Baden im 15. Jahrhundert, Historisches Museum Baden, Grafiksammlung Q.02.8213

Poggio Bracciolini in Baden

Baden (Aquae Helveticae) had In de tweede eeuw vijf grote badhuizen (thermen) aan de oevers van de Limmat. De oppervlakte was ongeveer 800 m2. Daarnaast waren er diverse kleine bronnen om in te baden. Tempels om offers aan goden te brengen en woonhuizen als verblijf voor badgasten stonden naast de baden. Deze wijk heet tegenwoordig het Römerquartier.

Het Freibad en het St. Verenabad op de Kurplatz waren als Romeinse bassins zelfs tot 1844 in gebruik. Onder de Habsburgse heerschappij in de dertiende en veertiende eeuw ontstonden meer badhuizen en wooncomplexen.

Baden was zelfs de belangrijkste badplaats in Midden-Europa. De Italiaanse humanist Poggio Bracciolini (1380-1459) beschreef de baden zelfs als het paradijs op aarde, een oase van genoegens  (un’oasi di ricreazione in questi bagni deliziosi), waar schaars geklede mannen en vrouwen met elkaar een bad namen. Hij kwam terug van het Concilie in Konstanz (1414-1418). Hij was secretaris van de Paus en schreef dit in een brief aan zijn vriend Niccolò Nicole (1365-1437).

Ruim zeshonderd jaar later zou Bracciolini met hetzelfde enthousiasme over Baden en het onlangs geopende badencomplex Fortyseven schrijven.

(Bron: www.archaeokontor.ch).