L' Abbaye St. Maurice, 6e. siècle. Foto www.abbaye-stmaurice.ch

Kunst in de abdij van St. Maurice

De stad St. Maurice (kanton Valais) ligt in de vallei langs de oevers van de Rhône en omringd door bergen. De Kelten vestigende op deze plaats inde tweede en eerste eeuw v. Chr. een oppidum, een versterkte nederzetting.

De Romeinen hadden er vanaf de eerste eeuw n. Chr. een militaire post en een administratief centrum. Vanwege deze aanwezigheid bouwden ze ook tempels, woonhuizen en andere gebouwen.

De soldaten van het Thebaanse legioen en hun leider Maurits (Maurice) stierven aan het eind van de 3e eeuw op deze plek de marteldood. Zoals de naam al doet vermoeden, kwamen deze Romeinse soldaten uit het door Rome bezette Egypte. Deze Romeinse provincie kende in de eerste eeuw n. Chr. al veel volgers van dit nieuwe geloof. De Kopten zijn de getuigen van deze tweeduizend jaar oude religie.

Het Thebaanse legioen bestond uit soldaten uit de omgeving van Thebe. Ze waren Christenen in de laatste periode van vervolging van deze nieuwe godsdienst. Keizer Diocletanus (244-311), keizer vanaf 284, was de laatste Romeinse heerser die Christenen actief vervolgde. De legionairs uit Thebe weigerden te offeren aan de keizer, omdat ze alleen God erkenden als heerser. Ze bekochten het, volgens de overlevering, met de dood.

De kerken die vanaf het einde van de 4e eeuw ter hunner ere werden gebouwd, maakte deze stad tot een belangrijk religieus centrum.  Omstreeks 420 werd de eerste kerk gebouwd, rond 480 een tweede kapel.

In 515 stichtte koning Sigismund van het (eerste) Koninkrijk van Bourgondië (443-534) de abdij, die nog steeds functioneert en een van de oudste nog bestaande abdijen van Europa is. Hij bouwde een basiliek waar het laus perennis, de eeuwige lofzang, voor het eerst in het Westen te horen was.

Deze basiliek werd in 575 door de Longobarden geplunderd en aan het eind van de 6e eeuw uitgebreid. In de 7e eeuw werd het complex onder de Merovingers opnieuw vergroot. Een begraafplaats, nu zichtbaar in de catacomben, loopt langs de zuidelijke muur van de kerk.

Aan het einde van de 8e eeuw werd onder de Karolingers een nieuwe basiliek gebouwd. De zuilen uit de oudere kerken zijn deels hergebruikt. In de loop van haar vijftienhonderdjarige geschiedenis heeft de abdij van Saint-Maurice grote schenkingen ontvangen van andere abdijen, pausen, bisschoppen, vorsten, koningen en andere hoogwaardigheidsbekleders.

De heilige Eucher, bisschop van Lyon, vermeldde, bijvoorbeeld, aan het begin van de zesde eeuw, gouden en zilveren geschenken “ter ere en ten dienste van de heiligen”.

Drie werken van uitzonderlijke kwaliteit herinneren aan de invloed van de Thebaanse martelaren in de Merovingische en Karolingische periode: de vaas van sardonyx, bekend als de “vaas van St. Maurice “, de kist van Teudéric en de l’aiguière, de waterkruik, van “Karel de Grote” .

(Bron en verdere informatie: www.abbaye-stmaurice.ch).