Lac Brenet au printemps 2022. Foto/Photo: TES

De vergeten IJsindustrie van Le Pont

In 1879 werden aan de oevers van het meer van Brenet (lac Brenet) in de Vallée de Joux (kanton Vaud) kunstmatige ijskelders of enorme loodsen gebouwd van 14.000 m3 voor 5.000 ton ijs, met dubbele wanden en isolatie. De metersdikke ijskap van het meer werd zodoende op de (internationale) markt gebracht.

Vanaf dat moment tot 1942 werd het natuurijs elke winter in enorme hoeveelheden opgeslagen om ’s zomers te worden verkocht in de grote Zwitserse en Franse steden. Het ijs werd gebruikt om voedsel te bewaren.

Het ijs werd vervoerd naar de brouwerijen en andere restaurants in Parijs, Lyon, Dijon en zelfs naar het zuiden van Frankrijk, vooral tijdens de zomermaanden. De oorlog en de daling van het meerpeil met enkele meters in 1942 maakten een einde aan deze industrie, lang voor de hausse van de koelkasten in de jaren 1950,

Het ijs werd eerst met paard en wagen vervoerd naar Vallorbe en vervolgens naar Croy, waar het werd overgeladen in wagons. Vanaf 1886 werd het per trein vervoerd toen de spoorlijn Pont-Vallorbe gereed was.

Het dorp Le Pont aan de oever van het meer was een van de grootste ijsfabrieken van Europa en het centrum van de Zwitserse ijsindustrie, een geschiedenis die in vergetelheid is geraakt.

Het aantal werknemers was indrukwekkend. Het werk werd immers met de hand gedaan. In januari en februari werkten meer dan 130 arbeiders op het ijsvlaktes en in de grote loods. Brokken ijs van een meter breed werden met een zaag uit het meer gezaagd en opgeslagen in de loods.

Het Hotel de la Truite in Le Pont is het oudste etablissement van zijn soort in de vallei en wordt reeds in 1662 vermeld. Een van de beroemdste huurders was Edgar Rochat (1845-1929), de initiatiefnemer van de ijsindustrie in Le Pont.

(Bron en foto’s: La Région. Le journal de Nord Vaudois du 25 février 2015; Rémy Rochat, Edgar Rochat & Cie au Pont, Vallée de Joux, Le Pèlerin, 1999).