Affiche Cailler. Maison Cailler Museum, Broc. Photo/Bild: TES.

Tweehonderd jaar Chocolade

Zwitserland is het land van bergen, kaas en horloges, maar ook van  chocola, hoewel er geen chocoladeboon groeit.

De bruine boon werd pas in de zestiende eeuw in Europa geïntroduceerd, aanvankelijk als basis voor luxe warme chocolademelk voor de betere kringen, pas vanaf de negentiende eeuw voor de gewone burger.

Chocola, afgeleid van het woord Xocolati  dat de Azteken al 1 500 v. Chr. gebruikten als  pepmiddel, deed in Zwitserland in de achttiende eeuw haar intrede.

Bovendien trokken Zwitserse confiseurs uit Tessin en Franstalig Zwitserland in deze periode naar de toenmalige centra van cacaoproductie: Parijs, Milaan, Venetië en Nice, zoals de taartenbakkers (en hoteliers) uit Graubünden dat in de negentiende eeuw met  veel succes zouden  doen.

Ook in  Zwitserland wordt chocolade door de fabrieksmatige bewerking in de negentiende eeuw voor het volk een gewild product.

François-Louis Cailler (1796-1852). Foto: Wikipedia

François-Louis Cailler (1796-1852) opende in 1819 de oudste nog bestaande chocoladefabrikant van Zwitserland in Corsier-sur-Vevey, in 1826 gevolgd door Philippe Suchard (1797-1884) in Neuchâtel en in 1836 door David Sprüngli (1776-1862) in Zürich.

In 1875 introduceerde Cailler de melkchocolade. Rudolf Lindt (1855-1909) vond in 1879 een andere toepassing, die chocolade tegenwoordig zo populair maakt en Zwitserse chocolade van uitzonderlijke kwaliteit: het letterlijk smelten op de tong.

De geschiedenis van chocolade is ook een Zwitsers succesverhaal: innovatie, export, uitvindersgeluk, traditie én emigratie.

De firma Cailler opende in  2010 het museum waar deze 200-jarige historie op een smakelijke wijze wordt getoond.

(Verdere informatie: www.cailler.ch/en/maison-cailler).