Wil, im Vordergrund das 1607 gegründete Dominikanerkloster St. Katharina. Das Kloster stellte bis 1798 mehr als 40 Äbte und Äbtissinen an Schweizer Klöster. Foto/Photo: TES

Wil, de abt en de confederatie

Het klooster van St. Gallen verkreeg in de tweede helft van de 8e eeuw goederen en rechten in Wil. Rond 1200 stichtten de graven van Toggenburg de stad Wil. In 1226 schonk de graaf de stad aan de prinsabdij St. Gallen. De abdij bleef in het bezit van de stad tot 1798.

De prinsabt van de prinsabdij St. Gallen

De machtige prinabt van de prinsabdij St. Gallen was tot 1798 een van de belangrijkste politieke, militaire en economische machthebbers in Oost-Zwitserland. Ondanks de Reformatie van 1526 en de strikte scheiding (zelfs door een muur) van de protestantse stad St. Gallen, bekleedde de abt een hoge positie in de hiërarchie van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie.

Als prins had hij een belangrijke stem in de Keizerlijke Raad (Reichsrat) en het belangrijkste adviescollege (Fürstenrat), die rechtstreeks onder de keizer ressorteerden.

Het bisschoppelijk paleis

Wil en de Confederatie

De abt woonde niet alleen in St. Gallen, maar ook vaak in Wil, ver weg van de protestante stad St. Gallen. De stad draagt dan ook niet voor niets de naam “Abtenstad”.

Met de uitbreiding van Wil als residentie van de prinsabdij ontstond in de tweede helft van de 13e eeuw een conflict met koning Rudolf van Habsburg (1218-1291). Het eindigde met de verwoesting van Wil in 1292. Na het vredesverdrag van 1301 werd de Wil teruggegeven aan de abdij.

In 1379 sloot Wil zich aan bij de Zwabische stedenbond en van 1388 tot 1405 ook bij die van de Bodenseesteden. In 1425 sloot de stad Wil bovendien een verbond met de graaf van Toggenburg. Zo gecompliceerd was de politieke situatie in die tijd.

Wil was daarnaast eeuwenlang het middelpunt van Zwitserse twisten en (religieuze) burgeroorlogen, het laatst in 1712 (Tweede Villmerger Oorlog). In de Oude Zürich Oorlog (Alter Zürichrieg 1440-1450) nam Wil deel aan militaire campagnes tegen Zürich aan de kant van de Confederatie.

Toen de prinsabt in 1451 een verbond sloot met de vier Orte Schwyz, Luzern, Glarus en Zürich, was de stad Wil ook verplicht om haar deel van het leger van de prinsabt te leveren in geval van een conflict.

Vanaf 1479 waren deze vier steden in Wil vertegenwoordigd door een bestuurder. In 1463 droeg keizer Frederik III (1415-1493) de hoge jurisdictie over Wil over aan de abdij. De stad was daardoor feitelijk onafhankelijk van de keizer. De burgers van de stad kozen de 12 leden van de Kleine Raad en de 30 leden van de Grote Raad.

Het Baronenhaus

De (religieuze) Toggenburgse twisten (Toggenburger Wirren 1712) brachten Wil opnieuw op de politieke voorgrond in de Tweede Villmerger Oorlog. Zürich en Bern bezetten de katholieke stad tot de Vrede van Baden in juni 1718.

Na het einde van de prinsabdij St. Gallen in 1798, vormde Wil een gemeente van het kanton Säntis in de Helvetische Republiek (1798-1803). Sinds 1803 is de stad een gemeente in kanton St. Gallen.

Conclusie

Wil heeft enerzijds een typisch Zwitserse geschiedenis, anderzijds deelt het in de historie van dit deel van Europa. Wil toont de gecompliceerde politeke situatie en het belang aan van middeleeuwse verdragen tussen de steden in deze regio.

Wil was in de veertiende en begin vijftiende eeuw lid van de Zwabische stedenbond en de stedenbond van de Bodensee. De reformatie maakte het nog ingewikkelder.

De confederatie van de 13e tot de 16e eeuw was geen uitzondering, maar het feit dat deze nog steeds bestaat in 2023 is dat wel. Dit is uniek en niet de verdienste van “vreemde machten”, maar van de wil van de kantons in 1499 (Vrede van Bazel), 1648 (Vrede van Westfalen), 1803 (ontbinding van de unitaire Helvetische Republiek door verzet van de kantons ten gunste van de nieuwe Confederatie van kantons), 1815 (Neuchâtel, Genève en Wallis kozen voor de Confederatie), zoals Ticino al had gedaan in 1798 (Napoleon bood hen de keuze (bijna unaniem verworpen) om zich aan te sluiten bij de Cisalpijnse of Italiaanse Republiek in 1798.

Eeuwen eerder had de Eidgenossenschaft de Habsburgse keizers en de hertogen van Bourgondië en Savoye al vernietigend verslagen.  In 1516 (na Marignano) sloot Frankrijk maar al te graag een alliantie met deze machtige confederatie van soevereine kantons, die uitstekende soldaten, ondernemers, diplomaten, politici en kooplieden voortbracht.

De Franse koning realiseerde zich dat zonder de verpletterende militaire overwinningen op Habsburg (1315, 1386, 1388, 1415, 1460 en 1499), Bourgondië (1474-1477) en Savoye (1536 en daarvoor al de zeven Zehnden in Beneden-Wallis), het zieltogende Franse koninkrijkje van de kaart zou zijn verdwenen.

Een Bourgondisch koninkrijk of een Habsburgse heerser in Parijs was tot 1477 of 1499 een realistischer scenario dan de “Grande Nation” van Lodewijk XIV (1638-1715).

(Bron en verdere informatie: Stadt Wil)