La Chaux-de-Fonds, Monument 1848. Bild/Photo: TES.

De laatste vorst van Neuchâtel

Neuchâtel was een opmerkelijk nieuw kanton van de Zwitserse Bondsstaat in 1815: de Pruisische koning Willem III was immers nog steeds de rechtmatige vorst van dit kanton.

Deze geschiedenis gaat terug tot 1706, toen Marie de Nemour van de Franse familie d’Orléans-Longueville stierf zonder legitieme erfgenaam. Sinds 1504 was deze familie door vererving Prins van het graafschap Neuchâtel.

Na haar dood kozen de drie standen van Neuchâtel de protestantse koning Frederik I als hun nieuwe Prins. Neuchâtel was al sinds 1530 protestants en Berlijn was veel verder weg dan Parijs. Bovendien wilde het machtige protestante Bern de invloed van de Franse koning in toom houden.

Veel gebouwen en architectuur vanaf 1500 herinneren nog steeds aan dit koninklijke verleden van de stad.

De Franse Revolutie en de Franse overheersing van Zwitserland zijn ook aan Neuchâtel niet onopgemerkt voorbijgegaan. In 1806 ruilde de Pruisische koning Friedrich Wilhelm III (1770-1840) Neuchâtel in voor Hannover.

De Franse generaal Louis Alexander Berthier (1753-1815) werd Prins van Neuchâtel. Door de nederlaag van Napoleon in 1814 kreeg de koning Neuchâtel terug. Hij zou er niet lang van genieten.

Het kanton en met name de industriesteden La Chaux-de-Fonds en Le Locle waren een supermacht in de horloge-industrie. Deze kwamen in opstand kwam tegen het koningsgezinde patriciaat van Neuchâtel.

Na een mislukte opstand in 1831 slaagde de opstand in 1848 en werd de republiek uitgeroepen. De Pruisische koning protesteerde en dreigde militair in te grijpen. Hij had zelf echter te kampen met opstanden en onrust.

De koning had echter een belangrijke bondgenoot: het patriciaat van Neuchâtel, dat altijd had geprofiteerd van de Pruisische militaire carrière en economische betrekkingen.

Na een mislukte monarchistische staatsgreep in 1856, militaire dreigementen van de Pruisische koning en de mobilisatie van troepen van de Confederatie, deed de koning uiteindelijk afstand van zijn rechten in 1857.

Bij wijze van compromis behield de koning de titel “Prins van Neuchâtel en Graaf van Valangin”. Hiermee kwam een einde aan het laatste prinsdom van Zwitserland.