Baden, Thermalbad Fortyseven. Foto/Photo: TES.

Fortyseven in Aquae Helveticae

Mario Botta (1943), een architect uit Tessin, werkte 15 jaar lang aan dit project. Het baden- en saunacomplex Fortyseven aan de oever van de Limmat in Baden (kanton Aargau) is 160 meter lang en telt elf sauna’s en acht waterbassins.

Veertien uit de aarde borrelende bronnen zorgen voor het water. Het complex is geen waterpretpark. De heilzame en genezende werking van het bronwater staat centraal. De naam verwijst ook naar dit gebruik: het zwavelwater uit de bronnen heeft een maximumtemperatuur van 47 Celsius.

Baden was al in de Romeinse tijd een prominente plaats vanwege zijn thermale baden. De Romeinse naam was dan ook Aquae Helveticae, Helvetische wateren. Om deze reden werd het legionairskamp Vindonissa (het huidige Windisch) er gevestigd. Het werd een Romeinse stad, inclusief het nog steeds zichtbare Amfitheater. Het Vindonissa Museum besteedt uitgebreid aandacht aan deze geschiedenis.

In de Middeleeuwen werd Baden zelfs het grootste kuuroord ten noorden van de Alpen. Na de bezetting van het Habsburgse Aargau door de Confederatie (Eidgenossenschaft) in 1415, werd Baden de vergaderplaats van de Tagsatzung (zeg maar de Staten-Generaal van de acht kantons) van de Confederatie. De aanwezigheid van de bronnen en kuuroorden speelde bij deze beslissing een belangrijke rol.

De grote bloeiperiode was echter in de 19e eeuw. Investeerders bouwden enorme hotels en kuuroorden langs de Limmat. Sommige daarvan, zoals het Verenahof, Ochsen en Bären, bestaan nog steeds.

Residenz und Brasserie Bad Schwanen

Het Grand Hotel, drie keer zo volumineus (!) als het huidige nieuwe complex van 160 meter, werd in 1944 afgebroken. Het casino, Kurpark, Kursaal en Kurtheater in de stad herinneren aan deze grandeur van de Belle Époque.

Na de eerste wereldoorlog raakten de kuuroorden in Zwitserland en Baden in verval. De oude Romeinse wijk aan de Limmat met zijn prachtige hotels en kuuroorden zonk in een diepe slaap.

Het initiatief van de investeerders in 2006, de creativiteit en het vakmanschap van de architect, de betrokkenheid van de nationale Denkmalpflege en de Heimatschutz, en de inzet van lokale overheden, bedrijven en burgers hebben de Sleeping Beauty van de Zwitserse kuuroorden weer tot leven gewekt.

Aan de oevers van de Limmat heeft de vereniging (Verein) Bagni Populari zelfs de oude traditie van voor iedereen toegankelijke warmwaterbronnen nieuw leven ingeblazen. Aquae Helveticae, de Romeinen hadden het zo slecht nog niet gezien.

(Bron: www.fortyseven.ch).