wanneer verschillende kantons het gebied hadden veroverd en het met voogden bestuurden. De meeste kantons waren betrokken bij dit type bestuur, soms waren er zeven, acht of twaalf kantons, soms slechts één, twee of drie, maar zelden alle dertien.

Onderworpen gebieden

De kantons Aargau (1415), Thurgau (1460), Tessin (1500-1517) en Vaud (1536) werden tot 1798 als onderworpen gebieden (Untertanengebiete) bestuurd. De Helvetische Republiek (1798-1803) en de nieuwe Confederatie (opgericht door Mediationakte van Napoleon in 1803) maakten een einde aan deze situatie. In 1815 werden deze kantons ook erkend in de nieuwe Confederatie (1815-1848), die toen uit 22 kantons bestond (met de nieuwe kantons Neuchâtel, Genève en Wallis).

Militaire bescherming

Andere gebieden stonden onder (militaire) bescherming (Schirmherrschaft) van kantons of de Confederatie. Zij waren in principe soeverein, maar deze soevereiniteit werd beperkt door de militaire afhankelijkheid.

Het kasteel van Neuchâtel 

Bondgenoten

Een andere categorie bestond uit bondgenoten of “Zugewandte Orte”. De meeste van deze gebieden waren soevereine territoria. Bondgenoten waren bijvoorbeeld de stad Biel/Bienne, de Freistaat der Drei Bünde (het latere Graubünden),de  Stad St. Gallen, de Republiek der Zeven Zenden in Wallis, het Vorstendom Neuchâtel, de Republiek Genève, diverse steden, graafschappen en andere wereldlijke en kerkelijke gebieden, bijvoorbeeld het prinsbisdom Basel en de prinsabdij St. Gallen.

Zij zijn later als kantons of als deel van een kanton tot de Confederatie toegetreden. De belangrijkste voorbeelden zijn de kantons Graubünden en St. Gallen (1803) en Neuchâtel, Genève en Wallis (1815).

Andere gebieden hadden in de late middeleeuwen of rond 1500 ook een bondgenootschap of werden als zodanig aangeduid, zoals Straatsburg, het bisdom Konstanz, de hertog van Württemberg, het graafschap Montbéliard, de stad Besançon of het graafschap Arona. Deze hadden echter geen formele verdragen met de kantons of de Confederatie en waren formeel geen ‘zugewandter Ort’, eerder gelegenheidsbondgenoten.

In de meeste gevallen werden deze bondgenootschappen niet gesloten met de Confederatie en alle 13 kantons, maar met verschillende kantons afzonderlijk. Ook de (militaire, politieke en economische) rechten en plichten verschilden per bondgenootschap. Na de reformatie werd deze situatie aanzienlijk gecompliceerder.

Rottweil. Foto: Wikipedia/Christoph Probst

De meeste bondgenoten hadden geen politiek beslissings- of aanwezigheidsrecht bij de Tagsatzung ( de Vergadering met afgevaardigden van de kantons). De enige twee bondgenoten die een verdrag hadden met alle 13 kantons en dus met de Confederatie, en deelnamen aan de Tagsatzung zijn in 1815 géén lid geworden van de nieuwe  Confederatie: Rottweil (bondgenoot sinds 1519) en Mulhouse (bondgenoot sinds 1515). Dit artikel gaat over Mulhouse.

Mulhouse

Stadhuis Mulhouse met de wapens van de 13 kantons van de Confederatie

Basel had al in 1506 een verbond met Mulhouse gesloten, zoals ook blijkt uit de ramen in het stadhuis. Op 19 januari 1515 sloot de stad een “eeuwigdurend” verbond met alle 13 kantons. Alle soevereine kantons moesten dit verdrag afzonderlijk ondertekenen. Op 1 juli 1515 was het zover.

Mulhouse was met haar deelname aan de Tagsatzung de facto lid van de Confederatie, wat ook de wens was van de stad. De Elzas was toen nog geen Frans grondgebied. De regio viel onder de Habsburgers en de stad had een autonome status (Reichsumittelbarkeit). De taal was Duits (Hochrheinalemannisch dialect).

De historische context

In 1515, tot de Slag bij Marignano (13 en 14 september 1515), was de Confederatie de militaire grootmacht in Midden-Europa, zoals de Habsburgers (1315-1499) en de hertog van Bourgondië (1474-1476) hadden ervaren. Mulhouse wilde ook militaire bescherming van de Confederatie.

Daarnaast was de lucratieve noord-zuid handel met Bazel als belangrijke handelsstad van belang. Bovendien had Bazel een  universiteit (1460) en was de stad het Europese centrum van humanisme, uitgeverijen en drukkerijen. Tussen Mulhouse en Bazel bestonden al eeuwenlang goede persoonlijke en culturele betrekkingen op het hoogste niveau.

Mulhouse had echter ook een Habsburgse factie die een bondgenootschap met de Confederatie afwees. De stad maakte immers nog steeds deel uit van het Heilige Roomse Rijk van de Habsburgse keizers en was lid van de Dekapolis (het verdedigingsverbond van tien steden in de Elzas).

Maar na de nederlaag van de Habsburgers tegen de Confederatie in de Zwabische Oorlog (Schwabenkrieg) en de Vrede van Bazel in 1499, streefde een meerderheid van de elite naar annexatie en bij voorkeur lidmaatschap van de Confederatie.

Raadszaal van het Stadhuis van Mulhouse eind 18e eeuw met de wapenschilden van de 13 kantons van de Confederatie. Collectie: Historisch Museum Mulhouse

1587-1798

Vanaf 1587 onderhield de gereformeerde stad Mulhouse vooral contacten met de gereformeerde kantons, met name Bazel, en ontving geen uitnodigingen meer voor de Tagsatzung. De stad verloor haar goede betrekkingen met de katholieke kantons, maar bleef formeel verbonden met alle 13 kantons en de Confederatie tot 1798.

Lodewijk XIV veroverde de Elzas en negen van de tien steden van de Dekapolis in de 17e eeuw, met uitzondering van Mulhouse. De stad bleef onafhankelijk, formeel onderdeel van het Heilige Roomse Rijk van de (Habsburgse) Keizers en een ‘zugewandter Ort’ van de Confederatie.

De Franse Revolutie en de inval van Frankrijk in de Confederatie in 1798 maakten een definitief einde aan de aspiraties van Mulhouse. Vanaf 1798 maakt de stad deel uit van Frankrijk.

(Bron en verdere informatie: Historisches Lexicon der Schweiz, A. Würgler, Zugewandte Orte, 26.02.2014; Prof. Dr. O. Kammerer, Prof. Dr. O. Richard, Dr. C. Sieber-Lehmann, Alliance de Mulhouse avec la Confédération Suisse 1515-1798, Mulhouse, 2015; le musée historique de Mulhouse).

Stadhuis Muhlhouse met wapenschilden van de kantons van de Confederatie